Advertenties
Onderhoud van uw McLaren
Wielen en banden
Voorzorgsmaatregelen bij het rijden
Zorg er bij het parkeren van uw McLaren voor
dat de banden niet in contact komen met de
stoeprand of andere obstakels. Als het nodig is
om over stoepranden, bulten of kuilen te rijden,
rijd dan langzaam en benader het obstakel onder
een kleine hoek, anders kunnen de banden
beschadigd raken.
Let tijdens het rijden op trillingen, geluiden en
ongewone rijeigenschappen, zoals het naar één
kant trekken. Dit kan erop wijzen dat de banden
of wielen beschadigd zijn. Als u iets ongewoons
ervaart, verlaag dan uw snelheid en breng het
voertuig tot stilstand zodra u dit veilig kunt doen
om de banden en wielen op schade te
controleren. Als u geen tekenen van schade
aantreft, laat de banden en wielen dan
inspecteren bij uw McLaren-dealer.
6.42
Bandenspanningen
WAARSCHUWING: Een te hoge of te
lage bandenspanning heeft een
negatief effect op de actieve
veiligheid van het voertuig. Dit kan
ongevallen tot gevolg hebben.
Controleer regelmatig de spanning
van alle banden, vooral vóór lange
ritten, en corrigeer de spanning
indien nodig.
WAARSCHUWING: Als de spanning in
een band herhaaldelijk daalt,
controleert u de band op vreemde
voorwerpen of tekenen van lekken.
Controleer het ventiel op luchtlekken.
Zie Koude bandenspanning, pagina 7.09 voor de
bandenspanningen voor verschillende
gebruiksomstandigheden. Ze staan ook
afgedrukt op een label dat aan de tankvulklep is
bevestigd.
Als met het voertuig met hoge snelheden moet
worden gereden, moet de bandenspanning
worden gecontroleerd en zo nodig worden
aangepast.
OPMERKING: In sommige markten is het
bandenspanningslabel bevestigd aan
de onderkant van het
bestuurdersportier.
Advertenties
