Comfort en gebruiksgemak
Klimaatregeling
Als u de luchtverdeling van het
klimaatregelingssysteem wilt wijzigen, raakt u
de gewenste knop aan. Hierdoor wordt het
systeem in de automatische ventilatormodus
gezet.
Als de aanjagersnelheid wordt aangepast terwijl
een automatische modus actief is, wordt
standaard de handmatige modus geselecteerd.
Raak de AUTO-knop opnieuw aan om een
automatische modus te activeren.
Indien nodig kunnen de systeeminstellingen
handmatig worden aangepast, zie Handmatige
modus, pagina 5.06.
Handmatige modus
Zie Snelheidsregeling van de aanjager, pagina
5.06 voor het handmatig instellen van de
aanjagersnelheid.
Zie Instellingen luchtverdeling, pagina 5.06 voor
het handmatig instellen van de luchtverdeling.
5.06
Snelheidsregeling van de aanjager
Als de aanjagersnelheid handmatig wordt
aangepast, schakelt het systeem over naar de
handmatige modus, waarin de aanjagersnelheid
kan worden ingesteld. De temperatuur en de
luchtverdeling worden echter nog steeds
automatisch geregeld.
Raak het ventilatorpictogram (1) aan om de
ventilatorsnelheid te verlagen en (2) om die naar
de gewenste stand te verhogen.
OPMERKING: Als u het
ventilatorpictogram
nogmaals
(1)
aanraakt, terwijl de ventilatorsnelheid
al op de minimumwaarde is ingesteld,
wordt de klimaatregeling uitgeschakeld.
Raak het ventilatorpictogram
om hem weer in te schakelen.
Als de automatische modus actief is, zal het
aanpassen van de aanjagersnelheid ertoe leiden
dat de AUTO-knop uitgaat.
Druk op de AUTO-knop om terug te keren naar
de automatische modus.
Instellingen luchtverdeling
aan
(2)