Samenvatting van Inhoud voor BRP can-am OUTLANDER 1000 X mr 2014
Pagina 3
Gefeliciteerd met de aankoop van zichzelf of andere weggebruikers uw nieuwe Can-Am ATV. U ge- beter kunt beschermen tegen letsel niet de beperkte BRP-garantie en of dodelijke ongevallen. kunt steeds een beroep doen op Lees tevens alle veiligheidslabels een netwerk van erkende Can-Am...
Pagina 4
De informatie in dit document is correct op het ogenblik van publica- Duidt op een mogelijk gevaar tie. BRP voert echter een beleid dat, indien het niet wordt verme- van continue verbetering van zijn den, kan leiden tot ernstig letsel producten, zonder dat dit enige of zelfs de dood.
Pagina 5
INHOUDSOPGAVE VOORWOORD..................1 INFORMEER U VOOR U VERTREKT..........1 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN............2 INFO OVER DEZE GEBRUIKERSHANDLEIDING.......2 VEILIGHEIDSINFORMATIE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN............8 KOOLMONOXIDEVERGIFTIGING VERMIJDEN........8 BRANDSTOFBRANDEN EN ANDERE GEVAREN VERMIJDEN..8 BRANDWONDEN DOOR HETE ONDERDELEN VERMIJDEN..8 ACCESSOIRES EN AANPASSINGEN..........8 BIJZONDERE VEILIGHEIDSBERICHTEN..........9 RIJOPLEIDING.................11 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN............12 RIJDEN MET UW VOERTUIG..............38 INSPECTIE VOOR HET VERTREK............39 UITRUSTING..................41 HET IS VERBODEN EEN PASSAGIER TE VERVOEREN....42 LADING TRANSPORTEREN.............42...
Pagina 6
INHOUDSOPGAVE ZADEL....................74 BERGVAK ACHTERAAN..............75 BAGAGEREKKEN................75 TREKHAAK..................75 GEREEDSCHAPSSET...............76 LIER....................76 BEDIENINGSSCHAKELAAR LIER............76 KABELGELEIDER MET ROLLEN.............77 AFSTANDSBEDIENING LIER............77 AANSLUITING AFSTANDSBEDIENING LIER........77 ACS-COMPRESSOR................77 MULTIFUNCTIONELE METER (ANALOOG/DIGITAAL).....79 Beschrijving multifunctionele meter..........79 METER INSTELLEN.................81 BRANDSTOF..................83 VEREISTE BRANDSTOF..............83 TANKPROCEDURE................83 INRIJPERIODE..................85 GEBRUIK TIJDENS DE INRIJPERIODE..........85 BASISPROCEDURES................86 DE MOTOR STARTEN..............86 NAAR EEN ANDERE VERSNELLING SCHAKELEN......86 DE MOTOR UITZETTEN..............86 SPECIALE PROCEDURES..............87...
Pagina 7
RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN.....140 MELDINGEN ANALOGE/DIGITALE METER........144 GARANTIE INTERNATIONALE BEPERKTE GARANTIE VAN BRP: 2014 CAN- ATV..................148 BEPERKTE GARANTIE VAN BRP VOOR DE EUROPESE ECONOMI- SCHE RUIMTE, HET RUSSISCHE GEMENEBEST EN TURKIJE: 2014 CAN-AM ATV.................153 KLANTENINFORMATIE BESCHERMING VAN DE PRIVACY...........160...
Pagina 9
VEILIGHEIDSINFORMATIE VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 10
Laat het voertuig nooit draaien BRP zijn goedgekeurd. Omdat zul- op plekken buitenshuis waar de ke aanpassingen niet door BRP zijn uitlaatgassen langs openingen, getest, kan dit een verhoogd risico zoals vensters en deuren, een op ongevallen of letsel met zich gebouw kunnen binnendringen.
Pagina 11
BIJZONDERE VEILIGHEIDSBERICHTEN DIT VOERTUIG IS GEEN SPEELGOED EN HET GEBRUIK ERVAN HOUDT GEVAREN IN. Dit voertuig besturen is heel anders dan rijden met andere voertuigen. Een aanrijding of koprol is snel gebeurd als u de nodige voorzorgen niet neemt, zelfs tijdens routinemanoeuvres zoals keren, bergop of over hindernissen rijden.
Pagina 12
Controleer altijd of er geen hindernissen of mensen achter het voertuig staan, wanneer u achteruit rijdt. Rijd altijd traag achteruit. BRP raadt u aan op uw ATV te zitten bij het achteruitrijden. Sta zo weinig mogelijk rechtop. Als uw gewicht naar voren schuift tegen de gashendel kunt u onverhoeds versnellen en de controle verliezen.
Pagina 13
Voer nooit onoordeelkundige wijzigingen aan uw voertuig uit, bijvoor- beeld verkeerde installatie of toepassing van accessoires. Gebruik alleen door BRP goedgekeurde accessoires. Installeer NOOIT een passagiers- stoel en laat nooit een passagier plaatsnemen op de bagagedrager. Overschrijd nooit de aangegeven maximale lading van dit voertuig, in- clusief bestuurder, alle lading en bijkomende accessoires.
Pagina 14
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN De volgende waarschuwingen en de vorm waarin ze verschijnen zijn op- gelegd door de Amerikaanse United States Consumer Product Safety Commission en moeten worden opgenomen in de Gebruikershandleiding van alle ATV's. OPMERKING: De volgende illustraties zijn slechts algemene voorstellin- gen.
Pagina 15
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet-naleving van de leeftijdsaanbevelingen voor dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Wanneer deze leeftijdsaanbeveling niet wordt gerespecteerd, loopt de jonge bestuurder gevaar op ernstig letsel of zelfs de dood. Zelfs als een kind tot de leeftijdscategorie behoort waarvoor dit voertuig wordt aanbevolen, beschikt het niet altijd over de nodige vaardigheden en voldoende beoordelingsvermogen om veilig met dit voertuig te rijden.
Pagina 16
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Een passagier meenemen met dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Hierdoor wordt uw voertuig moeilijker bestuurbaar en raakt het sneller uit evenwicht. Dit kan tot een ongeluk leiden, waarbij u en/of uw passagier gewond raken. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Neem nooit een passagier mee.
Pagina 17
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met dit voertuig op verharde oppervlakken. WAT KAN ER GEBEUREN De banden zijn ontworpen voor offroad-gebruik en niet geschikt om op verharde wegen te rijden. Op een verharde weg verandert het rijgedrag van dit voertuig aanzienlijk, waardoor u de controle kunt verliezen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd nooit met dit voertuig op verharde oppervlakken, bijv.
Pagina 18
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Met dit voertuig op de openbare weg rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt botsen met een ander voertuig. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd nooit met dit voertuig op de openbare weg, zelfs als het een aarde- weg of kiezelpad betreft.
Pagina 19
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met dit voertuig zonder een goedgekeurde helm, oogbescherming en beschermende kledij te dragen. WAT KAN ER GEBEUREN De volgende punten gelden voor alle ATV-bestuurders: Wanneer u rijdt zonder goedgekeurde helm neemt het risico op een ernstig of zelfs dodelijk hoofdletsel bij een ongeval aanzienlijk toe.
Pagina 20
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Gebruik van dit voertuig als u onder invloed bent van drugs of alcohol. WAT KAN ER GEBEUREN Dit kan uw beoordelingsvermogen ernstig aantasten. Uw reactiesnelheid kan afnemen. Uw evenwicht en perceptie kunnen eronder lijden. U kunt een ernstig of dodelijk ongeluk krijgen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Gebruik dit voertuig nooit na drugs- of alcoholgebruik.
Pagina 21
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Te snel rijden met dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN De kans dat u de controle over uw voertuig verliest en een ongeluk heeft neemt toe. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Pas uw snelheid altijd aan aan het terrein, de zichtbaarheid, de rijomstan- digheden en uw ervaring.
Pagina 22
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden op twee wielen, springen en andere stunts. WAT KAN ER GEBEUREN Het risico dat u een ongeluk heeft, bijvoorbeeld kantelt, neemt toe. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Haal nooit stunts uit, zoals op twee wielen rijden of springen. Probeer niet op te scheppen.
Pagina 23
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden op bevroren waterwegen. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt zwaar of zelfs dodelijk letsel oplopen als u door het ijs breekt. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Begeef u nooit met dit voertuig op een bevroren oppervlak, tenzij u zeker weet dat het ijs dik en stevig genoeg is om het voertuig en zijn lading te dragen en bestand is tegen de kracht die een bewegend voertuig uitoefent.
Pagina 24
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Onvoldoende voorzichtig rijden op onbekend terrein. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt op verborgen rotsblokken, bulten of gaten stoten zonder voldoen- de tijd om te reageren. Uw voertuig kan kantelen of oncontroleerbaar worden. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd traag en wees extra voorzichtig wanneer u op onbekend terrein rijdt.
Pagina 25
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Onvoldoende voorzichtig rijden op zeer ruige, gladde of losse ondergrond. WAT KAN ER GEBEUREN Uw voertuig kan zijn grip verliezen en oncontroleerbaar worden. Dit kan leiden tot een ongeluk, bijvoorbeeld kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd nooit op te ruige, gladde of losse ondergrond, tot u de nodige vaar- digheid heeft verworven om uw voertuig onder controle te houden op dergelijk terrein.
Pagina 26
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd draaien. WAT KAN ER GEBEUREN Het voertuig kan onbestuurbaar worden en een aanrijding veroorzaken of kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg altijd de juiste procedures om te draaien, die u verder in deze Ge- bruikershandleiding vindt.
Pagina 27
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden op zeer steile hellingen. WAT KAN ER GEBEUREN Het voertuig kan sneller kantelen op zeer steile hellingen dan op vlakke ondergrond of lichte hellingen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Begeef u met dit voertuig nooit op hellingen die te steil zijn voor het voertuig of voor uw rijvaardigheid.
Pagina 28
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd bergop rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen of het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg altijd de juiste procedures om bergop te rijden, die u verder in deze Gebruikershandleiding vindt.
Pagina 29
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd bergaf rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen of het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg om bergaf te rijden altijd de juiste procedures die u verder in deze Gebruikershandleiding vindt.
Pagina 30
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd dwars op een helling rijden of keren op een helling. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen of het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Probeer nooit te keren op een heuvel, tot u de omkeertechniek op vlak terrein onder de knie heeft, die u verder in deze Gebruikershandleiding vindt.
Pagina 31
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Stilvallen, achteruit rollen of verkeerd afstappen tijdens het bergop rijden. WAT KAN ER GEBEUREN Uw voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Schakel naar een gepaste versnelling (juiste toerental) en houd een constante snelheid aan bij het bergop rijden. Als u niet meer vooruit komt: Houd uw gewicht aan de bergopzijde.
Pagina 32
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd over hindernissen rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen of botsen. Het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Controleer op hindernissen voordat u in een onbekend gebied gaat rijden. Probeer nooit over grote hindernissen, zoals grote rotsblokken of omge- vallen bomen, te rijden.
Pagina 33
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd slippen of schuiven. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle over uw voertuig verliezen. U kunt ook plots opnieuw grip krijgen, waardoor het voertuig kan kante- len. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Oefen met lage snelheid op een vlak, effen terrein totdat u het slippende of schuivende voertuig veilig onder controle kunt houden.
Pagina 34
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Met het voertuig door diep of snel stromend water rijden. WAT KAN ER GEBEUREN De banden kunnen gaan drijven, waardoor u uw grip en de controle verliest en een ongeval kunt veroorzaken. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd nooit met dit voertuig door snel stromend water of door water dat dieper is dan de specificaties verder in deze Gebruikershandleiding.
Pagina 35
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd achteruit rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt tegen een hindernis of persoon achter het voertuig rijden en ernstige verwondingen veroorzaken. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Controleer wanneer u in achteruit schakelt of er geen hindernissen of personen achter het voertuig zijn.
Pagina 36
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met ongeschikte banden, met een verkeerde of ongelijkmatige bandenspanning. WAT KAN ER GEBEUREN Wanneer u rijdt met ongeschikte banden of een verkeerde of ongelijk- matige bandenspanning, kunt u de controle over het voertuig verliezen, een klapband krijgen of kunnen de banden loskomen van de velgen. Daardoor neemt het risico op een ongeluk toe.
Pagina 37
Alle onderdelen en accessoires die u aan dit voertuig toevoegt, moeten goedgekeurd zijn door BRP en worden geïnstalleerd en gebruikt volgens de aanwijzingen. Met al uw bijkomende vragen kunt u bij een erkende Can-Am dealer te- recht.
Pagina 38
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Overladen van dit voertuig en verkeerd dragen of slepen van lasten. WAT KAN ER GEBEUREN Het rijgedrag van het voertuig kan veranderen, wat tot ongelukken kan leiden. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Overschrijd nooit de aangegeven maximale belasting van dit voertuig, inclusief bestuurder, alle lading en bijkomende accessoires.
Pagina 39
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Het transport van ontvlambare of gevaarlijke materialen kan tot ontplof- fingen leiden. WAT KAN ER GEBEUREN Dit kan ernstig letsel of zelfs de dood tot gevolg hebben. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Vervoer nooit ontvlambare of gevaarlijke materialen. VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 40
RIJDEN MET UW VOERTUIG Om ten volle te kunnen genieten van een aangename en boeiende rit met uw voertuig MOET u enkele basisregels en tips in acht nemen. Sommige regels zullen nieuw zijn voor u, en sommige zijn vanzelfsprekend en be- rusten op gezond verstand.
Pagina 41
RIJDEN MET UW VOERTUIG Op zand rijden is totaal verschillend van rijden door de sneeuw, in een bos of moerasgebied. Elke locatie vraagt uw volle aandacht en specifieke rijvaardigheden. Schat de situatie goed in. Rijd altijd voorzichtig. Neem nooit onnodige risico's, waardoor u zou kunnen vastlopen of gewond raken. Ga er nooit van uit dat het voertuig overal veilig zal geraken.
Pagina 42
RIJDEN MET UW VOERTUIG TE INSPECTEREN TE INSPECTEREN ITEMS Controleer de staat van de manchetten en beschermers van de Manchetten aandrijfas aandrijfas. Controleer of de zitting van de bestuurder op zijn plaats staat en Zadel goed vergrendeld is. Respecteer de maximale belasting als u lading vervoert. Zorg ervoor dat de lading goed aan de bagagedrager is bevestigd.
Pagina 43
RIJDEN MET UW VOERTUIG Te doen nadat de motor is gestart TE INSPECTEREN TE INSPECTEREN ITEMS Draai het stuur heen en weer om na te gaan of het stuur vrij kan Stuur bewegen. Schakelhendel Controleer de werking van de schakelhendel (P, R, N, H en L). Keuzeschakelaar Controleer de werking van de 2WD/4WD-keuzeschakelaar.
