Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT AutomationDrive Programmeerhandleiding pagina 28

Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterbeschrijving
0-11 Setup wijzigen
Option:
[4] Setup 4
[9] Actieve
setup
3
3
Afbeelding 3.1
0-12 Setup gekoppeld aan
Option:
26
VLT
Functie:
Deze setup is ook te wijzigen tijdens bedrijf.
Het wijzigen van de geselecteerde setup is
mogelijk vanaf diverse bronnen: LCP, FC
RS-485, FC USB of maximaal vijf veldbuslo-
caties.
Functie:
Om tijdens bedrijf probleemloos over te
kunnen schakelen naar een andere setup
moeten setups met parameters die niet
tijdens bedrijf te wijzigen zijn worden
gekoppeld. De koppeling zorgt ervoor dat de
'niet te wijzigen tijdens bedrijf' parameters
worden gesynchroniseerd wanneer tijdens
bedrijf tussen setups wordt geschakeld. 'Niet
te wijzigen tijdens bedrijf' parameters zijn
gemarkeerd als FALSE in de parameterlijst in
de paragraaf Parameterlijsten.
0-12 Setup gekoppeld aan wordt gebruikt
wanneer 0-10 Actieve setup is ingesteld op
Multi setup. Multi setup wordt gebruikt om
tussen setups te schakelen tijdens bedrijf
(d.w.z. terwijl de motor draait).
Voorbeeld:
MG33MF10 – VLT
®
AutomationDrive Programmeerhandleiding
0-12 Setup gekoppeld aan
Option:
[0] Niet
gekoppeld
[1] Setup 1
[2] Setup 2
[3] Setup 3
[4] Setup 4
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Functie:
Gebruik Multi setup om van Setup 1 naar
Setup 2 te schakelen terwijl de motor draait.
Programmeer Setup 1 eerst en zorg er
vervolgens voor dat Setup 1 en Setup 2
worden gesynchroniseerd (of 'gekoppeld'). De
synchronisatie kan worden uitgevoerd op
twee manieren:
1. Wijzig de instelling van 0-11 Setup wijzigen
naar Setup 2 [2] en stel 0-12 Setup gekoppeld
aan in op Setup 1 [1]. Dit zal het
koppelings(synchronisatie)proces starten.
Afbeelding 3.2
OF
2. Kopieer Setup 1 naar Setup 2 vanuit Setup
1. Stel 0-12 Setup gekoppeld aan vervolgens in
op Setup 2 [2]. Dit zal het koppelingsproces
starten.
Afbeelding 3.3
0-13 Uitlez.: Gekopp. setups zal {1,2} weergeven
om aan te geven dat alle 'niet te wijzigen
tijdens bedrijf' parameters identiek zijn in
Setup 1 en Setup 2. Als er een wijziging
optreedt in een 'niet te wijzigen tijdens
bedrijf' parameter, bijv. 1-30 Statorweerstand
(Rs) in Setup 2, dan zal deze ook automatisch
worden aangepast in Setup 1. Het is nu
mogelijk om tijdens bedrijf tussen Setup 1 en
Setup 2 te schakelen.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vlt automationdrive fc 301Vlt automationdrive fc 302

Inhoudsopgave