Snelheidsregeling
uitschakelen
Remmen, koppeling of gashen-
del (gas tot voorbij de ruststand
terugnemen) bedienen om de
snelheidsregeling uit te schake-
len.
Controlelamp voor snelheidsre-
geling dooft.
Eerdere snelheid weer
aannemen
Toets 1 kort naar achteren
drukken om de opgeslagen
snelheid weer te hervatten.
OPMERKING
Bij gas geven wordt de snel-
heidsregeling niet uitgeschakeld.
Als de gashendel wordt losge-
laten loopt de snelheid slechts
terug tot de opgeslagen waarde,
ook als eigenlijk een verdere ver-
laging van de snelheid de bedoe-
ling was.
Controlelamp voor snel-
heidsregeling brandt.
Snelheidsregeling
uitschakelen
Schakelaar 1 naar links schui-
ven.
Systeem uitgeschakeld.
Toets 2 is geblokkeerd.
4
91
z