Pagina 44
RIJDEN MET UW VOERTUIG Het is verboden een passagier te vervoeren Dit voertuig is specifiek ontwikkeld voor het vervoer van één bestuurder. Ondanks de lange zitting is dit voertuig noch ontworpen noch bedoeld om passagiers te vervoeren. Installeer NOOIT een passagiersstoel en laat nooit een passagier plaatsnemen op de bagagedrager.
Pagina 45
RIJDEN MET UW VOERTUIG MAXIMUMBELADING TOTALE Inclusief bestuurder, alle andere lasten, 189 kg MAXIMUMBELADING disselgewicht en toegevoegde accessoires. Gelijkmatig verdeeld. BAGAGEDRAGER 90 kg Omvat bagagerek achteraan, opbergruimte ACHTERAAN achteraan, opbergvak en dissellading. Een aanhangwagen trekken Wanneer dit voertuig een aanhangwagen trekt, neemt het risico op kan- telen toe, vooral op een helling.
Pagina 46
RIJDEN MET UW VOERTUIG Houd altijd een veilige afstand van andere bestuurders. Op basis van uw eigen inschatting van snelheid, staat van het terrein, weer, mechanische staat van uw voertuig en uw “vertrouwen in het beoordelingsvermogen” van de mensen om u heen, kunt u het best oordelen over de aangewezen veilige afstand.
Pagina 47
RIJDEN MET UW VOERTUIG Wilde dieren opjagen is wettelijk verboden in heel wat streken. Wild dat door een motorvoertuig wordt opgejaagd, kan sterven van uitputting. Komt u dieren tegen op uw weg, stop dan en observeer ze in stilte. U houdt er zeker heel wat mooie herinneringen aan over.
Pagina 48
RIJDEN MET UW VOERTUIG Zo voorkomt u dat uw voertuig zijn stabiliteit verliest en kantelt of over de kop gaat. Gebruik het voertuig niet als de bedieningselementen niet normaal werken. Controleer bij het achteruit rijden of er geen mensen of hindernissen achter het voertuig staan.
Pagina 49
RIJDEN MET UW VOERTUIG overhelling van het voertuig naar één zijde nog versterken, om te voorko- men dat het voertuig kantelt. Steile dalingen Dit voertuig zal gewoonlijk “stoppen” wanneer de voor- of achterwielen over een steile daling rijden. Als het om een steile, diepe afgrond gaat zal het voertuig met zijn neus naar beneden duiken en kantelen.
Pagina 50
RIJDEN MET UW VOERTUIG Vermijd rijden op bevroren waterpartijen als u nog niet hebt gecontroleerd of het ijs voldoende sterk is om de ATV, de opzittenden en de lading veilig te dragen. Vergeet niet dat een bepaalde ijsdikte wel kan volstaan om een sneeuwscooter te dragen, maar niet voor een ATV van hetzelfde gewicht, omdat het dragende contactoppervlak van de vier wielen kleiner is dan dat van een sneeuwscooterrolband en ski's.
Pagina 51
RIJDEN MET UW VOERTUIG Hoewel dit voertuig is uitgerust met een degelijk ophangingssysteem, kan het rijden op zeer “hobbelig” of uiterst ruig terrein u een onaangenaam gevoel geven of zelfs rugletsels veroorzaken. Vaak moet u in gehurkte houding rijden. Vertraag dan en vang de schokken gedeeltelijk op met gebogen benen.
Pagina 52
RIJDEN MET UW VOERTUIG Water vermindert het remvermogen van uw voertuig. Laat de remmen altijd drogen door ze meermaals te activeren wanneer het voertuig weer op het droge is. Nabij water is er vaak modder of moerasland. Let op voor onverwachte “gaten”...
Pagina 53
RIJDEN MET UW VOERTUIG Rijden op losse stenen of kiezel lijkt sterk op rijden op ijs. Het verandert de besturing van het voertuig, waardoor het kan slippen of kantelen, vooral bij te hoge snelheden. Ook de remafstand kan toenemen. Vergeet niet dat er bij “bruusk gas geven”...
Pagina 54
RIJDEN MET UW VOERTUIG Bergop Houd hier rekening mee, voordat u een heuvel oprijdt. Het oprijden van heuvels mag alleen door ervaren bestuurders worden geprobeerd. Begin met flauwe hellingen. Rijd altijd recht heuvelop en verplaats uw lichaams- gewicht naar voren, naar de top van de heuvel toe. Houd uw voeten op de voetsteunen, zet de ATV in een lagere versnelling en versnel voordat u gaat klimmen.
Pagina 55
RIJDEN MET UW VOERTUIG Bergaf Verplaats uw lichaamsgewicht naar achteren. Blijf zitten Rem geleidelijk om niet te slippen. Laat u niet naar beneden “rollen” op uitsluitend de motorcompressie of in neutraal. Wanneer u vertraagt bij het afdalen van een gladde helling, kan het voertuig gaan “schuiven”.
Pagina 56
RIJDEN MET UW VOERTUIG Dwars op een helling rijden Dit is één van de gevaarlijkste manieren van rijden, omdat het evenwicht van het voertuig drastisch verandert. Vermijd dit zoveel mogelijk. Als het toch niet anders kan, verplaats dan ALTIJD uw lichaamsgewicht naar de top van de helling toe en houd u klaar om er aan deze zijde af te springen mocht het voertuig beginnen kantelen.
Pagina 57
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT Dit voertuig is bij zijn levering voorzien van etiketten en labels met belang- rijke veiligheidsinformatie. Iedereen die met dit voertuig rijdt, moet deze informatie lezen en begrijpen voor het rijden. Loshangend Etiket WAARSCHUWING Zoek en lees de gebruikershandleiding. Verkeerd gebruik van deze ATV kan tot ERNSTIGE of DODELIJKE VERWONDINGEN leiden.
Pagina 58
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT TYPISCH VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 59
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT Veiligheidslabels op het voertuig Lees alle veiligheidslabels op uw voertuig aandachtig door. Deze eti- ketten zijn bevestigd op uw voer- tuig voor de veiligheid van de be- stuurder en omstanders. De veiligheidslabels op uw voertuig moeten als vaste onderdelen van het voertuig worden beschouwd.
Pagina 60
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 61
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT Label 1 WAARSCHUWING Zoek en lees de gebruikers- handleiding. Verkeerd gebruik van deze ATV kan tot ERNSTI- GE of DODELIJKE VERWON- DINGEN leiden. Volg alle aan- wijzingen en waarschuwingen Draag altijd oorbescherming. LABEL 2 Draag altijd een goedgekeurde Label 3 helm en beschermingsuitrus- ting.
Pagina 62
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT Label 5 WAARSCHUWING Neem NOOIT een passagier mee op deze drager. MAXIMALE LADING ACHTER: LABEL 5: VOOR- EN ACHTERSPATBORD (RAADPLEEG DE SPECIFICATIES VOOR 90 kg gelijkmatig verdeeld (in- WAARDEN) clusief disselgewicht aanhang- wagen indien van toepassing). Label 6 WAARSCHUWING Zoek en lees de gebruikershandleiding.
Pagina 63
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT Label 7 WAARSCHUWING Maak NIETS hier of aan het ba- gagerek vast om iets te trekken. Hierdoor kan uw voertuig kante- len. Gebruik enkel de trekhaak of hulphaak om lasten te trek- ken. LABEL 7 Label 8 LABEL 8 Label 9...
Pagina 64
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT Label 11 Technische informatiela- bels WAARSCHUWING Om het risico op ernstig letsel te reduceren moet u vóór gebruik van het voertuig altijd: Het handschoenvak op deze plek te installeren. Controleren of het handschoenvak goed in positie vergrendeld is. INSTALLEREN VAN HET HANDSCHOENVAK Open de deksel van het handschoenenvak en draai de hendel naar de ontgrendelpositie.
