Om de veervoorspanning
te verhogen, stelknop 1 in
de richting van de pijl HIGH
draaien.
Basisinstelling veervoor-
spanning achter
zonder Dynamic ESA
Stelknop tot de aanslag in
de richting van de pijl LOW
draaien (Sologebruik zonder
belading)
Stelknop tot de aanslag in
de richting van de pijl LOW
draaien, vervolgens 15 om-
wentelingen in de richting
HIGH (Sologebruik met be-
lading)
Stelknop tot de aanslag in
de richting van de pijl LOW
draaien, vervolgens 30 om-
wentelingen in de richting
HIGH (Duorit en lading)
Demping
Instelling
De demping moet aan de veer-
voorspanning en de wegomstan-
digheden worden aangepast.
Een oneffen wegdek vereist
een soepelere demping dan
SU
een effen wegdek.
Een verhoging van de veer-
voorspanning vereist een stug-
gere demping, een verlaging
van de veervoorspanning een
zachtere demping.
Demping achterwiel
instellen
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Instellen van de demping van
de linker voertuigzijde uitvoe-
ren.
Stelknop 1 rechtsom draaien,
om de demping stugger te ma-
ken.
Stelknop 1 linksom draaien,
om de demping soepeler te
maken.
Basisinstelling achter-
wieldemping
zonder Dynamic ESA
Stelknop tot de aanslag
rechtsom draaien, dan 8
klikken linksom draaien
(Sologebruik zonder belading)
4
69
z
SU