Als de toets 1 iets langer naar
4
rechts of links is gedrukt, schake-
len de knipperlichten alleen nog
76
automatisch na het bereiken van
het snelheidsafhankelijke traject
uit.
Antiblokkeersysteem
(ABS)
ABS-functie uitschakelen
z
Contact inschakelen (
OPMERKING
De ABS-functie kan ook
tijdens het rijden worden
uitgeschakeld.
Toets 1 ingedrukt houden tot
de weergave van het ABS-
62).
controle- en waarschuwings-
lampje verandert.
Meteen na indrukken van de
toets 1 worden de huidige
ASC⁄DTC-systeemtoestand
en ABS-systeemtoestand ON
weergegeven.
Eerst verandert de weergave
van het ASC-controle-
en waarschuwingslampje.
Toets 1 ingedrukt houden
tot het ABS-controle- en
waarschuwingslampje reageert.
In dit geval wordt de ASC⁄DTC-
instelling niet gewijzigd.
ABS-controle- en waar-
schuwingslampje brandt.
Mogelijke ABS-systeemtoestand
OFF! wordt weergegeven.
Toets 1 na het omschakelen
van de ABS-systeemtoestand
loslaten.
ASC⁄DTC-systeemtoestand blijft
ongewijzigd en de nieuwe ABS-
systeemtoestand OFF! wordt ge-
durende korte tijd weergegeven.
ABS-controle- en waar-
schuwingslampje blijft bran-
den.
De ABS-functie is uitgescha-
keld.
De integrale functie blijft actief.
SU
zonder rijmodi Pro
De functie van de Hill Start
Control blijft actief.