34
Sleutels, portieren en ruiten
de auto vergrendeld is, moet de elek‐
tronische sleutel zich binnen een
bereik van ongeveer 1 meter van de
achterklep buiten de auto bevinden.
Om de klep te sluiten, drukt u op
C in de achterklepopening tot de
achterklep begint te bewegen.
Bediening met de schakelaar aan de
binnenzijde van het
bestuurdersportier
Druk op C aan de binnenzijde van
het bestuurdersportier tot de achter‐
klep begint te openen of te sluiten.
Stoppen of van richting veranderen
Beweging van de achterklep onmid‐
dellijk stoppen:
● druk eenmaal op X van de elek‐
tronische sleutel, of
● druk op de knop onder de achter‐
kleplijst, of
● druk op C op de geopende
achterklep, of
● druk op C aan de binnenzijde
van het bestuurdersportier.
De bewegingsrichting wordt omge‐
draaid als u nogmaals op een van de
schakelaars drukt.
Gebruiksmodi
De elektrische achterklep heeft drie
gebruiksmodi die u met de schake‐
laar C in het bestuurdersportier
bedient. Draai aan de schakelaar om
de modus te veranderen: