Wielen
Banden [101526268 - V1 - 11 November 2014]
BANDENSPANNING
Om de banden veilig en met lange levensduur te gebrui-
ken, is het van essentieel belang de volgende instructies
in acht te nemen.
• Zorg voor de juiste bandenspanning voor elke as en
voor het type band.
• Zorg dat de bandenspanning niet lager is dan voorge-
schreven, om oververhitting van de banden te voorko-
men. Dit kan leiden tot:
slijtage van banden;
slijtage van de hiel van de band;
interne schade;
onregelmatige slijtage en een korte levensduur.
• Vermijd een te hoge bandenspanning omdat ze hier-
door gevoeliger zijn voor beschadiging in geval van sto-
ten en, onder extreme omstandigheden, de velg kan
worden vervormd of de band kan barsten.
• Controleer de bandenspanning minimaal elke twee we-
ken, met name bij gebruik van vloeibare ballast. De
bandenspanning moet altijd gecontroleerd worden als
de banden koud zijn, want de spanning neemt tijdens
het gebruik toe als gevolg van de verhitting van de ban-
den.
Banden kunnen als 'koud' beschouwd worden wanneer
ze minstens een uur niet gebruikt werden, of wanneer
ze niet meer dan twee of drie kilometer hebben afge-
legd. Verlaag de bandenspanning nooit als de banden
warm zijn.
• Zorg er bij het controleren van de bandenspanning voor
dat er geen verontreinigingen achterblijven in het ven-
tiel of de ventieldop.
LET OP: De bandenspanning varieert afhankelijk van de
asbelasting.
BANDEN
GEBRUIK, ONDERHOUD EN VERVANGING
• Kies bij het vervangen van banden geschikte banden
voor het werkelijke gebruik van de tractor, rekening
6 - BEDIENING VOOR WERKZAAMHEDEN
6-28
houdend met de aanbevolen combinaties op pagina
6-30 .
• Overschrijd de op de banden aangegeven toegestane
belasting niet.
• Overschrijd de op de banden aangegeven snelheid
niet, omdat dit niet alleen oververhitting maar ook
voortijdige slijtage van de banden veroorzaakt.
1
BAIL12TD129
2
BAIL12TD130
3
BAIL12TD131