AFTAKAS [102120404 - V1 - 10 July 2015]
BEDIENINGSELEMENTEN
1. Handrem
2. Standaard keuzehendel aftakasbediening
3. Hendel voor inschakeling 4 WD.
VIERWIELAANDRIJVING [101387226 - V1 - 10 November 2014]
MECHANISCH GEREGELDE VIERWIELAAN-
DRIJVING
GEBRUIK VAN DE VIERWIELAANDRIJVING
Voorwielaandrijving kan de grip van de tractor op het op-
pervlak vergroten; de voordelen hiervan zijn vooral waar-
neembaar bij werkzaamheden op een oneffen, modderig
of glad terrein, op omgeploegde grond of onder moeilijke
omstandigheden.
Inschakeling/uitschakeling van de voorwielaandrijving ge-
beurt door middel van hendel (1) wanneer de tractor lang-
zaam rijdt en bij voorkeur bij lage motortoerentallen.
Voer deze handeling niet uit onder spanning. Als deze
manoeuvre moeilijk blijkt te zijn terwijl de tractor rijdt in
een rechte lijn, waarbij u de hendel in de ingeschakelde
stand houdt, draai het stuurwiel dan een beetje in beide
richtingen totdat het bedieningsmechanisme wordt inge-
schakeld.
LET OP: Gebruik voorwielaandrijving niet op harde op-
pervlakken om voortijdige slijtage van de voorbanden te
voorkomen. Abnormale bandenslijtage kan ook door een
verkeerde bandenspanning worden veroorzaakt.
Om voorwielaandrijving in te schakelen, duwt u de hendel
(1) naar achteren.
In deze stand blijft de voorwielaandrijving permanent in-
geschakeld.
Om de voorwielaandrijving te ontkoppelen, duwt u de hen-
del naar voren.
3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-11
1
DSCN4018
1
DSCN4018