214
Rijden en bediening
Systeembeperkingen
Het systeem werkt mogelijk niet goed
in de volgende gevallen:
● de sensoren worden geblok‐
keerd door ijs, sneeuw, modder,
stickers, magneten, metalen
plaatjes of iets anders
● u rijdt in zware regenbuien
● de auto was betrokken bij een
aanrijding of als het gebied rond
de detectiesensor beschadigd of
niet goed gerepareerd is
Bij een storing in het systeem of als
het systeem door tijdelijke omstan‐
digheden niet operationeel is, dan
verschijnt er een melding in het Driver
Information Centre. De hulp van een
werkplaats inroepen.
Verkeersbordherkenning
Werking
De verkeersbordherkenning herkent
bepaalde borden via een frontcamera
en toont deze op het Driver Informa‐
tion Center.
Als de auto over een ingebouwd navi‐
gatiesysteem beschikt, kunnen er ook
verkeersborden van datakaarten zijn
opgenomen.
Verkeersborden die worden herkend,
zijn:
Borden met snelheidsbeperkingen en
verboden in te halen
● maximumsnelheid
● inhaalverbod
● einde maximumsnelheid
● einde inhaalverbod
Verkeersborden
Begin en einde van:
● stadsregio's (landspecifiek)
● snelwegen
● rijkswegen
● woonerven
Onderborden
● aanvullingen op verkeersborden
● verbod op trekken van aanhan‐
gers
● beperkingen voor trekkers
● bij natheid
● bij ijs
● tijdsbeperkingen
● afstandsbeperkingen
● richtingspijlen
Borden voor maximumsnelheid en
inhaalverbod worden getoond op het
Driver Information Center, tot het
volgende bord maximumsnelheid of
einde maximumsnelheid of als er
gedurende een bepaalde periode
geen ander bord wordt geconsta‐
teerd.