4
Als het ABS-controle-
en waarschuwingslampje
na het uit- en inschakelen van
78
het contact en het vervolgens
rijden boven de minimumsnel-
heid blijft branden, is er sprake
van een ABS-storing.
min 10 km/h
met rijmodi Pro
z
Als de codeerstekker is uitge-
bouwd, kan als alternatief ook
het contact weer uit- en inge-
schakeld worden.
Automatische
stabiliteitscontrole
(ASC)
ASC-functie uitschakelen
zonder rijmodi Pro
Contact inschakelen (
De ASC-functie kan ook onder-
weg worden uitgeschakeld.
SU
Toets 1 ingedrukt houden tot
de weergave van het ASC-
controle- en waarschuwings-
lampje verandert.
Meteen na indrukken van de
toets 1 worden de ASC-sys-
teemtoestand ON en de huidige
SU
ABS-systeemtoestand weerge-
62).
geven.
OPMERKING
ASC-controle- en waar-
schuwingslampje brandt.
Mogelijke ASC-systeemtoestand
OFF! wordt weergegeven.
Toets 1 na het omschakelen
van de ASC-systeemtoestand
loslaten.
De nieuwe ASC-systeemtoe-
stand OFF! wordt gedurende
korte tijd weergegeven. De ABS-
systeemtoestand blijft ongewij-
zigd.
ASC-controle- en waar-
schuwingslampje blijft bran-
den.
De ASC-functie is uitgescha-
keld.
ASC-functie inschakelen
SU
zonder rijmodi Pro