Parameterbeschrijving
3-40 Ramp 1 type
Option:
Functie:
Selecteer het type ramp, afhankelijk van de
vereisten met betrekking tot versnelling/
vertraging.
Een lineaire aanloop zorgt voor een constante
versnelling tijdens het aanlopen. Een S-ramp
zorgt voor een niet-lineaire versnelling en
biedt zo compensatie voor schokbewegingen
in de toepassing.
[0] Lineair
[1] S-ramp
Versnelling met zo weinig mogelijk schokbe-
const. schok
wegingen.
[2] S-ramp
S-ramp op basis van de ingestelde waarden in
const. tijd
3-41 Ramp 1 aanlooptijd en 3-42 Ramp 1
uitlooptijd.
NB
Als S-ramp [1] is geselecteerd en de referentie tijdens het
aan/uitlopen wordt gewijzigd, kan de aan/uitlooptijd
worden verlengd om te zorgen voor een schokvrije
beweging, wat kan resulteren in een langere start- of
stoptijd.
Extra aanpassingen van de S-rampverhoudingen of starters
voor omschakelingen kunnen noodzakelijk zijn.
3-41 Ramp 1 aanlooptijd
Range:
Functie:
Size
[ 0.01
Voer de aanlooptijd in, d.w.z. de tijd die
related
- 3600
nodig is om te versnellen van 0 tpm tot de
*
s]
synchroonmotorsnelheid n
aanlooptijd zo in dat de uitgangsstroom
tijdens het aanlopen de ingestelde
stroomgrens in 4-18 Stroombegr. niet
overschrijdt. De waarde 0,00 komt overeen
met 0,01 s in snelheidsmodus. Zie uitlooptijd
in 3-42 Ramp 1 uitlooptijd.
Par. . 3 − 41 =
3-42 Ramp 1 uitlooptijd
Range:
Functie:
Size
[ 0.01
Voer de uitlooptijd in, d.w.z. de tijd die nodig
related
- 3600
is om te vertragen van de synchroonmotor-
*
s]
snelheid n
naar 0 tpm. Stel de uitlooptijd zo
s
in dat er in de omvormer geen overspanning
ontstaat als gevolg van de generatorwerking
van de motor en de opgewekte stroom de
ingestelde stroomgrens in 4-18 Stroombegr.
niet overschrijdt. De waarde 0,00 komt
overeen met 0,01 s in snelheidsmodus. Zie
aanlooptijd in 3-41 Ramp 1 aanlooptijd.
Par. . 3 − 42 =
®
VLT
AutomationDrive Programmeerhandleiding
. Stel de
s
t acc s x n s tpm
ref tpm
t dec s x n s tpm
ref tpm
®
MG33MF10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
3-45 Ramp 1 S-ramp ratio bij versn. Start
Range:
Functie:
50%
[ 1 - 99%] Stel het gedeelte van de totale aanlooptijd
*
(3-41 Ramp 1 aanlooptijd) in waarin het
versnellingskoppel toeneemt. Hoe hoger het
percentage, hoe hoger de verkregen
schokcompensatie; hierdoor zal het aantal
koppelschokken in de toepassing dus
verminderen.
3-46 Ramp 1 S-ramp ratio bij versn. Einde
Range:
Functie:
50%
[ 1 - 99%] Stel het gedeelte van de totale aanlooptijd
*
(3-41 Ramp 1 aanlooptijd) in waarin het
versnellingskoppel afneemt. Hoe hoger het
percentage, hoe hoger de verkregen
schokcompensatie; hierdoor zal het aantal
koppelschokken in de toepassing dus
verminderen.
3-47 Ramp 1 S-ramp ratio bij vertr. Start
Range:
Functie:
50%
[ 1 - 99%] Stel het gedeelte van de totale uitlooptijd
*
(3-42 Ramp 1 uitlooptijd) in waarin het vertra-
gingskoppel toeneemt. Hoe hoger het
percentage, hoe hoger de verkregen
schokcompensatie; hierdoor zal het aantal
koppelschokken in de toepassing dus
verminderen.
3-48 Ramp 1 S-ramp ratio bij vertr. Einde
Range:
Functie:
50%
[ 1 - 99%] Stel het gedeelte van de totale uitlooptijd
*
(3-42 Ramp 1 uitlooptijd) in waarin het vertra-
gingskoppel afneemt. Hoe hoger het
percentage, hoe hoger de verkregen
schokcompensatie; hierdoor zal het aantal
koppelschokken in de toepassing dus
verminderen.
3
3
63