Snelheid in geheugen
4
opslaan
90
z
Toets 1 kort naar voren druk-
ken.
Afstelgebied van de
snelheidsregeling (af-
hankelijk van de versnelling)
20...210 km/h
Controlelamp voor snel-
heidsregeling brandt.
De actuele snelheid wordt aan-
gehouden en in het geheugen
opgeslagen.
Accelereren
Toets 1 kort naar voren druk-
ken.
De snelheid wordt bij iedere
bediening met 1 km/h ver-
hoogd.
Toets 1 naar voren gedrukt
houden.
De snelheid wordt traploos ver-
hoogd.
Als toets 1 niet meer wordt
ingedrukt, wordt de bereikte
snelheid aangehouden en op-
geslagen.
Snelheid verlagen
Toets 1 kort naar achteren
drukken.
De snelheid wordt bij iedere
bediening met 1 km/h verlaagd.
Toets 1 naar achteren gedrukt
houden.
De snelheid wordt traploos ver-
laagd.
Als toets 1 niet meer wordt
ingedrukt, wordt de bereikte
snelheid aangehouden en op-
geslagen.