4
52
De toets 2 telkens kort indruk-
ken, om naar het volgende me-
z
nupunt te gaan.
Op de bovenste displayregel 3
wordt het menupunt weerge-
geven.
Op de onderste displayregel 4
wordt de afgestelde waarde
weergegeven. U kunt de vol-
gende waarden instellen.
TOP
: De waarde wordt op de
bovenste displayregel weerge-
geven.
BELOW
: De waarde wordt op
de onderste displayregel weer-
gegeven.
BOTH
: De waarde wordt op
beide displayregels weergege-
ven.
OFF
: De waarde wordt niet
weergegeven.
De toets 1 kort indrukken, om
de afgestelde waarde te veran-
deren.
U kunt de volgende menupunten
selecteren, tussen haakjes staat
de fabrieksinstelling vermeld. En-
kele menupunten worden alleen
weergegeven als de betreffende
speciale uitvoering aanwezig is.
ODO
: totaal aantal kilometers
TOP
OFF
(
, de instelling
mogelijk)
TRIP 1
: dagkilometerteller 1
TOP
(
)
TRIP 2
: dagkilometerteller 2
TOP
(
)
TRIP A
: automatische dagki-
TOP
lometerteller (
)
EXTEMP
: buitentemperatuur
BELOW
(
)
ENGTMP
: motortemperatuur
BELOW
(
)
RANGE
: actieradius (
CONS R
: gemiddeld verbruik
ter berekening van de actiera-
OFF
dius (
)
CONS 1
: gemiddeld verbruik
BELOW
1 (
)
CONS 2
: gemiddeld verbruik
BELOW
2 (
)
CONS C
: momenteel brand-
stofverbruik (
ØSPEED
: gemiddelde snel-
BELOW
heid (
SPEED
: momentele snelheid
is niet
TOP
(
)
RDC
: bandenspanningen (
LOW
)
VOLTGE
: boordnetspanning
BELOW
(
)
ALTIME
: stopwatch totale tijd
BELOW
(
)
RDTIME
: stopwatch rijtijd
BELOW
(
)
DATE
: datum (
TOP
)
TOP
)
)
BE-
BELOW
)