● waarschuwing op-/terugschake‐
len
● inkomend gesprek
Waarschuwingen met een lagere
prioriteit kunnen worden teruggezet
door op G te drukken, waarschuwin‐
gen met een hoge prioriteit verschij‐
nen zo lang als het gevaar aanhoudt.
Bij systeemberichten of boordwaar‐
schuwingen is mogelijk onmiddellijke
actie vereist. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
De stand van het beeld van het
head-updisplay aanpassen
1. De bestuurdersstoel verstellen.
2. Start de motor.
3. Knop indrukken of optillen . om
het beeld te centreren. Het kan
alleen omhoog en omlaag worden
bijgesteld, niet zijwaarts.
9 Waarschuwing
Als het scherm van het head-
updisplay te helder is of te hoog in
uw gezichtsveld staat, kan dit uw
Instrumenten en bedieningsorganen
zicht belemmeren als het buiten
donker is. Houd het scherm van
het head-updisplay gedimd en
laag in uw gezichtsveld geplaatst.
Helderheid aanpassen
Het beeld van het head-updisplay zal
ter compensatie van de omgevings‐
verlichting automatisch dimmen en
helderder worden. Zo nodig kunt u de
helderheid ook handmatig aanpas‐
sen:
Til & op en houd vast om het display
helderder te maken. Druk omlaag en
houd vast om het display te dimmen.
Afhankelijk van de hoek en de stand
van het zonlicht licht het beeld moge‐
lijk even op.
Rotatie aanpassen
Selecteer Opties/% in het hoofd‐
menu van het Driver Information
Center. Selecteer de submenupagina
Head-Up Display. Druk op é op het
stuurwiel om het aanpassingsdia‐
loogvenster te openen. Druk op ä of
å om de weergave rechtsom of
linksom te draaien. Druk op è om het
aanpassingsdialoogvenster af te slui‐
ten.
Uitschakelen
Houd & omlaag om het head-updis‐
play uit te schakelen.
Taal
U stelt de voorkeurstaal in het menu
Persoonlijke instellingen in 3 128.
Eenheden
U wijzigt de eenheden in het instellin‐
genmenu van het Driver Information
Center 3 115.
125