WAARSCHUWING
Explosief gas!
Tijdens het opladen van accu's komen explosief waterstofgas en andere dampen vrij. Ventileer de
ruimte waarin het opladen plaatsvindt. Houd de accu uit de buurt van vonken, open vuur en andere
ontstekingsbronnen. Laad nooit een bevroren accu op.
Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
WAARSCHUWING
Accugassen kunnen exploderen!
Ga als volgt te werk om een explosie te voorkomen: 1. Koppel altijd eerst de minkabel (-) van de accu
los. 2. Sluit de minkabel (-) van de accu altijd als laatste aan. 3. Sluit de accupolen niet kort met metalen
voorwerpen. 4. Las, slijp en rook niet in de buurt van een accu.
Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
WAARSCHUWING
Accuzuur veroorzaakt brandwonden. Accu's bevatten zwavelzuur.
Vermijd contact met huid, ogen en kleding. Maatregel (uitwendig contact): spoel uit of af met water.
Maatregel (contact met ogen): spoel de ogen minstens 15 minuten lang met water en raadpleeg onmid-
dellijk een arts. Maatregel (inwendig): drink grote hoeveelheden water of melk. Wek geen braken op.
Raadpleeg onmiddellijk een arts.
Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
WAARSCHUWING
Brandgevaar!
Neem bij het werken met dieselbrandstof de volgende veiligheidsmaatregelen in acht:
1. Rook niet.
2. Vul de tank nooit terwijl de motor draait.
3. Veeg gemorste brandstof onmiddellijk op.
Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
WAARSCHUWING
Brandgevaar!
Voeg geen benzine, alcohol of gemengde brandstoffen toe aan diesel, behalve indien en voor zo ver
aanbevolen in deze handleiding. Combinaties van brandstoffen kunnen het brand- en explosiegevaar
vergroten.
Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
WAARSCHUWING
Brandstofdampen zijn explosief en brandbaar.
Rook niet terwijl u met brandstof werkt. Houd brandstof uit de buurt van vlammen en vonken. Schakel
de motor uit en neem de sleutel uit het contact voordat u servicewerkzaamheden uitvoert. Werk altijd
in een goed geventileerde omgeving. Veeg gemorste brandstof onmiddellijk op.
Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
M Gevaar op kantelen
Gebruik de tractor niet op hellingen of in condities waarin de limieten m.b.t. de veiligheid en stabiliteit, aangegeven
in Veiligheidsvoorschriften overschreden dreigen te worden. Als de tractor buiten deze limieten wordt gebruikt,
kan de tractor kantelen of omslaan. Neem de aanbevelingen uit deze handleiding in acht. Wees met name voor-
zichtig bij het heuvelafwaarts rijden met beladen tractor.
Rijd niet met de tractor op of in de buurt van de rand van greppels, kanalen, dijken of wallen, met grond die onstabiel
is of ondergraven door knaagdieren. De tractor kan aan één kant wegzakken en omrollen
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE
2-5
W0005A
W0011A
W0111A
W0099A
W0401A
W0904A