De demping wordt in het multi-
functionele display in het bereik
van 1 aangeduid, de veervoor-
spanning in het bereik 2.
De weergave wordt na korte
tijd automatisch weer verbor-
gen.
Rijwielgedeelte instellen
Contact inschakelen (
De toets 1 kort indrukken om
de actuele instelling te laten
weergeven.
Om de demping in te stellen:
De toets 1 zo vaak indrukken,
tot gewenste toestand rijmodus
naast de selectiepijl staat.
De demping kan tijdens het
rijden worden ingesteld.
44).
De volgende instellingen zijn mo-
gelijk:
SOFT
: comfortabele demping
NORMAL
: normale demping
HARD
: sportieve demping
SU
met rijmodi Pro
In de modi ENDURO en
ENDURO PRO zijn maar twee
instellingen mogelijk:
SOFT
: comfortabele demping
HARD
: sportieve demping
Om de veervoorspanning in te
stellen:
Motor starten (
84).
De toets 1 zo vaak indrukken
totdat de gewenste instelling
wordt weergegeven.
De veervoorspanning kan
niet tijdens het rijden wor-
den ingesteld.
De volgende instellingen zijn mo-
gelijk:
Solo
Solo met bagage
4
71
z