Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterbeschrijving

3.3.8 1-8* Stopaanpassingen

1-80 Functie bij stop
Option:
Functie:
Selecteer de functie van de frequentieom-
vormer na een stopcommando of wanneer
de frequentie is uitgelopen naar de
ingestelde waarde in 1-81 Min. snelh. functie
bij stop [RPM].
[0] Vrijloop
Laat de motor vrijlopen. De motor wordt
afgeschakeld van de frequentieomvormer.
[1] DC-houd
Voorziet de motor van een DC-houdstroom
(zie 2-00 DC-houdstroom).
[2] Motorcontrole
Controleert of er een motor is aangesloten.
[3] Voormagnetis.
Hiermee wordt een magnetisch veld
opgebouwd terwijl de motor stilstaat. Dit
stelt de motor in staat om snel een koppel
te genereren bij een volgend
startcommando (alleen asynchrone
motoren). Deze voormagnetiseringsfunctie
helpt niet bij het allereerste startcommando.
Er zijn twee verschillende oplossingen
beschikbaar om de machine voor te
magnetiseren voor het eerste
startcommando.
1. Start de frequentieomvormer
met een referentie van 0 tpm en
wacht 2 tot 4 rotortijdconstanten
(zie hieronder) voordat u de
snelheidsreferentie verhoogt.
2a. Stel 1-71 Startvertraging in op
de gewenste voormagnetise-
ringstijd (2 tot 4
rotortijdconstanten – zie
hieronder).
2b. Stel 1-72 Startfunctie in op DC-
houd [0] of DC-rem [1].
Zorg dat de sterkte van de DC-
houdstroom of DC-remstroom
(2-00 DC-houdstroom of 2-01 DC-
remstroom) gelijk is aan I_pre_mag
= Unom / (1,73 x Xh)
Voorbeelden van rotortijdconstanten =
(Xh+X2) / (6,3*Freq_nom*Rr)
1 kW = 0,2 s
10 kW = 0,5 s
100 kW = 1,7 s
1000 kW = 2,5 s
[4] DC-spann. U0
Wanneer de motor is gestopt, definieert
1-55 U/f-karakteristiek - U [0] de spanning bij
0 Hz.
[5] Coast at low
Wanneer de referentie lager is dan de
reference
ingestelde waarde in 1-81 Min. snelh. functie
®
VLT
AutomationDrive Programmeerhandleiding
®
MG33MF10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
1-80 Functie bij stop
Option:
Functie:
bij stop [RPM] wordt de motor afgeschakeld
van de frequentieomvormer.
[6] Motorcontr,
alarm
1-81 Min. snelh. functie bij stop [RPM]
Range:
Functie:
Size related
[0 - 600 RPM] Stel de snelheid in waarbij
*
1-80 Functie bij stop moet worden
geactiveerd.
1-82 Min. snelh. voor functie bij stop [Hz]
Range:
Functie:
Size related
[ 0.0 - 20.0 Hz] Stel de uitgangsfrequentie in
*
waarbij 1-80 Functie bij stop moet
worden geactiveerd.
1-83 Precisiestopfunctie
Alleen FC 302.
Option:
Functie:
[0] Prec.stop met
Alleen optimaal wanneer de bedrijfs-
uitloop
snelheid – van de transportband,
bijvoorbeeld – constant is. Dit is een
regeling zonder terugkoppeling. Voor een
hoge herhalingsnauwkeurigheid op het
stoppunt.
[1] Tellerstop met
Telt het aantal pulsen, meestal vanaf een
reset
encoder, en genereert een stopsignaal
nadat een geprogrammeerd aantal pulsen
– 1-84 Prec. stoptellerwaarde – is
ontvangen via klem 29 of 33 [30].
Dit is een directe terugkoppeling bij een
regeling met terugkoppeling in één
richting.
De tellerfunctie wordt geactiveerd (start
de timing) op de flank van het
startsignaal (wanneer het van stop naar
start gaat). Na elke precisiestop wordt het
aantal pulsen dat tijdens de uitloop naar
0 tpm is geteld, teruggezet naar 0.
[2] Tell.stop z reset
Vergelijkbaar met [1], maar het aantal
pulsen dat tijdens de uitloop naar 0 tpm
is geteld, wordt afgetrokken van de
ingestelde tellerwaarde in 1-84 Prec.
stoptellerwaarde.
Deze resetfunctie is bijvoorbeeld te
gebruiken om de extra afstand die tijdens
het uitlopen is afgelegd, te compenseren,
en om het effect van geleidelijke slijtage
van mechanische onderdelen te
beperken.
3
3
47

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vlt automationdrive fc 301Vlt automationdrive fc 302

Inhoudsopgave