Advertenties
Autogegevens en woordenlijst
Technische woordenlijst
Elektronische rem pre-fill-functie
Als het gaspedaal plotseling wordt losgelaten,
brengt de elektronische voorvulfunctie van de
remmen onmiddellijk de remblokken in contact
met de remschijven, waardoor sneller kan
worden geremd.
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC)
ESC bewaakt de rijstabiliteit en de tractie tussen
de banden en het wegdek.
Global Positioning System (gps)
Door middel van de juiste ontvangers leveren
satellietsignalen informatie over de geografische
positie van het voertuig. Deze signalen worden
vergeleken met een digitale kaart en worden
gebruikt om zowel de positie van het voertuig
als de routebegeleiding te bepalen.
Rijmodusknop
De rijmodusschakelaar beïnvloedt het Proactive
Chassis Control II-systeem.
Hill hold-functie
Hill Hold-regeling voorkomt terugkantelen bij
het wegrijden op een helling. Het remsysteem
remt automatisch tot het gaspedaal wordt
ingetrapt.
Ontsteking onderbroken
Ontstekingsonderbreking werkt tijdens
handmatig opschakelen in aandrijflijnmodus.
Wanneer wordt opgeroepen tot opschakelen bij
hard accelereren, wordt de ontsteking
onderbroken (afgesneden) in een bepaald aantal
motorcilinders. Dit verlaagt snel het motorkoppel
en het motortoerental, waardoor sneller kan
worden opgeschakeld.
Traagheidsdruk
Wanneer Non-Active is geselecteerd of in de
modus Track powertrain wanneer bij hoge
motortoerentallen en bij hard accelereren wordt
opgeroepen tot opschakelen, zorgt inertia push
voor een grotere acceleratie. Onder normale
rijomstandigheden worden de motor- en
transmissiesnelheden, buiten de traagheidsdruk
wanneer geen maximale prestaties nodig zijn,
uitgelijnd voor soepel en naadloos opschakelen.
Echter, met traagheidsdruk wordt de koppeling
die de volgende versnelling vasthoudt met
grotere kracht ingeschakeld en mag het
motortoerental niet volledig afnemen, waardoor
gebruik wordt gemaakt van de traagheid van de
interne draaiende massa's. Dit levert op zijn beurt
een koppelimpuls terwijl de versnelling wordt
ingeschakeld, wat de acceleratie en de prestaties
ten goede komt.
Keyless Entry
Met Keyless Entry kan de bestuurder het
voertuig ontgrendelen en het
beveiligingssysteem uitschakelen door het
portier te openen wanneer de sleutelhouder zich
binnen 1,2 m (3 ft 11 inch) van de portiersensors
bevindt.
7.15
Advertenties
