Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Snel Overzetten Van Parameterinstellingen Naar Andere Frequentieomvormers; Displaymodus; Displaymodus - Uitleesstatus Selecteren - Danfoss VLT AutomationDrive Programmeerhandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Programmeren
NB
Een actief HAND-OFF-AUTO-signaal via de digitale
2
2
ingangen heeft een hogere prioriteit dan de bedienings-
toetsen [Hand on] en [Auto on].
[Reset] wordt gebruikt om de frequentieomvormer te
resetten na een alarm (trip). Kan worden ingesteld op
Ingesch. [1] of Uitgesch. [0] via 0-43 [Reset]-toets op LCP.
De parametersnelkoppeling kan worden uitgevoerd door
de [Main Menu]-toets gedurende 3 seconden in te
drukken. De parametersnelkoppeling geeft directe toegang
tot elke mogelijke parameter.
2.1.2 Snel overzetten van
parameterinstellingen naar andere
frequentieomvormers
Wanneer de setup van een frequentieomvormer voltooid
is, kunt u de gegevens het beste opslaan in het LCP of op
een pc met behulp van de MCT 10 setupsoftware.
Status
On
Warn.
Alarm
Hand
on
Afbeelding 2.9
Gegevens opslaan in het LCP
1.
Ga naar 0-50 LCP kopiëren.
2.
Druk op de [OK]-toets.
3.
Selecteer 'Alles naar LCP'.
4.
Druk op de [OK]-toets.
Alle parameterinstellingen worden nu opgeslagen in het
LCP, wat wordt aangegeven via de voortgangsbalk. Druk
op [OK] als 100% is bereikt.
14
®
VLT
Alarm
Quick
Main
Log
Menu
Menu
OK
Auto
O
Reset
on
MG33MF10 – VLT
AutomationDrive Programmeerhandleiding
NB
Stop de motor vóór u deze handeling uitvoert.
Sluit het LCP aan op een andere frequentieomvormer en
kopieer de parameterinstellingen ook naar die frequentie-
omvormer.
Gegevens overzetten van LCP naar frequentieomvormer
1.
Ga naar 0-50 LCP kopiëren.
2.
Druk op de [OK]-toets.
3.
Selecteer 'Alles vanaf LCP'.
4.
Druk op de [OK]-toets.
De parameterinstellingen die in het LCP zijn opgeslagen,
worden nu gekopieerd naar de frequentieomvormer, wat
wordt aangegeven via de voortgangsbalk. Druk op [OK] als
100% is bereikt.
NB
Stop de motor vóór u deze handeling uitvoert.

2.1.3 Displaymodus

Bij normaal bedrijf kunnen permanent maximaal 5
verschillende bedrijfsvariabelen worden aangegeven in het
middelste gedeelte: 1.1, 1.2 en 1.3, en ook 2 en 3.
2.1.4 Displaymodus – Uitleesstatus
selecteren
Schakelen tussen de drie verschillende uitlezingen via de
[Status]-toets.
In elk statusscherm worden de bedrijfsvariabelen met een
andere opmaak weergegeven – zie hierna.
Tabel 2.1 toont de metingen die u kunt koppelen aan elk
van de bedrijfsvariabelen. Wanneer er opties zijn
gemonteerd, zijn er aanvullende metingen beschikbaar.
Programmeer de koppelingen via 0-20 Displayregel 1.1
klein, 0-21 Displayregel 1.2 klein, 0-22 Displayregel 1.3 klein,
0-23 Displayregel 2 groot en 0-24 Displayregel 3 groot.
Elke uitleesparameter die is geselecteerd in
0-20 Displayregel 1.1 klein tot 0-24 Displayregel 3 groot
wordt gekenmerkt door een eigen schaal en aantal cijfers
achter een eventueel decimaalteken. Bij grotere numerieke
waarden van een parameter worden minder cijfers
weergegeven achter het decimaalteken.
Voorbeeld: uitlezing stroom 5,25 A; 15,2 A 105 A.
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vlt automationdrive fc 301Vlt automationdrive fc 302

Inhoudsopgave