Centrale display
Instellingen
Keyless Exit
Met Keyless Exit kunt u de auto vergrendelen en
het alarm inschakelen door simpelweg van het
voertuig weg te lopen. U hoeft de sleutelhouder
alleen maar op het lichaam of in een niet-metalen
houder, zoals een tas, bij u te dragen. U hoeft de
sleutelhouder niet tevoorschijn te halen of er
iets mee te doen. Het voertuig wordt vergrendeld
en het beveiligingssysteem wordt ingeschakeld
wanneer de sleutelhouder zich verder dan 5 m
van het voertuig bevindt. Zie Keyless Entry,
pagina 1.04.
Tik op Keyless exit (Verlaten zonder sleutel)
om deze functie in of uit te schakelen.
Automatische deurvergr.
Wanneer u het voertuig ontvangt, wordt de
automatische deurvergrendeling ingesteld op
On (Aan).
De portieren van het voertuig worden
automatisch vergrendeld wanneer het voertuig
wegrijdt.
Selecteer Off (Uit) om deze functie uit te
schakelen. De portieren blijven ontgrendeld na
wegrijden, tenzij ze handmatig worden
vergrendeld.
4.14
Portier ontgrendelen
Als Driver's door (Bestuurdersportier) is
geselecteerd, wordt alleen het
bestuurdersportier ontgrendeld wanneer het
voertuig wordt ontgrendeld met de
sleutelhouder of de portierknop.
Als Both doors (Beide portieren) is geselecteerd,
worden beide portieren ontgrendeld wanneer
het voertuig wordt ontgrendeld met de
sleutelhouder of de portierknop.
Alle sloten worden vergrendeld wanneer
bestuurdersportier of beide portieren wordt
geselecteerd.
Valet-modus
Als de valet-modus is ingeschakeld, is de snelheid
van de auto beperkt tot 55 km/h, wordt het
Active Dynamics Panel uitgeschakeld, blijft de
bagageruimte vergrendeld en verschijnt een
bevestigingsbericht op het Bestuurdersdisplay.
Als u de valet-modus wilt inschakelen, moet u
een pincode invoeren nadat u Valet-modus
instellenhebt geselecteerd.
Voer de viercijferige pincode in met het
toetsenblok op het scherm en tik op Enter om te
bevestigen. Een asterisk vervangt elk nummer
dat wordt ingevoerd.