Inhoudsopgave
Advertenties
Diverse bedieningselementen [101939640 - V3 - 10 July 2015]
Controleer de volgende onderdelen geregeld en neem
in het geval van afwijkingen contact op met uw NEW
HOLLAND dealer. Zorg eventueel voor vervanging van
beschadigde onderdelen:
• Kogelkoppen verbindingsstangen stuurinrichting: con-
troleer of de kogelkoppen geen speling hebben, of
de conische uiteinden in hun behuizing geblokkeerd
zijn en controleer bovendien of er geen vet uit de
beschermdeksel van de kogelgewrichten komt en of
de deksels zelf in goede conditie verkeren en geen
barsten vertonen;
• Flexibele slangen van de hydrostatische besturing: de
slangen mogen niet in elkaar gedrukt zijn, geen barsten
of zwellingen vertonen in het buitenste omhulsel en bo-
vendien mogen er geen oliesporen zijn tussen de slang
en het verbindingsstuk;
• Handremhendel: controleer of de vergrendeling stevig
en stabiel sluit.
WAARSCHUWINGSLICHTEN
Uw tractor beschikt over waarschuwingslampjes die u
op de hoogte houden van de toestand van uw tractor.
Enkele hiervan geven storingen aan die onmiddellijk
verholpen moeten worden, bijvoorbeeld peil van de
motorolie, remolie, koelvloeistof, ruitensproeiervloeistof,
verstopping luchtfilter, etc.
LET OP: a. Rook niet in de buurt van dieselbrandstof.
b. In geen geval mag benzine, alcohol of een mengsel
van diesel of alcohol worden toegevoegd aan de diesel,
aangezien dat het risico van brand of explosies aanzien-
lijk verhoogt. In een gesloten houder, zoals een jerrycan,
zijn gemengde brandstoffen explosiever dan zuivere ben-
zine. Maak geen gebruik van deze mengsels. Boven-
dien: mengsels van diesel en alcohol worden niet aanbe-
volen omdat deze het brandstofinspuitsysteem niet vol-
doende smeren.
c. Reinig de omgeving van het vulpunt. Zorg ervoor dat
het schoon wordt gehouden.
d. Vul de tank aan het eind van iedere dag om de vorming
van condensatie gedurende de nacht te beperken.
e. Verwijder nooit de dop en vul nooit brandstof bij terwijl
de motor draait.
f. Vul de brandstoftank nooit volledig. Laat ruimte voor
een toename van het volume.
g. Als u de originele tankdop verliest, vervang deze dan
door een originele vervangende dop en draai hem stevig
vast.
h. Veeg gemorste brandstof onmiddellijk op.
7 - ONDERHOUD
AANDACHTSPUNTEN VOOR HET MILIEU
Tijdens de garantieperiode mogen werkzaamheden aan
de brandstofpomp uitsluitend verricht worden door de
dealer bij u in de buurt.
Als de verzegeling op de toevoerpomp worden verwij-
derd, is de Fabrikant ontheven van alle aansprakelijkheid
voor wat de garantie betreft.
Motorkoelsysteem
Geadviseerd wordt om het koelmiddel eenmaal in de twee
jaar of 1200 bedrijfsuren (het moment dat het eerste be-
reikt wordt) te verversen.
Radiateur
Om ervoor te zorgen dat het koelcircuit efficiënt werkt,
moet u ervoor zorgen dat de ribben van de radiateur niet
zijn verstopt.
Reinig de ribben van de radiateur regelmatig, zelfs meer-
dere keren per dag als de omgeving waarin u werkt erg
stoffig is.
Banden
Monteer en demonteer de banden altijd in perfect schone
omstandigheden. Doe dit niet in de aarde.
Gebruik nooit vet als smeermiddel om het monteren of
verwijderen van banden te vergemakkelijken. Gebruik in
plaats daarvan een oplossing van zeep en water.
Bij het monteren van een nieuwe of gebruikte band, moet
u de band oppompen tot 3.5 bar (51 psi) om juiste posi-
tionering van de hiel te garanderen. Breng de spanning
vervolgens weer terug op de bedrijfswaarde.
BANDENSPANNING
De bandenspanningen worden vermeld in Deel 3.
De gegeven waarden kunnen afwijken, dit is afhankelijk
van de volgende factoren:
• Andere band, gemonteerd door de NEW HOLLAND
• Tractorballasttype
• Andere gebruiksomstandigheden etc.
De bandenfabrikant kan u meer informatie gegeven over
de meest geschikte waarden voor de bandenspanning.
7-4
Advertenties
Inhoudsopgave
