Pas na de omschakeling van de
rijmodus wordt het selectiemenu
op het display gesloten.
Dynamic Brake Control
met rijmodi Pro
SU
Functie van de
Dynamic Brake Control
OPMERKING
De functie Dynamic Brake
Control is in alle rijmodi behalve
Enduro PRO actief als het ABS
ingeschakeld is.
De functie van de
Dynamic Brake Control
ondersteunt de bestuurder bij
een noodstop.
Herkenning van een
noodstop
Het systeem herkent een
noodstop als de voorrem snel
en krachtig wordt bediend.
Gedrag bij een noodstop
Als er bij een snelheid van
meer dan 10 km/h een nood-
stop wordt uitgevoerd, werkt
behalve de ABS-functie de
Dynamic Brake Control.
Bij gedeeltelijk remmen met
hoge remdrukgradiënten ver-
hoogt de Dynamic Brake Con-
trol de integrale remdruk op
het achterwiel. De remweg
wordt korter en er kan gecon-
troleerd worden geremd.
Gedrag bij onbedoeld
bedienen van de gashendel
Als bij een noodstop
onbedoeld de gashendel
wordt bediend (hendelstand
> 5%), wordt de eigenlijk
geactiveerde remwerking door
de Dynamic Brake Control
gewaarborgd door het gas te
sluiten. De werking van de
noodstop wordt gewaarborgd.
Als tijdens de ingreep van de
Dynamic Brake Control het
gas wordt gesloten (gashen-
delstand < 5%), wordt het
door het ABS-remsysteem ge-
vraagde motorkoppel hersteld.
Als de noodstop wordt be-
ëindigd en de gashandel nog
steeds bediend is, regelt de
Dynamic Brake Control het
motorkoppel gecontroleerd te-
rug naar de bestuurderswens.
OPMERKING
Bij het uitschakelen van het ABS
wordt tegelijkertijd de functie
van de Dynamic Brake Control
uitgeschakeld.
8
169
z