Pagina 66
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING OPMERKING: Sommige bedieningselementen/instrumenten/uitrusting zijn opties. TYPISCH...
Pagina 67
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 1) Gashendel De gashendel bevindt zich rechts aan het stuur. Wanneer deze naar voren wordt geduwd verhoogt het motortoeren- tal tot waar het kan schakelen naar de gekozen versnelling. Zodra de hendel wordt losgelaten keert de motor automatisch terug naar het stationair toerental en vertraagt het voertuig geleidelijk.
Pagina 68
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Het remeffect is evenredig met de kracht die op de hendel wordt uit- geoefend. OPMERKING: Net als bij andere voertuigen op wielen verschuift het gewicht bij het remmen naar de voorwielen. Om efficiënter te kun- nen stoppen, verdeelt het remsys- teem meer remkracht naar de voorwielen.
Pagina 69
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING houd hem vast terwijl u het remhen- 5) Schakelhendel delslot verzet. De parkeerrem is nu De schakelhendel zit aan de rech- ingeschakeld. terkant van het voertuig naast de stuurkolom. TYPISCH 1. Hendel om de parkeerrem te vergrende- LOCATIE SCHAKELHENDEL 2.
Pagina 70
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING OPMERKING Deze versnellings- versnelling geschakeld. Dit is het bak is niet ontworpen om te toerentalbereik voor normaal rijden. schakelen tijdens het rijden. In deze stand kan het voertuig zijn maximumsnelheid bereiken. P: Parkeren Laag toerental (Vooruit) In de parkeerstand wordt de ver- snellingsbak vergrendeld om te In deze stand wordt het overbren- helpen voorkomen dat het voertuig...
Pagina 71
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Dimschakelaar raden we u aan de motor uit te schakelen door de motorstopscha- kelaar in de STOP-stand te zetten. FUNCTIES VAN DE DIMSCHAKELAAR 1. Dimschakelaar 2. Dimlicht en achterlicht TYPISCH 3. Grootlicht en achterlicht 1. Motorstopschakelaar OPMERKING: Zet de contactscha- Motorstartknop kelaar op ON “zonder licht”...
Pagina 72
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING DPS/ACS/ophefknop OPMERKING: Bij gebruik van de opheffunctie schuift de melding Naargelang het model kan deze knop 3 functies hebben. NEGEREN over de meter om te bevestigen dat de functie is geacti- veerd. 3. Om de opheffunctie uit te schakelen, laat u de ophefscha- kelaar gewoon los.
Pagina 73
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING AAN met licht Wanneer de sleutel in deze stand wordt gedraaid, wordt het elektri- sche systeem van het voertuig ge- activeerd. De meter begint te werken. De lichten van het voertuig gaan branden. De motor kan gestart worden. Deze stand biedt dezelfde functies STANDEN CONTACTSCHAKELAAR als de stand AAN met licht, behalve 1.
Pagina 74
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 9) Rempedaal WAARSCHUWING Het rempedaal bevindt zich aan de Kantelen, botsen en controlever- rechterkant van het voertuig naast lies met zware verwondingen de motor. of de dood tot gevolg zijn moge- Wanneer het rempedaal wordt in- lijk met de Performance Key of gedrukt, wordt de achterrem geac- de normale sleutel De normale tiveerd.
Pagina 75
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING TYPISCH 1. Voetsteun bestuurder voor normale rij- omstandigheden 11) Voetsteunen voor 1. Vergrendelingen rijden door de modder Verwijderen van het handschoen- De voetsteunen voor rijden door de modder bevinden zich aan 1. Ontgrendel de sluiting aan iede- weerszijden van het voertuig, bij re kant van het handschoenvak de motor (achter de gewone voet- en open het deksel.
Pagina 76
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 13) Zadel Verwijderen van het zadel Trek de vergrendeling van de chauffeursstoel naar voren om de stoel te verwijderen. De vergrende- ling zit onder de achterrand van de stoel. 1. Vergrendeling handschoenvak 2. "LINQ"-opening 3. Draai de hendel rechtsom in de vergrendelstand.
Pagina 77
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Om het opbergvak achteraan te 14) Bergvak achteraan sluiten Dit is een handige plaats om per- Hef het deksel zchtjes omhoog en soonlijke voorwerpen mee te ne- druk erop tot de sluiting twee keer men. klikt om ervoor te zorgen dat de afdichting ingedrukt is.
Pagina 78
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 1. Lier TYPISCH 2. Kabelgeleider met rollen 3. Lierhaak 1. Trekhaak Meer informatie over de lier vindt u in de BASIC GUIDE TO WIN- WAARSCHUWING CHING TECHNIQUES (handleiding Monteer een bal die past bij de basistechnieken lier). uitrusting die u wilt trekken. 19) Bedieningsschake- OPMERKING: Bevestig de aan- laar lier...
Pagina 79
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING steekt u de afstandsbediening in 20) Kabelgeleider met de betreffende aansluiting links rollen onder het stuur. De kabelgeleider voorkomt bescha- diging van het voertuig en geleidt de kabel in de lier. TYPISCH 1. Aansluiting afstandsbediening lier 1. Lier OPMERKING Koppel de afstands- 2.
Pagina 80
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 1. Aansluiting compressor 6. Blaas de band op tot de aanbe- volen spanning. OPMERKING: In normale omstan- digheden moet de ACS-ophanging ingesteld staan op ACS 1 om een ATV-band goed op te blazen. OPMERKING: Voor uw comfort zit er een drukmeter in de gereed- schapstas.
Pagina 81
MULTIFUNCTIONELE METER (ANALOOG/DIGITAAL) Beschrijving multifunctionele meter De multifunctionele meter (analoog/digitaal) bevindt zich op de stuurkolom. De multifunctionele meter (analoog/digitaal) bestaat uit een digitale meter en twee analoge meters (snelheidsmeter en toerenteller). De grafieken met de motortemperatuur en het brandstofpeil zitten in de digitale meter.
Pagina 82
MULTIFUNCTIONELE METER (ANALOOG/DIGITAAL) 1) Analoge snelheidsmeter VOLGORDE WEERGEGEVEN Meet de snelheid van het voertuig FUNCTIES INFORMATIE in km/u of mph. Chronometer tijdsduur XXXXX.X 2) MODE-knop (M - Modus) motor (Hr) Door de MODE-knop (M) in te Chronometer tijdsduur XXXXX.X drukken, bladert u door de functies rit (HrTRIP) van de digitale hoofddisplay.
Pagina 83
MULTIFUNCTIONELE METER (ANALOOG/DIGITAAL) worden gecombineerd met een I N DI C ATORLI C HTJE( S ) BESCHRIJVING verklikkerlichtje. Zie het hoofdstuk OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Dit verschijnt als de rem voor meer informatie. langer dan 15 seconden wordt geactiveerd tijdens 8) Lampje brandstofpeil het rijden.
Pagina 84
MULTIFUNCTIONELE METER (ANALOOG/DIGITAAL) Klok instellen 1. Druk op de SET-knop (S) om een tijdsweergave te selecte- ren. 2. De SET-knop (S - Instellen) drie seconden ingedrukt houden. 3. Druk op een SET-knop (S) om als tijdsweergave 12:00 AM PM of 24:00 te kiezen. 4.
