Voordat u gaat rijden
Stuurwiel en stuurkolom
Elektrische stuurverstelling
WAARSCHUWING: Stel de stand van
het stuurwiel alleen af wanneer het
voertuig stilstaat. U hebt mogelijk
geen overzicht over de weg- en
verkeersomstandigheden. Dit kan
ertoe leiden dat u de controle over
het voertuig verliest, wat tot een
ongeval kan leiden.
De stand van het stuurwiel kan worden afgesteld
op de hoogte en de reikwijdte met behulp van
de stuurkolomschakelaar wanneer het voertuig
in een actieve modus staat, zie Elektrische status
van de auto, pagina 2.04.
De stuurkolomschakelaar bevindt zich aan de
linkerkant van de stuurkolom.
1.
Hoogte: Omhoog
2.
Hoogte: Omlaag
3.
Bereik: Verder weg
4.
Bereik: Dichterbij
Door de stuurkolomschakelaar in de richtingen
(1) en (2) te bewegen, wordt de hoogte van het
stuurwiel aangepast, waardoor de stand van het
stuurwiel omhoog of omlaag gaat.
Door de stuurkolomschakelaar in de richtingen
(3) en (4) te bewegen, wordt de afstand tot het
stuurwiel aangepast, waardoor dit dichterbij of
verder weg wordt gezet.
OPMERKING: Met de
stuurkolomschakelaar kan het stuurwiel
slechts in één richting tegelijk worden
versteld.
Plaats het stuurwiel met de
stuurkolomschakelaar zodanig dat:
uw armen enigszins zijn gebogen wanneer
u het stuur vasthoudt.
u uw benen vrij kunt bewegen.
u alle informatie op het Bestuurdersdisplay
duidelijk kunt zien.
Automatische stuurverstelling
Als uw voertuig is uitgerust met elektrische
stoelen, wordt de elektrische stuurwielstand
opgeslagen wanneer de stoel- en spiegelstanden
worden opgeslagen. Zie Een geheugenpositie
opslaan, pagina 1.32.
WAARSCHUWING: Houd uw handen
uit de buurt van het stuur en de
stuurkolom terwijl het stuurwiel
beweegt.
OPMERKING: Automatische bewegingen
kunnen worden geannuleerd met elke
invoer van de stuurkolomschakelaar.
1.37