Bandenspanning buiten
de toelaatbare tolerantie
met bandenspanningscontrole
SU
(RDC)
Het algemene waarschu-
wingslampje knippert rood.
Het bandsymbool met een
of twee pijlen wordt weer-
gegeven. Bovendien knippert de
kritische bandenspanning.
Een bandenspanning buiten
de toegestane tolerantie
verslechtert de rijeigenschappen
van de motorfiets.
Rijstijl overeenkomstig
aanpassen.
De pijl naar boven wijst op een
probleem met de vuldruk aan het
voorwiel, de pijl naar beneden
wijst op een probleem met de
vuldruk aan het achterwiel.
Mogelijke oorzaak:
Bandenspanning buiten de toe-
laatbare tolerantie.
Banden op beschadigingen en
bruikbaarheid controleren.
Als de banden nog bruikbaar zijn:
Bij de eerstvolgende gelegen-
heid de bandenspanning corri-
geren.
Zie voor het aanpassen
van de bandenspanning
de informatie over temperatuur-
compensatie en bandenspan-
ningsaanpassing in het hoofdstuk
"Techniek in detail".
In de terreinmodus kan de
RDC-waarschuwingsmel-
ding worden gedeactiveerd.
De banden bij een specialist
laten controleren, bij voorkeur
bij een BMW Motorrad Partner.
Bij onzekerheid over de bruik-
baarheid van de banden:
Niet verder rijden.
Pechdienst informeren.
Sensor defect of
systeemstoring
met bandenspanningscontrole
SU
(RDC)
Het algemene waarschu-
wingslampje brandt geel.
Het bandsymbool met een
of twee pijlen wordt weer-
gegeven.
--
-- --
"
" of "
" wordt weerge-
geven.
Mogelijke oorzaak:
Er zijn wielen zonder RDC-sen-
soren gemonteerd.
De set wielen laten voorzien
van RDC-sensoren.
Mogelijke oorzaak:
Een of twee RDC-sensoren zijn
uitgevallen of er is een systeem-
storing aanwezig.
De storing bij een specialist
laten controleren, bij voorkeur
een BMW Motorrad Partner.
3
33
z