Pagina 85
BRANDSTOF OPMERKING Experimenteer Vereiste brandstof nooit met andere brandstoffen. OPMERKING Gebruik altijd ver- Gebruik van ongeschikte brand- se benzine. Benzine oxideert, stof kan motor- of systeemscha- waardoor het octaangetal daalt, de veroorzaken. vluchtige ingrediënten vervliegen Tankprocedure en er gomvorming en aanslag ontstaan, die uw brandstofsys- teem kunnen beschadigen.
Pagina 86
BRANDSTOF terugstroomt. Let op dat u geen brandstof morst. 6. Stop met tanken zodra de brandstof de onderkant van de vulmond bereikt. Nooit te veel bijvullen. WAARSCHUWING Wis op het voertuig gemorste brandstof onmiddellijk weg. 7. Draai de dop van de brandstof- tank rechtsom volledig aan.
Pagina 87
INRIJPERIODE Gebruik tijdens de inrij- periode Het voertuig heeft een inrijperiode van 10 bedrijfsuren of 300 km no- dig. Na de inrijperiode moet uw voer- tuig door een erkende Can-Am dealer worden geïnspecteerd. Zie het hoofdstuk ONDERHOUD . Motor Tijdens de inrijperiode: Geef geen plankgas.
Pagina 88
BASISPROCEDURES De motor starten De motor uitzetten De schakelhendel moet in de WAARSCHUWING PARKEER-stand of NEUTRAAL staan. Vermijd parkeren op een hel- OPMERKING: Gemakshalve is er ling. Het voertuig kan wegrol- len. een modus "negeren" voorzien die toelaat de motor te starten in elke stand van de schakelhendel.
Pagina 89
SPECIALE PROCEDURES Wat als er water in de Wat als er water in het CVT zit? luchtfilterhuis zit? De CVT-aftapplug bevindt zich op Inspecteer de aftapreservoirs aan de achterzijde van de CVT-behui- de achterkant van de binnenspat- zing. Dit is toegankelijk via het borden van het voorste linkerwiel achterspatbord links.
Pagina 90
SPECIALE PROCEDURES In dat geval moeten de volgende Inspecteer het luchtfilterhuis op onderdelen van het voertuig een olie. Reinig de luchtfilter en het onderhoudsbeurt krijgen: luchtfilterhuis als u olie aantreft. Controleer het motoroliepeil re- Reinigen luchtfilterhuis gelmatig en vul bij indien nodig. Reinigen ACS-luchtfilter en - Maak ACS-inlaatslang...
Pagina 91
SPECIALE PROCEDURES Wat als het voertuig on- der water staat? Stop onmiddellijk de motor als het voertuig onder water staat. Gebruik geen: Elektrische apparatuur Lier ACS. U moet het voertuig zo snel moge- lijk naar een erkende Can-Am dea- ler brengen. PROBEER DE MOTOR NOOIT TE STARTEN! OPMERKING Een ondergedom-...
Pagina 92
UW RIT AANPASSEN ACS-OPHANGINGSINSTELLINGEN WAARSCHUWING INSTELLING RIJCOMFORT RIJOMSTANDIGHEDEN De afstelling van de ophanging kan de bestuurbaarheid van het ACS 1 Zachtst Rijden op voertuig beïnvloeden. Neem onverharde wegen ACS 2 Zacht steeds de tijd om vertrouwd te raken met het rijgedrag van het ACS 3 Halfzacht Rijden op...
Pagina 93
UW RIT AANPASSEN WAARSCHUWING Pas de ACS-instelling altijd aan naargelang de lading, rijomstan- digheden en snelheid. Leef de bovenstaande aanbevelingen na voor het vervoer van ladin- gen op uw voertuig. Ga als volgt te werk om de huidige instelling te zien: 1.
Pagina 94
UW RIT AANPASSEN OPMERKING: De DPS kan niet DPS-MODUS worden geregeld als de transmissie DPS MED. Gemiddelde stuurbekrachtiging van het voertuig in ACHTERUIT (R) staat of als de ACS-modus wordt DPS MIN. Minimale stuurbekrachtiging weergegeven op de multifunctione- le meter. Om de actieve DPS-modus te zien, gaat u als volgt te werk: 1.
Pagina 95
TRANSPORT VAN HET VOERTUIG Bevestig het voertuig voor trans- port met aangepaste bevestigings- middelen op de aanhangwagen of pick-up. Gewoon touw is niet aan- bevolen. WAARSCHUWING Sleep dit voertuig nooit achter een wagen of een ander voer- tuig. Gebruik een aanhangwa- gen.
Pagina 98
INVAARINSPECTIE BRP raadt u aan uw voertuig na de eerste 10 bedrijfsuren of 300 km rijden, afhankelijk van wat eerst voorvalt, te laten inspecteren door een erkende Can-Am dealer. De invaarinspectie is erg belangrijk en mag niet worden verwaarloosd. OPMERKING: De inrij-inspectie valt ten laste van de eigenaar van het voertuig.
Pagina 99
INVAARINSPECTIE INVAARINSPECTIE Vervang de motorolie en de filter Controleer de motorbevestigingen Controleer de klepspeling en corrigeer indien nodig Controleer koelvloeistof Reinig de radiator en voer een lektest uit op het koelsysteem Inspecteer de motorpakkingen en afdichtingen op lekken Inspecteer de brandstofleidingen, brandstofrails, aansluitingen en keerkleppen en voer een lektest uit op het brandstofsysteem Inspecteer de gaskabel en corrigeer indien nodig Inspecteer het uitlaatsysteem en controleer op lekken...
Pagina 100
ONDERHOUDSSCHEMA Het onderhoud is zeer belangrijk om uw voertuig in een veilig functione- rende staat te houden. De eigenaar is verantwoordelijkheid voor een be- hoorlijk onderhoud. Het voertuig dient servicebeurten te ondergaan volgens het onderhoudsschema. Ook als u het onderhoudsschema volgt moet u steeds de inspectie voor het vertrek of na terugkomst uitvoeren.
Pagina 101
ONDERHOUDSSCHEMA IEDERE 750 km OF 25 UUR RIJDEN IN EEN NORMALE OMGEVING (WAT ER HET EERST VOORVALT) IEDERE 375 km OF 12,5 UUR RIJDEN IN EXTREME OMSTANDIGHEDEN (WAT ER HET EERST VOORVALT) Inspecteer en reinig (of vervang indien nodig) het schuimfilter van de motorfilter. In geval van stoffige omstandigheden, raden aan het schuimfilter te smeren Controleer en reinig de CVT-luchtfilter Controleer en reinig de aftapslang en het reservoir van het luchtfilterhuis...
Pagina 102
ONDERHOUDSSCHEMA IEDERE 3000 km OF 100 RIJDEN IN EEN NORMALE OMGEVING OF 1 JAAR (WAT ER HET EERST VOORVALT) IEDERE 1500 km OF 50 UUR RIJDEN IN EXTREME OMSTANDIGHEDEN OF 6 MAANDEN (WAT ER HET EERST VOORVALT) Vervang de motorolie en de filter Vervang de olie van de achterwielaandrijving Inspecteer en regel de klepspeling Controleer de motorbevestigingen...
Pagina 103
ONDERHOUDSSCHEMA IEDERE 6000 km OF 200 UUR RIJDEN IN EEN NORMALE OMGEVING OF 2 JAAR (WAT ER HET EERST VOORVALT) IEDERE 3000 km OF 100 UUR RIJDEN IN EXTREME OMSTANDIGHEDEN OF 1 JAAR (WAT ER HET EERST VOORVALT) Vervang de motorkoelvloeistof Controleer het koelsysteem en voer een druktest uit op de drukdop en het koelsysteem Controleer de toestand van het brandstofsysteem en voer een lektest uit op het brandstofsysteem Controleer het voorfilter van de brandstofpomp...
