verhelpen, bij voorkeur een
BMW Motorrad Partner.
ASC/DTC-zelfdiagnose
De gereedheid van het
BMW Motorrad ASC/DTC
wordt door de zelfdiagnose
gecontroleerd. De zelfdiagnose
vindt automatisch plaats na het
inschakelen van het contact.
Fase 1
Controle van de systeemcom-
ponenten bij stilstand.
knippert langzaam.
Fase 2
Controle van de voor diagnose
geschikte systeemcomponen-
ten tijdens het rijden.
knippert langzaam.
ASC/DTC-zelfdiagnose
beëindigd
Het ASC/DTC-controle- en
waarschuwingslampje gaat uit.
Opletten of alle
waarschuwings- en controle-
lampjes worden weergegeven.
ASC/DTC-zelfdiagnose
niet voltooid
ASC/DTC is niet beschikbaar,
omdat de zelfdiagnose niet is
afgesloten. (Voor de controle
van de wieltoerentalsensoren
moet de motorfiets een mini-
mumsnelheid bereiken: 5 km/
h)
Indien na het afsluiten van de
ASC/DTC-zelfdiagnose een ASC/
DTC-storing wordt weergegeven:
Verder rijden mogelijk. Houd er
rekening mee dat geen ASC/
DTC-functie ter beschikking
staat.
Storingen zo snel mogelijk
door een specialist laten
verhelpen, bij voorkeur een
BMW Motorrad Partner.
Inrijden
Motor
Tot de eerste inrijcontrole veel-
vuldig met wisselende belasting
en toerentallen rijden, langdurig
rijden met constante toerental-
len vermijden.
Kies indien mogelijk bochtige
en licht geaccidenteerde we-
gen.
Inrijtoerentallen in acht nemen.
Inrijtoerentallen
-1
<5000 min
(Kilometerstand
0...1000 km)
geen vollast (Kilometerstand
0...1000 km)
6
95
z