dieningsfocus opnieuw wordt
5
gewijzigd.
Navigatiesysteem bedienen
130
(
244)
Weergaven
systeemtoestand
De systeemtoestand wordt in het
onderste gedeelte van het menu
weergegeven als er een functie
in- of uitgeschakeld is.
z
Voorbeelden voor
de betekenis van de
systeemtoestanden:
Systeemtoestand 1: ASC/
DTC-functie is ingeschakeld.
Systeemtoestand 2: ABS-func-
tie is uitgeschakeld.
Weergave voor
statusregel
bestuurdersinformatie
wijzigen
Voorwaarde
De motorfiets staat stil. De weer-
gave Pure Ride wordt weergege-
ven.
Contact inschakelen (
Op het TFT-display wordt alle
informatie die voor het gebruik
op de openbare weg nodig is
door de boordcomputer be-
schikbaar gesteld. De informa-
tie kan in de bovenste statusre-
gel worden weergegeven.
met bandenspanningscontrole
(RDC)
SU
Daarnaast kan er ook informatie
van de bandenspanningscon-
trole worden weergegeven.
Inhoud van de statusregel be-
stuurdersinformatie selecteren
(
131).
80).
Toets 1 lang indrukken om de
weergave Pure Ride weer te
geven.
Toets 1 telkens kort indrukken
om de waarde in de bovenste
statusregel 2 te selecteren.
De volgende waarden kunnen
worden weergegeven:
Kilometerteller Totaal
Dagteller 1 Actueel
Dagteller 2 Actueel
Momenteel verbruik Verbruik