Pagina 104
ONDERHOUDSPROCEDURES Dit hoofdstuk bevat aanwijzingen Rijden op droog zand. voor de elementaire onderhouds- Rijden op droge, met aarde be- procedures. Als u over de nodige dekte oppervlakken. mechanische deskundigheid en de Rijden op droge grindwegen of vereiste hulpmiddelen beschikt, dergelijke. kunt u deze procedures zelf uitvoe- ren.
Pagina 105
ONDERHOUDSPROCEDURES Luchtfilter schoonmaken en smeren LET OP Draag altijd aangepaste huid- en oogbescherming. Chemi- caliën kunnen huiduitslag en ooglet- sel veroorzaken. Papierfilter schoonmaken 1. Zorg dat het schuimfilterele- ment uit de papierfilter wordt genomen. 2. Tik grote stofafzettingen uit het papierelement.
Pagina 106
ONDERHOUDSPROCEDURES OPMERKING: Een tweede toepas- sing kan noodzakelijk zijn voor zwaar vervuilde elementen. Schuimfilterelement smeren 1. Zorg ervoor dat het filter schoon is. Raadpleeg REINIGING SCHUIMFILTER . 2. Spuit LUCHTFILTEROLIE (Stuknr. 219 700 340) op het eerder gedroogde schui- melement. LUCHTFILTERREINIGER (Stuknr.
Pagina 107
ONDERHOUDSPROCEDURES 5. Plaats het schuimfilterelement Motorolie over de papierfilter. Motoroliepeil OPMERKING Controleer het peil regelmatig en vul bij indien no- dig. Nooit te veel bijvullen. Een te hoog oliepeil kan ernstige schade aan de motor/transmissie aanrichten. Veeg gemorste olie weg. OPMERKING: Voer terwijl u het motoroliepeil controleert een visu- TYPISCH...
Pagina 108
ONDERHOUDSPROCEDURES van de API-classificatie SM, SL of SJ of deze overtreft. Controleer al- tijd of het API-label op de oliebus minstens één van deze normen bevat. Motorolie verversen De olie en de filter moeten op het- zelfde ogenblik worden vervangen. De oliewissel dient met een warme motor te gebeuren.
Pagina 109
ONDERHOUDSPROCEDURES Maak de plaats voor de pakking op Radiator de motor en de olieaftapplug schoon en breng de plug weer aan. Inspectie en reiniging van de ra- Vul de motor tot het juiste niveau diator met de aanbevolen olie. Controleer af en toe of de omge- Raadpleeg het hoofdstuk SPECIFI- ving van de radiator schoon is.
Pagina 110
ONDERHOUDSPROCEDURES Inspecteer de radiatorvinnen. Ze Motorkoelvloeistof moeten schoon zijn, vrij van mod- der, vuil, bladeren en andere veront- Motorkoelvloeistofpeil reinigingen die de koelprestatie van de radiator in het gedrang kunnen WAARSCHUWING brengen. Controleer het koelvloeistofpeil Verwijder de drie schroeven en trek wanneer de motor koud is.
Pagina 111
Gebruik altijd ethyleenglycolanti- vries met anticorrosiemiddel, speci- aal bestemd voor aluminium inter- ne verbrandingsmotoren. Vul het koelsysteem met BRP VOORGEMENGD KOELMID- DEL (Stuknr. 219 700 362) of met gedestilleerd water en een antivriesoplossing (50 % gedestil- leerd water, 50 % antivries).
Pagina 112
ONDERHOUDSPROCEDURES Inspecteer alle aansluitingen op OPMERKING: Schroef de koelvloei- lekkage en controleer het koelvloei- stofaftapplug niet helemaal los. stofpeil in het reservoir. Verwijder het rechterzijpaneel. Vonkafleider knalpot Verwijder de ontluchtingsschroef boven aan het thermostaathuis. Reiniging en inspectie vonkaflei- OPMERKING: Verwijder de CVT- der knalpot filteruitlaat voor toegang tot de LET OP Laat het uitlaatsysteem...
Pagina 113
ONDERHOUDSPROCEDURES Inspecteer het rooster van de vonkafleider op schade. Vervangen indien nodig. OPMERKING: Het scherm van de vonkafleider moet alleen worden vervangen als het beschadigd is Inspecteer de vonkafleiderkamer in de knalpot. Verwijder eventueel vuil. Installeer een nieuwe pakking, uit- laatpijp en nieuwe borgschroeven.
Pagina 114
ONDERHOUDSPROCEDURES LUCHTFILTERREINIGER (Stuknr. 219 700 1. Maak de vergrendelingen los 341) 2. Druk op de lipjes 2. 3 minuten laten rusten. 1. Radiatorkap 3. Spoel de filter met gewoon wa- 3. Verwijder het CVT-luchtfilter ter, zoals aangegeven op de door de drie schroeven te verwij- verpakking van de luchtfilterrei- deren en op de lipjes te druk- niger (UNI).
Pagina 115
ONDERHOUDSPROCEDURES Het oliepeil moet ter hoogte van de onderrand van het oliepeilgat staan. Vul olie bij, indien nodig, tot er olie door het oliepeilgat naar buiten loopt. Aanbevolen tandwielkastolie Gebruik SYNTHETISCHE XPS-OLIE (75W 140) (Stuknr. 293 600 140) Gebruik een 75W140-olie voor tandwielkasten die voldoet aan de 1.
Pagina 116
ONDERHOUDSPROCEDURES u de aftapplug weer aan en zet het voertuig weer op de grond. Hervul de versnellingsbak met XPS-SYNTHETISCHE VERSNEL- LINGSOLIE (75W 140) (Stuknr. 293 600 140) of gelijkwaardig. OPMERKING Gebruik bij de ser- vicewerkzaamheden geen andere oliesoorten. Meng geen olie van verschillende types door elkaar.
Pagina 117
ONDERHOUDSPROCEDURES 1. Gasklephuis 1. Beschermer in de behuizing 2. Schroeven zijdeksel Verwijder de kabel uit de gashen- Steek de naald van de oliebus in delbehuizing. het uiteinde van de gaskabelafstel- schroef. OPMERKING: Schuif de kabel in de gleuf van de clip en trek het ka- LET OP Draag altijd aangepaste beluiteinde uit de clip.
Pagina 118
ONDERHOUDSPROCEDURES neemt moet de speling van de Gaskabel afstellen gashendel worden aangepast. Schuif de rubberen beschermer achteruit zodat de gaskabelafstel- Bougies schroef zichtbaar wordt. Toegang tot de bougie Verwijder de zijpanelen. Koppel de bougiekabels los. Verwijdering van de bougie LET OP Zet altijd een veilig- heidsbril op wanneer u met pers- lucht werkt.
Pagina 119
ONDERHOUDSPROCEDURES Verwijder de borgschroeven, de Installatie van bougies accuhouder en trek de accu uit de Controleer voor de installatie of de houder. contactoppervlakken van de cilinder- koppen en bougies niet vuil zijn. Stel de bougiespleet met behulp voelermaat 0,6 mm naar 0.7 mm . Breng een kleine hoeveelheid smeermiddel op basis van koper tegen...
Pagina 120
ONDERHOUDSPROCEDURES 2. Trek de meterhouder voorzich- tig los en verwijder van zijn plaats. TYPISCH 1. Zekering 2. Nakijken op gesmolten delen OPMERKING Gebruik geen zeke- ring met een hogere capaciteit om ernstige schade te vermijden. Plaats van de zekeringen voor- 1.
