182
Rijden en bediening
Tour-modus
De tourmodus past de instellingen
van de systemen aan een comforta‐
bele rijstijl aan.
● De demping van de schokdem‐
pers wordt aangepast op meer
rijcomfort.
● Sturen kost minder kracht.
● Adaptieve cruise control wordt
aangepast voor een meer
ontspannen rijstijl.
Auto-modus
Alle instellingen van de systemen zijn
vooraf ingesteld op optimale stan‐
daardwaarden voor dagelijkse ritten
(standaardmodus). Dit is de volledig
adaptieve modus, waarbij systemen
afhankelijk van de rijstijl en de
verkeerssituatie worden aangepast
op zowel comfortabele als sportieve
instellingen.
Normale modus
Alle instellingen van de systemen zijn
vooraf ingesteld op optimale stan‐
daardwaarden voor dagelijkse ritten
(standaardmodus). Deze modus
houdt de standaardwaarden aan,
onafhankelijk van de rijstijl of
verkeerssituatie.
Adaptieve regeling rijmodus
Binnen elke handmatig geselec‐
teerde rijmodus sport, tour of normaal
detecteert en analyseert de regeling
rijmodus (DMC) continu de rijsituatie
en de rijstijl van de bestuurder. Zo
nodig past de DMC automatisch het
dempen en sturen voor de duur van
de betreffende situatie aan.
Als er bijvoorbeeld normale instellin‐
gen actief zijn in de Auto-modus en
DMC een sportief rijgedrag detec‐
teert, zet deze systemen automatisch
over op sportieve instellingen tenzij
de bestuurder sportief dempen of
sturen in de Aanpassen Sportmodus
deselecteert.
Als er anderzijds comfortinstellingen
actief zijn in de tourmodus actief
terwijl u op een bochtige weg rijdt en
plotseling krachtig moet remmen, dan
detecteert de DMC de dynamische
toestand van de auto en worden de
instellingen van de wielophanging
weer in de normale (standaard-)stand
gezet om de auto beter te stabilise‐
ren.
Wanneer het rijgedrag of de dynami‐
sche toestand van de auto weer als
voorheen worden, schakelt de over
op de instellingen die u oorspronkelijk
had geselecteerd.
Instellingen
De instellingen van rijmodi kunnen in
het menu Persoonlijke instellingen op
het Info-Display worden gewijzigd
3 128.