OPMERKING
De verstralers zijn als mistlampen
toegelaten en mogen alleen bij
slechte weersomstandigheden
worden gebruikt. Het landspeci-
fieke wegenverkeersreglement in
acht nemen.
Motor starten (
143).
Toets 1 indrukken om de ver-
stralers in te schakelen.
Het controlelampje voor de
extra verstraler brandt.
Toets 1 opnieuw indrukken om
de verstralers uit te schakelen.
Dagrijlicht
met dagrijlicht
SU
Handmatig dagrijlicht
Voorwaarde
Dagrijlichtautomaat is uitgescha-
keld.
WAARSCHUWING
Inschakelen van het dagrij-
licht in het donker.
Gevaar voor ongevallen
Dagrijlicht niet in het donker
gebruiken.
OPMERKING
Het dagrijlicht kan in vergelijking
met het dimlicht beter worden
waargenomen door het tege-
moetkomend verkeer. Daar-
door verbetert de zichtbaarheid
overdag.
Motor starten (
143).
In het menu Instellingen,
Voertuiginstellingen,
Verlichting de functie Au-
tomat. dagrijlicht uit-
schakelen.
Toets 1 indrukken om het dag-
rijlicht in te schakelen.
Het controlelampje voor het
dagrijlicht licht op.
Het dimlicht en het voorste
stadslicht worden uitgescha-
keld.
In het donker of in tunnels:
toets 1 opnieuw indrukken om
het dagrijlicht uit te schake-
4
73
z