Pagina 121
ONDERHOUDSPROCEDURES gen tot ze klikken en de zijkan- VOORSTE ZEKERINGDOOS ten vergrendelen. BESCHRIJVING VERMOGEN Relais ventilator Hoofdrelais Relais accessoires Relais brandstofpompen Relais lichten Relais remmen Lichten / klok 10 A Injectors / ontsteking 1. Schuif de lipjes van de radiatorkap Engine Control Module 2.
Pagina 122
ONDERHOUDSPROCEDURES ZEKERINGHOUDER ACHTERAAN BESCHRIJVING VERMOGEN Dynamische stuurbekrachtiging (DPS) en 40 A air controlled suspension (ACS) Lichten LET OP Schakel de contact- Trek de lamp eruit. schakelaar altijd op UIT voordat u een defecte lamp vervangt. Installeer de verwijderde onderde- len opnieuw correct in de omge- Controleer na vervanging altijd of keerde volgorde dan waarin u ze het licht wel werkt.
Pagina 123
ONDERHOUDSPROCEDURES DRAAI DE LAMP LINKSOM GROOTLICHT REGELEN 1. Regelknoppen Verwijder de lamp uit het achter- licht. Manchetten en bescher- Ga voor de installatie omgekeerd mers aandrijfas te werk als om de lamp te verwijde- ren. Inspectie van de manchetten en beschermers aandrijfas Koplamp richten Inspecteer de beschermers en...
Pagina 124
ONDERHOUDSPROCEDURES bandenspanning opnieuw wanneer een van deze factoren verandert. Voor uw comfort zit er een drukme- ter in de gereedschapstas. BANDENSPANNING VOORAAN/ACHTERAAN X mr MAX. 48,3 kPa MIN. 41,4 kPa Hoewel de banden speciaal zijn TYPISCH ACHTERKANT VOERTUIG ontworpen voor offroadtoepassin- 1.
Pagina 125
ONDERHOUDSPROCEDURES Wielen afnemen en monteren WAARSCHUWING Plaats het voertuig op een vlakke ondergrond. Let er bij de vervanging van de banden op dat u nooit een Trek de parkeerrem aan. diagonaalband combineert met Draai de wielmoeren los en hef het een radiaalband.
Pagina 126
ONDERHOUDSPROCEDURES ACS-slangen en -koppe- VET VOOR OPHANGINGEN lingen VET VOOR Product OPHANGINGEN aanbevolen door Inspectie van ACS-slangen en - (Stuknr. 293 550 033) koppelingen Controleer de schokdemperslangen Smering achterophanging op schade. Smeer de verbindingen en de Controleer de schokdemperkoppe- draaibus van de stabilisatorstang lingen op schade.
Pagina 127
ONDERHOUDSPROCEDURES Reinig de vuldop voordat u deze middelen gebruiken en nooit verwijdert. verschillende vloeistoffen men- gen bij het bijvullen. OPMERKING: Een laag peil kan wijzen op lekkage of versleten Inspectie rem remblokken. Raadpleeg een erken- LET OP De remmen kunnen de Can- dealer.
Pagina 128
VERZORGING VAN HET VOERTUIG sche of mechanische schade aan- Verzorging na gebruik richten. Om het voertuig en de onderdelen Beschadigingen aan gelakte onder- ervan te beschermen, reinigt u het delen moeten zorgvuldig worden voertuig met schoon water, vol- herschilderd om roest te voorko- gens de aanbevelingen voor REINI- men.
Pagina 129
BEWARING EN VOORBEREIDING OP HET RIJSEIZOEN WAARSCHUWING Laat een erkende Can-Am dea- ler nakijken of het brandstofsys- teem intact is volgens het hoofdstuk ONDERHOUDSSCHE- MA . Als u het voertuig vier (4) maanden of langer niet gebruikt, is een cor- recte opslag noodzakelijk.
Pagina 132
1. Voertuigidentificatienummer (V.I.N.) de garantieaanvraag naar behoren 2. Modelnummer in te vullen. Er wordt geen garantie Motoridentificatienum- geboden door BRP Inc. als het motoridentificatienummer (E.I.N.) of het voertuigidentificatienummer (V.I.N.) werd verwijderd, onleesbaar werd gemaakt of op een of andere manier werd veranderd. We raden...
Pagina 133
De EG Conformiteitsverklaring is niet opgenomen in deze versie van de Gebruikershandleiding. U vindt deze in de gedrukte versie die bij uw voertuig werd geleverd. ddd2009-001...
Pagina 134
75 mm Cilinderinhoud 976 cm³ Compressieverhouding 10,5± -0,3 Type Nat carter met vervangbaar filter ® Oliefilter BRP Rotax papiertype, vervangbaar Inhoud (oliewissel met filter) Gebruik in het zomerseizoen Smering XPS 4-TAKT SYNTH. OLIEMENGSEL (ZOMER) (Stuknr. 293 600 121) Motorolie Aanbevolen...
Pagina 135
SPECIFICATIES MODEL OUTLANDER 1000 X MR KOELSYSTEEM Mengsel ethylglycol/water (50% koelvloeistof, 50% water). Gebruik voorgemengde koelvloeistof Type verkocht door BRP (Stuknr. 219 700 Koelvloeistof 362) of speciaal voor aluminium motoren ontwikkelde koelvloeistof Inhoud 3,5 L ELEKTRISCH SYSTEEM Output van de magneetgenerator...
Pagina 136
SPECIFICATIES MODEL OUTLANDER 1000 X MR Leegloopsnelheid 1250 ± 50 TPM Type Normale loodvrije benzine 87 op de pomp aangegeven AKI (92 Brandstof Minimaal RON) – Zie VEREISTEN VOOR octaangetal BRANDSTOF Inhoud van de brandstoftank 20,5 L Resterende brandstof in tank wanneer verklikkerlichtje ±...
Pagina 137
SPECIFICATIES MODEL OUTLANDER 1000 X MR Smeermiddel homokinetische Smeermiddel homokinetische koppelingen koppelingen (Stuknr. 293 550 019) Smeermiddel schroefas (Stuknr. 293 Smeermiddel cardanas 550 063) BESTURING Draaistraal 4 325 mm Totale spoorbreedte (voertuig op de grond in ,1° tot ,5° uitspoor ACS-standnr.
Pagina 138
SPECIFICATIES MODEL OUTLANDER 1000 X MR REMMEN Twee sets 214 mm geboorde Voorrem Type remschijven met hydraulische tweezuigerremklauwen Enkele set 214 mm geboorde Achterrem Type remschijven met hydraulische tweezuigerremklauw Inhoud 260 ml Remvloeistof Type DOT 4 Hydraulische vergrendeling/4 wielen Parkeerrem &...
Pagina 139
SPECIFICATIES MODEL OUTLANDER 1000 X MR Wielmoeren 100 N•m ± 10 N•m aandraaimoment Dynamische stuurbekrachtiging met Stuurbekrachtiging 3 modi (DPS) AFMETINGEN Totale lengte 246 cm Totale breedte 127 cm Algemene breedte stuur 78 cm Totale hoogte 119 cm Wielbasis 150 cm Vooraan 103,5 cm Wielspoor...
Pagina 140
SPECIFICATIES MODEL OUTLANDER 1000 X MR GELUIDSEMISSIE EN VIBRATIEWAARDEN 94 dB @ 3500 RPM (Onzekerheid Niveau geluidssterkte (LWA) (KWA) 3 dB) Lawaai 83 dB @ 3500 RPM (Onzekerheid Geluidsdruk (LpA) (KpA) 3 dB) Hand-/armsysteem <2,5 m/s @ 3500 RPM Vibratie Gehele chassis bij zitting <0,5 m/s @ 3500 RPM...
