Voordat u gaat rijden
Openen en sluiten
2.
Trek aan de schakelaar en houd deze
ingedrukt totdat het dak volledig omhoog
(gesloten) staat. Als de schakelaar wordt
losgelaten, stopt het dak totdat de
schakelaar opnieuw wordt ingedrukt.
3.
Als de voertuigsnelheid hoger wordt dan
50 km/u terwijl het dak wordt bediend,
wordt de dakbediening gepauzeerd. Het
bericht 'Verlaag de voertuigsnelheid, laat
de knop los en druk opnieuw op de knop
voor bediening van het dak' verschijnt op
het Bestuurdersdisplay.
4.
Verlaag de rijsnelheid tot minder dan 50
km/u (31 mph) en laat de schakelaar los.
Het bericht "Ga door met de dakcyclus"
verschijnt op het Bestuurdersdisplay.
5.
Trek aan de schakelaar om door te gaan
met sluiten totdat het dak en de tonneau
volledig gesloten en vergrendeld zijn. De
ramen en het achterlichtglas gaan omhoog
naar de volledig gesloten stand. Een
hoorbare toon bevestigt dat de dakcyclus
voltooid is.
6.
Door de schakelaar ingedrukt te houden
nadat de dakcyclus is voltooid, gaan de
ramen en het achterlichtglas omhoog. Als
de schakelaar wordt losgelaten, stoppen
de ruiten en de achtergrondverlichting
totdat de schakelaar opnieuw wordt
ingedrukt.
Openen op afstand met de sleutelhouder
WAARSCHUWING: Plaats geen
voorwerpen tussen de bewegende
delen van het dak. Zorg ervoor dat
eventuele inzittenden of omstanders
tijdens het gebruik uit de buurt van
het dak zijn en zorg ervoor dat de
zichtlijn behouden blijft wanneer de
functie voor openen op afstand wordt
gebruikt. Het bedienen van het dak
kan persoonlijk letsel of schade aan
onderdelen veroorzaken.
1.19