BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING
R: Achteruit
In deze stand kan het voertuig
achteruit rijden. De snelheid van
het voertuig is beperkt.
WAARSCHUWING
Voor u het voertuig in achteruit
schakelt, moet u nagaan of er
geen hindernissen of omstan-
ders achter het voertuig staan.
We raden u aan op uw ATV te
zitten bij rijden in achteruit. Sta
zo weinig mogelijk rechtop. Als
uw gewicht naar voren ver-
schuift en tegen de gashendel
komt, kunt u onverhoeds ver-
snellen.
N: Neutraal
In deze stand wordt de transmissie
ontgrendeld zodat het voertuig
manueel kan worden bewogen.
H: Hoge versnelling
Hiermee wordt het overbrengings-
mechanisme in een hoge versnel-
ling geschakeld. Dit is het toerental-
bereik voor normaal rijden. In deze
stand kan het voertuig zijn maxi-
mumsnelheid bereiken.
L: Lage versnelling
Hiermee wordt het overbrengings-
mechanisme in een lage versnelling
geschakeld. Dit is de werkstand. In
deze stand kan het voertuig traag
rijden met een maximale tractie en
vermogen.
OPMERKING: Schakel naar het la-
ge toerentalbereik om lasten te
trekken of een steile helling te be-
klimmen.
6) Dimlichtschakelaar
De dimschakelaar bevindt zich links
aan het stuur.
84
Deze schakelaar dient om de kop-
lamp te schakelen tussen het dim-
licht of grootlicht.
TYPISCH
1. Dimlichtschakelaar
2. Grootlicht
3. Dimlichten
7) Motorstopschakelaar
De motorstopschakelaar bevindt
zich links aan het stuur.
Deze schakelaar dient om de motor
stil te leggen en als noodstopknop.
Om de motor stil te leggen laat u
de gashendel helemaal los en zet
de motorstopschakelaar in de
STOP-stand.
OPMERKING: Hoewel de motor
kan worden stilgelegd door de
contactsleutel op UIT te draaien,
raden we u aan de motor uit te
schakelen door de motorstopscha-
kelaar in de STOP-stand te zetten.
TYPISCH
1. Motorstopschakelaar