De toets 1 opnieuw indrukken,
om de LED-verstralers uit te
schakelen.
Dagrijlicht
SU
met dagrijlicht
Handmatig dagrijlicht
Voorwaarde
Dagrijlichtautomaat is uitgescha-
keld.
WAARSCHUWING
Inschakelen van het dagrij-
licht in het donker.
Slechter zicht en verblinden van
tegenliggers.
Dagrijlicht niet in het donker
gebruiken.
OPMERKING
Het dagrijlicht kan in vergelijking
met het dimlicht beter worden
waargenomen door het tege-
moetkomend verkeer. Daar-
door verbetert de zichtbaarheid
overdag.
Motor starten (
93).
De toets 2 zo vaak kort indruk-
SETUP
ken, tot het
wordt weergegeven.
De toets 2 ingedrukt houden,
SETUP
om het
-menu op te
roepen.
De toets 2 zo vaak kort indruk-
Auto. DRL
ken, tot
weergegeven.
De toets 3 indrukken om het
automatisch dagrijlicht op
te schakelen.
De toets 1 indrukken, om het
dagrijlicht in te schakelen.
Het symbool wordt op het
display weergegeven.
Het dimlicht, het voorste stads-
licht en de extra koplampen
worden uitgeschakeld.
In het donker of in tunnels: De
toets 1 opnieuw indrukken om
het dagrijlicht uit en om het
dimlicht en het voorste stads-
licht in te schakelen. Daarbij
-menu
worden de extra koplampen
opnieuw ingeschakeld.
OPMERKING
Als bij ingeschakeld dagrijlicht
het grootlicht wordt ingeschakeld,
wordt
wordt het dagrijlicht na ca. 2 se-
conden uitgeschakeld en wordt
het grootlicht, het dimlicht en het
4
OFF
57
z