BEPALING OVER HET BEOOGD GEBRUIK [101845293 - V1 - 08
July 2015]
LET OP: Uw tractor werd ontworpen in overeenstemming
met de Europese richtlijnen met betrekking tot gezond-
heid- en veiligheidsrisico's; alhoewel de tractor zodanig
werd ontworpen dat alle mogelijke risico's tot het mini-
mum beperkt zijn, bent u verplicht alle veiligheidsstickers
Uw tractor werd ontworpen en gebouwd om te trekken, te dragen en een verscheidenheid aan gemonteerde of ge-
trokken werktuigen aan te drijven, dit alles binnen bepaalde fysieke limieten. De werksnelheid en prestatie kunnen
van een aantal verschillende parameters afhangen, bijvoorbeeld de weers- en terreincondities. Alhoewel de tractor
ontworpen is om in combinatie met verschillende werktuigen te werken, kunnen er een aantal combinaties van boven-
staande parameters zijn die een ernstige afname van de tractorprestatie en/of het gemonteerde of getrokken werktuig
in de hand werken. Als u merkt dat de prestaties afnemen, dient u contact op te nemen met uw dealer voor hulp.
Deze beschikt mogelijk over nuttige informatie over verbeteringen; ook is het mogelijk dat er een kit beschikbaar is
voor het verbeteren van de prestaties.
U dient de volgende voorzorgsmaatregelen nauwgezet
door te lezen en in acht te nemen:
• Gebruik de tractor niet voor andere doeleinden dan
waarvoor de fabrikant hem heeft bestemd, zoals in
deze handleiding is beschreven.
• Gebruik de tractor niet buiten de limieten voor wat be-
treft helling en stabiliteit van het terrein. Als de tractor
buiten deze limieten wordt gebruikt, kan hij kantelen of
omslaan. Neem de aanbevelingen uit deze handleiding
in acht
• Gebruik de tractor niet op hogere snelheden dan de be-
lasting en de omgeving toelaten. Nat terrein of andere
condities waarbij er weinig grip op de grond is kunnen
de remafstand langer maken of leiden tot instabiliteit
van het voertuig. Stem uw rijsnelheid altijd af op de be-
lasting van het voertuig en de eigenschappen van de
weg
• Gebruik de tractor niet nabij of op zachte oevers van
sloten en beken of oevers en bermen die zijn onder-
mijnd door knaagdieren. De tractor kan aan één kant
wegzakken en omrollen.
• Gebruik de tractor niet op instabiele brughoofden en
zwakke brugvloeren. Dergelijke constructies kunnen
instorten en de tractor zo doen omkantelen. Inspecteer
altijd de toestand en het draagvermogen van bruggen
en opritten voordat u er overheen rijdt.
• Gebruik geen gemonteerde werktuigen die niet bij de
tractor passen of die niet stevig bevestigd zijn. Derge-
lijke werktuigen verhogen de kans op omkantelen en
kunnen tegen de tractor aanslaan wanneer ze losra-
ken. Verzeker u ervan dat de afmetingen van de drie-
puntsverbindingen van zowel de tractor als het werktuig
bij elkaar passen, in overeenstemmen met de catego-
rieën die zijn vastgelegd in ISO 730. U ervan verzeke-
ren dat de afmetingen en de snelheid van de PTO-as
op de tractors passen bij die van het werktuig.
• Gebruik de machine niet in combinatie met werktuigen
zonder eerst de bij het werktuig geleverde specifieke
gebruikershandleiding te raadplegen. De machine is
een universeel hulpmiddel voor het dragen, trekken en
aandrijven van een verscheidenheid aan werktuigen.
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE
en labels zorgvuldig door te lezen, te begrijpen en in acht
te nemen en de informatie en voorschriften uit deze hand-
leiding in acht te nemen om alle mogelijke restrisico's te
voorkomen. Als u meer hulp nodig heeft, aarzel dan niet
om contact op te nemen met uw dealer.
Deze handleiding alleen kan u niet alle informatie ge-
ven die nodig is voor een veilig gebruik van de combi-
natie.
• Gebruik de machine niet gebruiken voor trekwerk in ge-
vallen waarin u niet weet of de lading zal meegeven,
bijvoorbeeld bij het trekken van boomstronken; als de
boomstronk niet meegeeft, kan de tractor omslaan.
• Houd er rekening mee dat het zwaartepunt van de ma-
chine hoger kan komen te liggen wanneer lasten op de
frontlader of driepuntshefinrichting worden geheven. In
dergelijke omstandigheden kan de machine eerder dan
verwacht omkantelen.
• Stap niet van de tractor af zonder de PTO uit te scha-
kelen, de transmissie in de parkeerstand of neutrale
stand te zetten en de parkeerrem te activeren, tenzij
er voor bepaalde werktuigen, bijvoorbeeld pompen of
houtversnipperaars, continu PTO bedrijf vereist is. Der-
gelijke werktuigen kunnen een noodstopinrichting op
het werktuig zelf hebben, aangezien de operator tijdens
het bedrijf bepaalde handelingen moet kunnen uitvoe-
ren. Maar andere werktuigen, ingeschakeld en aange-
dreven door de tractor, beschikken niet over geen an-
der middel om de vermogensoverbrenging te stoppen
dan de PTO koppeling van de tractor.
• U dient de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen te
nemen (bijv. hulp van een assistent) om altijd op de
hoogte te zijn van de eventuele aanwezigheid van
omstanders, zeker wanneer u manoeuvreert in nauwe
gebieden, bijvoorbeeld op het erf en in schuren.
Houd omstanders uit de buurt van de machine tijdens
het werk. Verzoek omstanders om het veld te verla-
ten. Er bestaat niet alleen het risico om onder de ma-
chine te komen, maar bepaalde op de machine ge-
monteerde werktuigen, zoals draaiende maaiers, kun-
nen voorwerpen wegslingeren en zo letsel veroorza-
ken. Stenen kunnen verder weggeslingerd worden dan
het gemaaide gewas. Let extra op wanneer u werkt
naast de openbare weg of voetpaden. Voorwerpen
kunnen tot buiten het veld worden weggeslingerd en
onbeschermde personen zoals fietsers of voetgangers
raken. Wacht met het oogsten aan de rand van het veld
tot de omgeving daarvan vrij is van omstanders.
2-24