Onderhoud van uw McLaren
Wielen en banden
WAARSCHUWING: Gevaar voor
ongevallen door verlies van contact
met het wegdek, controle over het
voertuig en remvermogen, leidend
tot ernstig persoonlijk letsel of de
dood. Door de verminderde
profieldiepte van de band bestaat er
een verhoogd risico op aquaplaning
op nat wegdek. Verminder de
snelheid aanzienlijk bij het rijden op
natte of met modder bedekte wegen.
OPMERKING: Breng iedereen die uw
auto gebruikt op de hoogte van deze
kenmerken en mogelijke effecten.
Wielen en banden inspecteren
Controleer de banden ten minste om de 7 dagen
op insnijdingen, gaatjes, scheuren, bobbels,
vervorming en barsten. Controleer de wielen op
ernstige corrosie. Beschadigde wielen kunnen
leiden tot verlies van de bandenspanning.
Controleer regelmatig de loopvlakdiepte van de
band en de staat van het loopvlak over de gehele
breedte van de band. Draai de voorwielen
volledig naar de aanslag om het binnenste
loopvlak te controleren.
Als het loopvlak tot 1,6 mm versleten is,
verschijnen de slijtage-indicatoren op het
oppervlak van het loopvlakpatroon, waardoor
een continue band van rubber over de breedte
van de band ontstaat. De banden moeten worden
vervangen zodra de slijtage-indicator zichtbaar
wordt, of eerder als de wetgeving voorschrijft
dat de banden moeten worden vervangen bij
een grotere loopvlakdiepte.
OPMERKING: Het wordt aanbevolen dat
u uw banden altijd laat vervangen door
uw McLaren-dealer. Op elk wiel is een
bandenspanningssensor aangesloten
op het ventiel van de band. Om schade
aan de sensor te voorkomen, moeten
de banden volgens de juiste procedure
worden vervangen.
WAARSCHUWING: De grip van de
banden neemt snel af op natte of
ijzige wegen, vooral wanneer de
loopvlakdiepte bijna bij het minimum
zit. U kunt de macht over het stuur
verliezen en een ongeval
veroorzaken door de verminderde
grip van de banden. Verlaag uw
snelheid en rijd voorzichtiger.
OPMERKING: Als de slijtage van het
loopvlak over de band ongelijk is of te
groot wordt, moet de wieluitlijning
worden gecontroleerd.
Controleer regelmatig de spanning van al uw
banden en corrigeer deze indien nodig, zie Koude
bandenspanning, pagina 7.09.
Alle wielen moeten zijn voorzien van een
ventieldop om het ventiel beschermen tegen vuil
en vocht.
6.41