1, Klepbedieningshendels voor enkelwer-
kende of dubbelwerkende cilinders
Deze hendels kunnen worden gebruikt in twee standen of
in de centrale neutraalstand:
- vooruit = omlaag;
- achteruit = omhoog.
KLEPPEN MET ZWEEFSTAND (OPTIONEEL)
Uw tractor kan worden uitgerust met kleppen met een
zweefstand voor werktuigen waarvoor deze functie ver-
eist is.
Om de zweefstand te selecteren, duwt u de hendel van
de betreffende klep volledig vooruit, voorbij de eerste ar-
rêtering.
Een mechanische arrêtering houdt de hendel in de zweef-
stand.
Om de bedieningshendel uit de zweefstand te zetten, trekt
u hem in zijn ruststand.
REGELKLEPHENDELS VOOR ENKELWER-
KENDE OF DUBBELWERKENDE CILINDERS
MET UITSCHAKELING (niet voor alle mark-
ten)
Alle standen zijn beschikbaar in afb. 1 voor toepassingen
met uitschakelfunctie.
stand A = hendel (1) naar achteren (werktuig omlaag);
stand C = hendel (1) naar voren (werktuig omhoog);
Neutrale stand B en stand D zijn dezelfde als hierboven
uitgelegd.
Bij kleppen met automatische uitschakelfunctie keert de
hendel automatisch terug naar de neutrale stand (B) wan-
neer de hydraulische cilinder het einde van zijn slag heeft
bereikt.
Kleppen met automatische uitschakelfunctie zijn in de fa-
briek afgesteld op een druk van 120(+10/–0) bar.
Als een enkelwerkende klep wordt gebruikt, werkt het au-
tomatische terugkeermechanisme alleen tijdens het hef-
fen.
OPMERKING: Een arrêtering houdt de hendel in de gese-
lecteerde stand voor heffen of neerlaten tot de afstands-
cilinder het einde van de slag bereikt. Op dat punt keert
de bedieningshendel automatisch terug naar de neutrale
stand. Het is ook mogelijk om de hendel met de hand te-
rug te zetten in de neutrale stand. De hendel keert niet
automatisch terug vanuit de vlottende stand.
OPMERKING: Wanneer de klep wordt gebruikt voor en-
kele werking, werkt het automatische terugkeermecha-
nisme alleen tijdens het heffen.
6 - BEDIENING VOOR WERKZAAMHEDEN
6-18
3
TJ66-38
4
TJ66-39