ONT‐
DOOIEN
Frietjes, dik
Aardappelpar‐
tjes / Aardappel‐
kroketjes
Rösties
Lasagne / Can‐
nelloni, vers
Lasagne / Can‐
nelloni, bevroren
Gebakken kaas
Kippenvleugels
11.18 Inmaken
Gebruik de functie Onderwarmte.
Gebruik alleen weckpotten van dezelfde
afmetingen.
Gebruik geen weckpotten met een draai- of
bajonetsluiting en metalen bakken.
Gebruik de eerste rekstand.
Zet niet meer dan zes weckflessen van 1 liter
op het bakrooster.
Vul de glazen potten gelijkmatig en sluit ze af
met een klem.
De potten mogen elkaar niet aanraken.
Doe ongeveer 1/2 liter water in de bakplaat
om voldoende vocht in de oven te geven.
Als de vloeistof in de weckpotten begint te
borrelen (na ca. 35 - 60 minuten bij
weckpotten van 1 liter), stop de oven of
verlaag de temperatuur tot 100 °C (raadpleeg
de tabel).
Stel de temperatuur in op 160 - 170 °C.
36
NEDERLANDS
(°C)
(min)
200 - 220
25 - 35
220 - 230
20 - 35
210 - 230
20 - 30
170 - 190
35 - 45
160 - 180
40 - 60
170 - 190
20 - 30
190 - 210
20 - 30
ZACHTE
VRUCHTEN
Aardbeien / Bosbessen /
Frambozen / Rijpe kruis‐
bessen
STEEN‐
(min)
Kooktijd
VRUCHTEN
tot het
sudderen
begint
Perziken /
35 - 45
Kweeperen /
Pruimen
GROEN‐
(min)
Kooktijd
TEN
tot het
sudderen
begint
Wortels
50 - 60
Komkommers
50 - 60
Gemengde
50 - 60
augurken
Kohlrabi / Erw‐
50 - 60
ten / Asperge
11.19 Drogen
Gebruik de tweede rekstand.
(°C)
Bonen
60 - 70
Paprika's
60 - 70
(min)
Kooktijd tot het
sudderen begint
35 - 45
(min)
Door blij‐
ven koken
op 100 °C
10 - 15
(min)
Door blij‐
ven koken
op 100 °C
5 - 10
-
5 - 10
15 - 20
(u)
6 - 8
5 - 6