Besturingselementen
Veiligheidssystemen voor het rijden
Elektronische stabiliteitsregeling
(ESC)
De elektronische stabiliteitsregeling (ESC)
bewaakt de rijstabiliteit en de tractie tussen de
banden en het wegdek.
De elektronische stabiliteitsregeling detecteert
wanneer een wiel doorslipt of het voertuig
begint te slippen en stabiliseert het voertuig door
afzonderlijke wielen af te remmen en/of het
motorvermogen te beperken. Dit helpt ook bij
het wegrijden op natte of gladde wegen en
stabiliseert het voertuig tijdens het remmen.
OPMERKING: De elektronische
stabiliteitsregeling werkt alleen goed
als er wielen met banden met de
aanbevolen specificatie worden
gebruikt.
De elektronische stabiliteitsregeling wordt
automatisch geactiveerd zodra de motor wordt
gestart.
2.36
WAARSCHUWING: Als het
waarschuwingslampje van de
elektronische stabiliteitsregeling
gaat branden, mag de elektronische
stabiliteitsregeling niet worden
uitgeschakeld. Pas uw rijstijl aan de
weg- en verkeersomstandigheden
aan.
Tractieregelsysteem
Het tractieregelsysteem is een integraal
onderdeel van de elektronische
stabiliteitsregeling.
Het tractieregelsysteem verlaagt het
motorkoppel om te voorkomen dat de wielen
doorslippen. Als extra interventie nodig is om het
doorslippen van de wielen te stoppen, zal het
voertuig de achterremmen afzonderlijk activeren.
Het tractieregelsysteem remt individuele
aandrijfwielen om te voorkomen dat ze
doorslippen. Dit betekent dat het voertuig ook
op een gladde ondergrond kan accelereren.
WAARSCHUWING: Het
tractieregelsysteem kan het risico op
een ongeval niet verminderen als u
te snel rijdt.
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC)
deactiveren
WAARSCHUWING: Als de
elektronische stabiliteitsregeling is
uitgeschakeld, neemt het risico op
slippen van het voertuig toe. Pas uw
rijstijl aan de weg- en
verkeersomstandigheden aan.
WAARSCHUWING: Schakel de
elektronische stabiliteitsregeling niet
uit, tenzij u op een circuit rijdt en de
rijomstandigheden geschikt zijn.
OPMERKING: Wanneer u de
elektronische stabiliteitsregeling
uitschakelt, gebeurt het volgende:
Het waarschuwingslampje '
branden
De elektronische stabiliteitsregeling
verbetert de rijstabiliteit niet langer
Het motorkoppel is niet langer beperkt
en de aandrijfwielen kunnen
doorslippen
Het antiblokkeersysteem blijft
ingeschakeld
' gaat
ESC UIT