Tankdopklep 2 openklappen.
De tankdop met de contact-
sleutel 1 ontgrendelen en op-
klappen.
De tank slechts tot aan de on-
derzijde van de vulpijp vullen.
Als wordt getankt nadat
het peil onder de reser-
vehoeveelheid is gedaald, moet
de hoeveelheid brandstof na het
tanken groter zijn dan de reser-
vehoeveelheid om het nieuwe
peil te kunnen herkennen en het
brandstofwaarschuwingslampje
uit te schakelen.
De in de technische ge-
gevens aangegeven "nut-
tige hoeveelheid te vullen brand-
stof" is de hoeveelheid brand-
stof waarmee de tank kan wor-
den gevuld wanneer de tank
leeggereden is, dus wanneer de
motor door brandstofgebrek is
uitgegaan.
Nuttige tankinhoud
Circa 30 l
Reservehoeveelheid
Circa 4 l
Tankdop krachtig aandrukken
en sluiten.
Sleutel verwijderen en klepje
sluiten.
Motorfiets voor
transport bevestigen
Alle onderdelen waar spanban-
den langs worden geleid tegen
krassen beschermen, bijvoor-
beeld met tape of zachte lap-
pen.
5
91
z