Advertenties
Besturingselementen
Inrijden
Inrijden
Neem de volgende instructies voor het inrijden
in acht wanneer het voertuig nieuw is of als een
van deze onderdelen is vervangen.
Motor en versnellingsbak
Voor de eerste 1.000 km:
rijd met verschillende snelheden en
motortoerentallen.
rijd niet sneller dan de toegestane
maximumsnelheid of maximaal 240 km/u.
gebruik uw voertuig niet op een racebaan.
vermijd zware belasting van de motor
(rijden met volgas).
rijd niet met een motortoerental lager dan
2.000 t/min.
vermijd langdurig rijden met constante
snelheid en belasting.
vermijd het gebruik van kickdown.
schakel niet terug voor extra remmen op
de motor.
stop de motor niet binnen 2 minuten nadat
de motor met hoge snelheid en hoge
belasting heeft gedraaid.
2.52
laat de motor niet langer dan 10 minuten
stationair draaien.
Nadat u 1.000 km hebt gereden, kunt u geleidelijk
aan de volledige prestaties van het voertuig
gebruiken.
OPMERKING: Het niet in acht nemen van
de limieten voor de motor en de
versnellingsbak tijdens de inlooptijd kan
leiden tot voortijdige slijtage of schade.
OPMERKING: Deze instructies gelden
ook voor de eerste 1.000 km nadat de
motor of transmissie is vervangen.
MILIEU: Dit advies zal helpen het
brandstofverbruik te verbeteren en
moet ook na de inrijperiode als normale
rijpraktijk worden gebruikt.
Remmen
Nieuwe remmen vereisen een inbedding in de
eerste periode. Vermijd zware remsituaties
gedurende de eerste 1.000 km.
Normaal gebruik/weggebruik
Laat de motor opwarmen voordat u met
hoge motortoerentallen en hoge
belastingen rijdt. Beperk het
motortoerental tot 5.000 tpm tot de motor
de volledige bedrijfstemperatuur heeft
bereikt.
Stop de motor niet binnen 2 minuten nadat
de motor met hoge snelheid/hoge belasting
heeft gedraaid.
Laat de motor niet langer dan 10 minuten
stationair draaien.
Advertenties
