Advertenties
controle- en waarschuwings-
lampje verandert.
SU
met Connectivity
Direct na het indrukken van
de toets 1 worden de huidige
ASC⁄DTC-systeemtoestand en
de ABS-systeemtoestand OFF!
weergegeven.
ABS-controle- en waar-
schuwingslampje dooft, bij
een niet afgesloten zelfdiagnose
gaat dit knipperen.
SU
met Connectivity
Mogelijke ABS-systeemtoestand
ON wordt weergegeven.
Toets 1 na het omschakelen
van de ABS-systeemtoestand
loslaten.
ABS-controle- en waar-
schuwingslampje blijft uit
resp. knippert verder.
SU
met Connectivity
De ASC⁄DTC-systeemtoe-
stand blijft onveranderd en de
nieuwe ABS-systeemtoestand ON
wordt kort weergegeven.
De ABS-functie is ingescha-
keld.
Als alternatief kan ook het con-
tact weer worden uit- en inge-
schakeld.
Als het ABS-controle-
en waarschuwingslampje
na het uit- en inschakelen van
het contact en het vervolgens
rijden boven de minimumsnel-
heid blijft branden, is er sprake
van een ABS-storing.
min 10 km/h
SU
met rijmodi Pro
Als de codeerstekker niet is
aangebracht, kan als alternatief
ook het contact weer worden
uit- en ingeschakeld.
Automatische
stabiliteitscontrole
(ASC)
ASC-functie uitschakelen
zonder rijmodi Pro
SU
Contact inschakelen (
OPMERKING
De ASC-functie kan ook
tijdens het rijden worden
uitgeschakeld.
Toets 1 ingedrukt houden tot
de weergave van het ASC-
4
103
80).
z
Advertenties