Pagina 142
RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN MOTOR DRAAIT NIET 1. Contactschakelaar staat op UIT. Zet de schakelaar op AAN. 2. Motorstopschakelaar. Zorg dat de motorstopschakelaar op AAN staat. 3. Transmissie staat niet in de PARKEER-stand (P) of in NEUTRAAL (N). Schakel naar de PARKEER-stand of NEUTRAAL of druk de remhen- del(s) in.
Pagina 143
RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN MOTOR WENTELT MAAR START NIET 1. Verdronken motor (bougie nat bij verwijdering). Als de motor niet start en teveel brandstof bevat, kan de modus verdronken worden geactiveerd om de brandstofinjectie te verhin- deren en de ontsteking te onderdrukken tijdens het starten. Ga als volgt te werk: •...
Pagina 144
RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN MOTOR MIST ACCELERATIE OF VERMOGEN 1. Bougie vuil of beschadigd. Zie punt MOTOR WENTELT MAAR START NIET. 2. Motor krijgt onvoldoende brandstof. Zie punt MOTOR WENTELT MAAR START NIET. 3. Motor raakt oververhit. Zie OVERVERHITTING VAN DE MOTOR. 4.
Pagina 145
RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN MOTOR WEIGERT 1. Bougie vuil/beschadigd/versleten. Reinig/controleer de bougie en het verwarmingsbereik. Vervangen indien nodig. 2. Water in de brandstof. Tap het brandstofsysteem af en hervul het met verse brandstof. VOERTUIG BEREIKT MAXIMUMSNELHEID NIET 1. Motor. Zie MOTOR MIST ACCELERATIE OF VERMOGEN.
Pagina 146
MELDINGEN ANALOGE/DIGITALE METER Controlelampje(s) Melding Beschrijving Dit duidt aan dat u de verkeerde contactsleutel heeft INVALID KEY gebruikt. Gebruik de juiste contactsleutel voor dit (verkeerde sleutel) Motor controleren voertuig. Misschien maakt de contactsleutel ook een (verkeerde sleutel) slecht contact. Verwijder hem en maak hem schoon. PARK BRAKE Dit verschijnt als de parkeerrem langer dan 15 Parkeerrem...
Pagina 147
MELDINGEN ANALOGE/DIGITALE METER Controlelampje(s) Melding Beschrijving Motorstoring, het motorverklikkerlichtje zal ook MOTORSTORING Motor controleren BRANDEN. Zie het hoofdstuk OPLOSSEN VAN PROBLEMEN . MAINTENANCE Periodiek onderhoud nodig. Raadpleeg een erkende Motor controleren Can- dealer. SOON NO ECM Communicatiestoring tussen snelheidsmeter en COMMUNICATION Motor controleren motorbeheermodule (ECM), neem contact op met een...
Pagina 150
Gebeurt dit toch, dan zijn deze niet afdwingbaar van BRP. BRP behoudt zich het recht voor, deze garantie op elk gewenst ogenblik te wijzigen. Dergelijke wijzigingen zullen echter geen invloed hebben op de garantievoorwaarden die van toepassing waren op producten, die tijdens de geldigheidsduur van deze garantie werden verkocht.
Pagina 151
Schade ten gevolge van de verwijdering van onderdelen, onoordeel- kundige reparaties, service, onderhoud of aanpassingen of gebruik van onderdelen en toebehoren die niet door BRP zijn geproduceerd of goedgekeurd, die naar zijn redelijke oordeel niet compatibel zijn met waterscooters of een negatieve invloed hebben op de werking, pres-...
Pagina 152
Zoals beschreven in de ’Gebruikershandleiding, moet het vereiste routineonderhoud tijdig worden uitgevoerd om aanspraak te kunnen maken op de garantie. BRP behoudt zich het recht voor, een bewijs van correct onderhoud te vragen als voorwaarde voor prestaties onder garantie.
Pagina 153
9) BIJSTAND VOOR DE KLANT 1. In geval van discussie of geschil betreffende deze beperkte garantie, raadt BRP u aan met de Can-Am ATV distributeur/dealer naar een op- lossing voor de kwestie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de servicemanager of zaakvoerder van de erkende Can-Am ATV distributeur/dealer.
Pagina 154
België Tel.: + 32 9 218 26 00 Neem voor alle andere landen contact op met uw plaatselijke Can-Am ATV distributeur/dealer (bezoek voor contactgegevens onze website op www.brp.com) of neem contact op met ons Noord-Amerikaanse kantoor: BOMBARDIER RECREATIONAL PRODUCTS INC.
Pagina 155
Bombardier Recreational Products Inc. ("BRP")* geeft een garantie op zijn Can-Am ATV bouwjaar 2014 die wordt verkocht door Can-Am ATV-distri- buteurs of -dealers die door BRP gemachtigd zijn om Can-Am ATV's te distribueren ("Can-Am ATV-distributeur/dealer") in lidstaten van de EER (dit is de Europese Economische Ruimte, nl.
Pagina 156
BEPERKTE GARANTIE VAN BRP VOOR DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE, HET RUSSISCHE GEMENEBEST EN TURKIJE: 2014 CAN-AM de garantievoorwaarden die van toepassing waren op producten, die tijdens de geldigheidsduur van deze garantie werden verkocht. 3) UITSLUITINGEN ZIJN NIET GEWAARBORGD De volgende zaken onder deze beperkte garantie vallen in geen geval onder de garantie: Normale gebruikssporen en slijtage;...
Pagina 157
Turkije voor inwoners van Turkije; en Zoals beschreven in de ’Gebruikershandleiding, moet het vereiste routineonderhoud tijdig worden uitgevoerd om aanspraak te kunnen maken op de garantie. BRP behoudt zich het recht voor, een bewijs van correct onderhoud te vragen als voorwaarde voor prestaties onder garantie.
Pagina 158
9) BIJSTAND VOOR DE KLANT 1. In geval van discussie of geschil betreffende deze beperkte garantie, raadt BRP u aan met de Can-Am ATV distributeur/dealer naar een op- lossing voor de kwestie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de servicemanager of zaakvoerder van de erkende Can-Am ATV distributeur/dealer.
Pagina 160
BEPERKTE GARANTIE VAN BRP VOOR DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE, HET RUSSISCHE GEMENEBEST EN TURKIJE: 2014 CAN-AM BIJKOMENDE VOORWAARDEN UITSLUITEND VOOR FRANKRIJK De volgende voorwaarden gelden uitsluitend voor producten die in Frankrijk zijn verkocht: De verkoper levert goederen die in overeenstemming zijn met het contract en is verantwoordelijk voor defecten die aanwezig zijn bij de levering.
Pagina 162
BESCHERMING VAN DE PRIVACY Bij deze deelt BRP u mee dat uw contactgegevens zullen worden gebruikt voor veiligheids- en garantiegebonden doeleinden. Bovendien kunnen BRP en zijn dochtermaatschappijen hun klantenlijsten gebruiken om marketing en promotionele informatie over BRP en gerelateerde producten te verdelen.
Pagina 163
Gelieve ingeval van verandering van eigenaar een bewijs toe te voegen dat de vroegere eigenaar met de overdracht heeft ingestemd. Wanneer u BRP op de hoogte brengt, zelfs nadat de beperkte garantie is afgelopen, kan BRP u bereiken indien dit nodig zou zijn, bijvoorbeeld als er ATV's zouden worden teruggeroepen om veiligheidsredenen.
Pagina 167
Informeer bij de dealer waar u uw voertuig kocht of uw voertuig werd geregistreerd bij BRP. Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen.