Download Print deze pagina

Advertenties

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor BRP can-am OUTLANDER MAX 400 EFI 2009

  • Pagina 2 De volgende handelsmerken zijn eigendom van Bombardier Recreational Products Inc.: Can-Am™ Outlander ™ Rotax ® XP-S™ TTI™ vmo2009-013 nl AG ®™ en het BRP-logo zijn handelsmerken van Bombardier Recreational Products Inc. of zijn dochtermaatschappijen. ©2008 Bombardier Recreational Products Inc. en BRP US Inc. Alle rechten voorbehouden.
  • Pagina 3 Gefeliciteerd met de aankoop van uw Veiligheidsaanwijzingen nieuwe Can-Am™ ATV. U geniet de Verklaring over de soorten veiligheids- BRP-garantie en kunt steeds een be- meldingen, hoe ze eruit zien en hoe ze roep doen op een netwerk van erkende in deze handleiding worden gebruikt: Can-Am dealers voor onderdelen, ser- vice of gewenste accessoires.
  • Pagina 4 VOORWOORD De informatie in dit document is cor- rect op het moment van publicatie. BRP voert echter een beleid van con- tinue verbetering van zijn producten, zonder dat dit enige verbintenis in- houdt tot uitrusting van eerder ver- vaardigde producten met vernieuwde onderdelen.
  • Pagina 5 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD ............... 1 Informeer u voor u vertrekt .
  • Pagina 6 INHOUDSOPGAVE BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING (vervolg) 10) Rempedaal ..............78 11) Voetsteun.
  • Pagina 7 GARANTIE BEPERKTE GARANTIE VAN BRP V.S. EN CANADA: 2009 CAN-AM ATV ................. 144 INTERNATIONALE BEPERKTE GARANTIE VAN BRP: 2009 CAN-AM ATV .
  • Pagina 8 INHOUDSOPGAVE VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR ........161 _______________________...
  • Pagina 9 INFORMATIE OVER DE VEILIGHEID _________ ________ INFORMATIE OVER DE VEILIGHEID...
  • Pagina 10 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Koolmonoxidevergiftiging Vermijd brandstofbranden vermijden en andere gevaren Uitlaatgassen van motors bevatten Benzine is uiterst brandbaar en zeer steeds koolmonoxide, een dodelijk explosief. Benzinedampen kunnen gas. Inademing van koolmonoxide kan zich verspreiden en op meters afstand leiden tot hoofdpijn, duizeligheid, sla- van de motor door een vonk of vlam perigheid, misselijkheid, verwarring en worden aangestoken.
  • Pagina 11 Accessoires en aanpassingen Maak geen ongeautoriseerde aanpas- singen of gebruik geen onderdelen of accessoires die niet door BRP zijn goedgekeurd. Omdat zulke aanpassin- gen niet door BRP zijn getest, kunnen die een groter risico op vallen of letsel met zich meebrengen en het voertuig onwettelijk maken.
  • Pagina 12 BIJZONDERE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN WAARSCHUWING DIT VOERTUIG IS GEEN SPEELGOED EN HET GEBRUIK ERVAN HOUDT GEVAREN IN. Dit voertuig besturen is heel anders dan rijden met andere voertuigen, zoals motorfietsen en auto's. Een aanrijding of koprol is snel gebeurd als u de nodige voorzorgen niet neemt, zelfs tijdens routinema- noeuvres zoals keren, bergop of over hindernissen rijden.
  • Pagina 13 BIJZONDERE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN WAARSCHUWING – Rijd nooit met dit voertuig zonder een goed passende, goedgekeurde helm op. De bestuurder en de passagier moeten altijd oogbescherming (bril of gelaatsscherm), handschoenen, laarzen, een hemd of jack met lange mouwen en een lange broek dragen. De passagier moet een goedgekeurde helm met harde kinbeschermer dragen.
  • Pagina 14 BIJZONDERE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN WAARSCHUWING – Volg altijd de juiste procedures om bergaf te rijden en te remmen op een helling, die u verder in deze Gebruikershandleiding vindt. Controleer het terrein aandachtig voordat u een helling begint af te rijden. Bestuurder en passagier moeten hun gewicht naar achter verplaatsen. Rijd nooit met hoge snelheid van een heuvel.
  • Pagina 15 – Voer nooit onoordeelkundige wijzigingen aan uw voertuig uit, bijvoor- beeld verkeerde installatie of toepassing van accessoires. Gebruik alleen door BRP goedgekeurde accessoires. Installeer NOOIT passa- giersstoelen en gebruik nooit de bagagerekken om meer dan één (1) passagier mee te nemen.
  • Pagina 16 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN De volgende waarschuwingen en de vorm waarin ze verschijnen zijn opgelegd door de Amerikaanse United States Consumer Product Safety Commission en moeten worden opgenomen in de Gebruikershandleiding van alle ATV's. OPMERKING: De volgende illustraties zijn slechts algemene voorstellingen. Uw model kan hiervan afwijken.
  • Pagina 17 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet-naleving van de leeftijdsaanbevelingen voor dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Wanneer deze leeftijdsaanbeveling niet wordt gerespecteerd, kan de jonge bestuurder ernstige of zelfs dodelijke verwondingen oplopen. Zelfs als een kind tot de leeftijdscategorie behoort waarvoor dit voertuig wordt aanbevolen, beschikt het niet altijd over de nodige vaardigheden en voldoende beoordelingsvermogen om veilig met dit voertuig te rijden.
  • Pagina 18 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet-naleving van de leeftijdsaanbevelingen voor de passagier. WAT KAN ER GEBEUREN Een kind van jonger dan 12 is meestal niet in staat om veilig mee te rijden en kan een ernstig ongeluk krijgen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Laat nooit een persoon van jonger dan 12 met dit voertuig meerijden.
  • Pagina 19 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Meer dan één (1) passagier meenemen op dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Wanneer u meer dan één (1) passagier meeneemt, zal dit voertuig snel zijn evenwicht verliezen of oncontroleerbaar worden. Dit kan tot een ongeluk leiden, waarbij u en/of uw passagiers gewond raken. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Neem nooit meer dan één (1) passagier mee.
  • Pagina 20 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Een passagier laten plaatsnemen op een andere plek dan de speciale passa- giersstoel. WAT KAN ER GEBEUREN Een passagier die plaatsneemt op een andere plek dan de speciale passa- giersstoel kan: – De stabiliteit van het voertuig in het gedrang brengen en controleverlies veroorzaken.
  • Pagina 21 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met dit voertuig op verharde oppervlakken. WAT KAN ER GEBEUREN De banden zijn ontworpen voor offroad-gebruik en niet geschikt om op ver- harde wegen te rijden. Op een verharde weg verandert het rijgedrag van uw voertuig aanzienlijk, waardoor u de controle kunt verliezen.
  • Pagina 22 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Met dit voertuig op de openbare weg rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt botsen met een ander voertuig. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd nooit met dit voertuig op de openbare weg, zelfs als het een aardeweg of kiezelpad betreft.
  • Pagina 23 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met dit voertuig zonder een goedgekeurde helm, oogbescherming en beschermende kleding te dragen. De passagier moet ook een goedge- keurde helm met harde kinbeschermer dragen. WAT KAN ER GEBEUREN Wanneer u rijdt zonder goedgekeurde helm, neemt het risico op een ernstig of zelfs dodelijk hoofdletsel bij een ongeval aanzienlijk toe.
  • Pagina 24 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met dit voertuig onder invloed van alcohol of drugs. WAT KAN ER GEBEUREN Hierdoor kan de passagier vallen. Dit kan uw beoordelingsvermogen ernstig aantasten. Uw reactiesnelheid kan afnemen. Uw evenwicht en perceptie kunnen eronder lijden. Dit kan leiden tot een ongeluk of overlijden van de passagier en/of bestuur- der.
  • Pagina 25 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Te snel rijden met dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN De kans dat u de controle over uw voertuig verliest en een ongeluk heeft neemt toe. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Pas uw snelheid altijd aan aan het terrein, de zichtbaarheid, de rijomstan- digheden en uw ervaring.
  • Pagina 26 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden op twee wielen, springen en andere stunts. WAT KAN ER GEBEUREN Verhoogt het risico van bestuurder en passagier op een ongeluk, inclusief kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Haal nooit stunts uit, zoals op twee wielen rijden of springen. Probeer niet op te scheppen.
  • Pagina 27 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet inspecteren van het voertuig voor het rijden. Niet goed onderhouden van het voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Hierdoor neemt het risico op ongevallen of beschadiging van de uitrusting toe. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Inspecteer uw voertuig voor elk gebruik, om te verzekeren dat het voertuig in goede staat verkeert.
  • Pagina 28 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Handen tijdens het rijden van het stuur (bestuurder) of van de handgrepen (passagier) halen of voeten van de voetsteunen. WAT KAN ER GEBEUREN Zelfs met één hand of voet los heeft u minder controle over het voertuig. U kunt het evenwicht verliezen en van het voertuig vallen.
  • Pagina 29 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet extra voorzichtig rijden op onbekend terrein. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt op verborgen rotsblokken, bulten of gaten stoten zonder voldoende tijd om te reageren. Uw voertuig kan kantelen of oncontroleerbaar worden en de passagier kan worden weggeslingerd.
  • Pagina 30 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet extra voorzichtig rijden op zeer ruige, gladde of losse ondergrond. WAT KAN ER GEBEUREN Uw voertuig kan zijn grip verliezen en oncontroleerbaar worden. Dit kan lei- den tot een ongeluk, bijvoorbeeld kantelen of wegslingeren van de passa- gier.
  • Pagina 31 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd draaien. WAT KAN ER GEBEUREN Het voertuig kan oncontroleerbaar worden en een botsing veroorzaken, kantelen of de passagier wegslingeren. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg altijd de juiste procedures om te draaien, die u verder in deze Gebrui- kershandleiding vindt.
  • Pagina 32 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden op zeer steile hellingen. WAT KAN ER GEBEUREN Het voertuig kan sneller kantelen op zeer steile hellingen dan op vlakke on- dergrond of lichte hellingen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Begeef u met dit voertuig nooit op hellingen die te steil zijn voor het voertuig of voor uw rijvaardigheid.
  • Pagina 33 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd bergop rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen, de passagier kan worden weggeslingerd of uw voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg altijd de juiste procedures om bergop te rijden, die u verder in deze Ge- bruikershandleiding vindt.
  • Pagina 34 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd bergaf rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen, de passagier kan worden weggeslingerd of uw voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg altijd de juiste procedures om bergaf te rijden, die u verder in deze Ge- bruikershandleiding vindt.
  • Pagina 35 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd dwars op een helling rijden of keren op een helling. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen, de passagier kan worden weggeslingerd of uw voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Voer dit manoeuvre nooit uit met een passagier aan boord.
  • Pagina 36 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Stilvallen, achteruit rollen of verkeerd afstappen tijdens het bergop rijden. WAT KAN ER GEBEUREN Uw voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Schakel naar een gepaste versnelling en houd een constante snelheid aan bij het bergop rijden. Als u niet meer vooruit komt: De bestuurder en passagier moeten hun gewicht naar de bergop-zijde ver- plaatsen.
  • Pagina 37 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd over hindernissen rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen of botsen en de passagier kan worden wegge- slingerd. Het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN De bestuurder is verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn passagier. Laat hem in geval van twijfel afstappen voordat u over hindernissen rijdt.
  • Pagina 38 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd slippen of schuiven. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle over uw voertuig verliezen. U kunt ook plots opnieuw grip krijgen, waardoor het voertuig kan kantelen of de passagier kan worden weggeslingerd. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Vermijd slippen en schuiven met een passagier.
  • Pagina 39 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Met het voertuig door diep of snel stromend water rijden. WAT KAN ER GEBEUREN De banden kunnen gaan drijven, waardoor u uw grip en de controle verliest en een ongeval kunt veroorzaken. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd nooit met dit voertuig door snel stromend water of door water dat die- per is dan de specificaties verder in deze Gebruikershandleiding.
  • Pagina 40 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd achteruit rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt tegen een hindernis of persoon achter het voertuig rijden en ernstige verwondingen veroorzaken. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Controleer wanneer u in achteruit schakelt of er geen hindernissen of per- sonen achter het voertuig zijn.
  • Pagina 41 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met ongeschikte banden, met een verkeerde of ongelijkmatige ban- denspanning. WAT KAN ER GEBEUREN Wanneer u rijdt met ongeschikte banden of een verkeerde of ongelijkma- tige bandenspanning, kunt u de controle over het voertuig verliezen, een klapband krijgen of kunnen de banden loskomen van de velgen.
  • Pagina 42 Alle onderdelen en accessoires die u aan dit voertuig toevoegt, moeten goedgekeurd zijn door BRP en worden geïnstalleerd en gebruikt volgens de aanwijzingen. Met al uw bijkomende vragen kunt u bij een erkende Can-Am dealer terecht.
  • Pagina 43 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Overladen van dit voertuig of verkeerd dragen of slepen van lasten. WAT KAN ER GEBEUREN Het rijgedrag van het voertuig kan veranderen, wat tot ongelukken kan lei- den. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Overschrijd nooit de aangegeven maximale lading van dit voertuig, inclu- sief bestuurder en passagier, alle lasten en bijkomende accessoires.
  • Pagina 44 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Het transport van ontvlambare of gevaarlijke materialen kan tot ontploffin- gen leiden. WAT KAN ER GEBEUREN Dat kan ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Vervoer nooit ontvlambare of gevaarlijke materialen. Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan lei-...
  • Pagina 45 RIJDEN MET UW VOERTUIG Om ten volle te kunnen genieten van een aangename en boeiende rit met uw voertuig MOET u enkele basisregels en tips in acht nemen. Sommige regels zullen nieuw zijn voor u, en sommige zijn vanzelfsprekend en berusten op gezond verstand.
  • Pagina 46 RIJDEN MET UW VOERTUIG Op zand rijden is totaal verschillend van rijden door de sneeuw, in een bos of moe- rasgebied. Elke locatie vraagt uw volle aandacht en specifieke rijvaardigheden. Schat de situatie goed in. Rijd altijd voorzichtig. Neem nooit onnodige risico's, waardoor u zou kunnen vastlopen of gewond raken.
  • Pagina 47 RIJDEN MET UW VOERTUIG – Respecteer de maximale lading als u lasten vervoert. Zorg ervoor dat de lading goed aan de rekken wordt bevestigd. – Controleer of de bevestigingselementen goed vastzitten en of de bal vastzit en in goede staat verkeert. Span losgekomen elementen desgevallend goed aan en vervang de bal als hij versleten is.
  • Pagina 48 RIJDEN MET UW VOERTUIG Vervoer van lasten/passagier Elke last op de bagagerekken van het voertuig zal de stabiliteit, de besturing en de remafstand van het voertuig beïnvloeden. Daarom mag u de maximale belading die de voertuigfabrikant voorschrijft nooit overschrijden (zie de onderstaande tabel).
  • Pagina 49 ÉÉN (1) passagier. De passagier moet plaatsnemen op de daartoe voorziene passagiersstoel en zich altijd vasthouden aan de handgrepen. Installeer NOOIT een andere passagiersstoel dan het door BRP aanbevolen model. Laat geen passagier(s) plaatsnemen op de bagagerekken. Wanneer u meer dan één (1) passagier vervoert, komen de stabiliteit en bestuurbaarheid van het voertuig in het gedrang.
  • Pagina 50 RIJDEN MET UW VOERTUIG Een aanhangwagen trekken Wanneer dit voertuig een aanhangwagen trekt, neemt het risico op kantelen toe, vooral op een helling. Als u een aanhangwagen wilt trekken, moet u zeker nagaan of de dissel op de trekhaak van het voertuig past. Let erop dat de aanhangwagen horizontaal staat ten opzichte van het voertuig.
  • Pagina 51 RIJDEN MET UW VOERTUIG Informeer voor uw vertrek iemand over uw geplande bestemming en het tijdstip waarop u vermoedelijk terugkeert. Gebruik nooit alcohol of drugs voor of tijdens uw rit! Neem, afhankelijk van de afstand die u wilt afleggen, extra gereedschap of nooduitrusting mee.
  • Pagina 52 RIJDEN MET UW VOERTUIG Een bestuurder die met zijn voertuig offroad gaat rijden moet met de grootste zorg de veiligste weg kiezen en het terrein voor hem aandachtig observeren. Laat dit voertuig in geen geval besturen door iemand die de juiste rijtechnieken voor dit voertuig niet perfect beheerst en begeef u nooit op zeer steil of verraderlijk terrein.
  • Pagina 53 RIJDEN MET UW VOERTUIG Bergaf rijden Dit voertuig kan steilere hellingen beklimmen dan het veilig kan afdalen. Daarom dient u er zeker van te zijn dat er een veilige weg naar beneden is, voordat u aan een beklimming begint. Wanneer u vertraagt bij het afdalen van een gladde helling, kan het voertuig gaan schuiven.
  • Pagina 54 RIJDEN MET UW VOERTUIG Hoewel dit voertuig is uitgerust met een goede ophanging, kan het rijden op uiterst ruig terrein u een onaangenaam gevoel geven of zelfs rugletsels veroor- zaken. Vaak moet u in gehurkte houding rijden. Vertraag in dit geval en vang de schokken op met uw gebogen benen.
  • Pagina 55 RIJDEN MET UW VOERTUIG Water vermindert het remvermogen van uw voertuig. Laat de remmen altijd dro- gen door ze meermaals te activeren, wanneer het voertuig weer op het droge is. Wanneer u met een passagier rijdt heeft dit een grote invloed op uw remafstand. Matig uw snelheid altijd wanneer u een passagier meeneemt.
  • Pagina 56 RIJDEN MET UW VOERTUIG Probeer dit manoeuvre nooit uit met een passagier. Denk eraan: wanneer u met een passagier rijdt heeft dit een grote invloed op de besturing en de stabiliteit van uw voertuig. In sneeuw rijden kan een negatieve weerslag hebben op het remvermogen. Ver- minder op een veilige manier uw rijsnelheid en voorzie een langere remafstand.
  • Pagina 57 RIJDEN MET UW VOERTUIG Begint u toch te slippen of schuiven, draai het stuur dan in de richting waarin u slipt tot u het voertuig opnieuw onder controle heeft. U mag nooit bruusk remmen en de wielen blokkeren. Respecteer en volg de signalisatie langs het pad. Ze is daar geplaatst om u en an- deren te helpen.
  • Pagina 58 RIJDEN MET UW VOERTUIG Bergop Vergeet niet dat de bestuurder verantwoordelijk is voor de veiligheid van zijn pas- sagier. Laat hem in geval van twijfel afstappen voordat u bergop rijdt. Denk eraan: wanneer u met een passagier rijdt heeft dit een grote invloed op de besturing van uw voertuig, de stabiliteit en de remafstand.
  • Pagina 59 RIJDEN MET UW VOERTUIG Bergaf Vergeet niet dat de bestuurder verantwoordelijk is voor de veiligheid van zijn pas- sagier. Laat hem in geval van twijfel afstappen voordat u bergaf rijdt. Denk eraan: wanneer u met een passagier rijdt heeft dit een grote invloed op de besturing van uw voertuig, de stabiliteit en de remafstand.
  • Pagina 60 RIJDEN MET UW VOERTUIG Dit is één van de gevaarlijkste manieren van rijden, omdat het evenwicht van het voertuig drastisch verandert. Vermijd dit zoveel mogelijk. Als het toch noodzake- lijk is, moeten de bestuurder en passagier ALTIJD hun lichaamsgewicht naar de top van de helling toe verplaatsen...
  • Pagina 61 ETIKET Dit voertuig is bij zijn levering voorzien van etiketten en labels met belangrijke vei- ligheidsinformatie. Elke persoon die met dit voertuig rijdt moet deze informatie gelezen en begrepen hebben voor zijn vertrek. WAARSCHUWING Verkeerd gebruik van dit voertuig kan tot ERNSTIGE of DODELIJKE VERWONDINGEN leiden. vmo2009-008-012_en vmo2006-005-009_en _________...
  • Pagina 62 BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT De volgende labels bevinden zich op uw voertuig en moeten als vaste on- derdelen van het voertuig worden be- schouwd. Als ze ontbreken of bescha- digd zijn, kunnen ze kosteloos worden vervangen. Raadpleeg een erkende Can-Am dealer.
  • Pagina 63 BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT vmo2007-011-005_a vmo2009-011-203_aen ETIKET 2 vmo2009-008-011_en ETIKET 3 ETIKET 1 _________ ________ INFORMATIE OVER DE VEILIGHEID...
  • Pagina 64 BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT ETIKET 4 vmo2006-008-004_aen ETIKET 8 vmo2009-011-201_aen ETIKET 5 vmo2007-002-002 ETIKET 9: BEVINDT ZICH ONDER DE ZITTING, OP DE BOVENSTE STANG VAN vmo2006-016-008_en HET FRAME ETIKET 6 vmo2006-005-010_en ETIKET 7 ________ ________ INFORMATIE OVER DE VEILIGHEID...
  • Pagina 65 BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT vmo2008-014-001 ETIKET 10 vmo2006-014-003_a ETIKET 11 _________ ________ INFORMATIE OVER DE VEILIGHEID...
  • Pagina 66 BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT ________ ________ INFORMATIE OVER DE VEILIGHEID...
  • Pagina 67 VOERTUIG- INFORMATIE _____________________...
  • Pagina 68 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/ UITRUSTING OPMERKING: Sommige bedieningselementen/instrumenten/uitrusting zijn opties. vmo2008-016-008_c Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan lei- den tot ernstige of dodelijke verwondingen. ______________________...
  • Pagina 69 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING vmo2008-016-009_b vmo2008-016-010_b _____________________...
  • Pagina 70 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 1) Gashendel Wanneer hij wordt ingedrukt verhoogt het motortoerental tot het juiste niveau om de schakeling naar de gekozen ver- snelling toe te laten. Zodra de hendel wordt losgelaten keert de motor automatisch terug naar stationair toerental en vertraagt het voertuig geleidelijk.
  • Pagina 71 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING vmo2008-019-005_b TYPISCH 1. Keuzeschakelaar 2. 2WD stand 3. 4WD stand Het voertuig moet stil- MERK OP staan om over te schakelen tussen 2WD/4WD. Het in- en uitschakelen van deze keuzeschakelaar tijdens het rijden kan tot mechanische scha- 4WD-MODUS de leiden. Om de 4WD-modus uit te schakelen zet u de schakelaar op 2WD.
  • Pagina 72 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 3) Remhendel WAARSCHUWING Wanneer de remhendel wordt inge- Schakel de parkeerrem altijd in en drukt, worden de voor- en achterrem- zet de schakelhendel in de PAR- men geactiveerd. KEER-stand wanneer u niet met uw voertuig rijdt. Wanneer hij wordt losgelaten moet de hendel automatisch terugkeren naar zijn oorspronkelijke stand.
  • Pagina 73 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Om het mechanisme te ontgrende- P: Parkeren len: Druk de remhendel in. De ver- In deze stand wordt de transmissie ver- grendeling moet automatisch terugke- grendeld om te helpen voorkomen dat ren naar zijn oorspronkelijke stand. De het voertuig beweegt. Kies altijd deze remhendel moet terugkeren naar zijn stand wanneer het voertuig niet in ge- ruststand.
  • Pagina 74 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 6) Multifunctionele schakelaar Op deze multifunctionele schakelaar zijn de volgende bedieningselementen ondergebracht: TYPISCH 1. Koplampschakelaar vmo2006-016-001_a 2. Dimlicht en achterlicht TYPISCH — MULTIFUNCTIONELE 3. Grootlicht en achterlicht SCHAKELAAR 1. Dimschakelaar Motorstopschakelaar 2. Motorstopschakelaar Deze schakelaar dient om de motor stil 3.
  • Pagina 75 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Druk de ophefknop in en houd hem in- gedrukt terwijl u de gashendel geleide- lijk indrukt. WAARSCHUWING Druk nooit op de ophefknop terwijl de gashendel al is ingedrukt. An- ders kunt u de controle verliezen en ernstige of dodelijke verwon- dingen oplopen.
  • Pagina 76 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING vmo2008-001-020_a vmo2008-001-020_b 1. Display 1 (snelheidsmeter) 1. Keuze meeteenheid 2. Display 2 (modus) 3. Display 3 (modus/bericht) Display 1 (Snelheidsmeter) 4. Display-keuzetoets Dit display toont de snelheid van het 5. Toerenteller 6. Versnellingsdisplay voertuig. 7. Brandstofpeilaanduiding 8. Verklikkerlichtjes Keuze eenheid (mph of km/u) Deze multifunctionele meter is in de fa- briek ingesteld op UK-eenheden maar kan worden omgeschakeld naar het...
  • Pagina 77 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Display 3 (modus/bericht) Dit display toont ofwel een afkor- ting van de geselecteerde modus in display 2 of belangrijke berichten voor de bestuurder in geval van een storing. vmo2008-001-020_e 1. Display 2 (modus) 2. Display 3 (modus/bericht) 3. Keuzetoets Odometer Registreert de totale afgelegde af- stand.
  • Pagina 78 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Versnellingsdisplay Deze display toont in welke versnelling het voertuig staat. vmo2008-001-020_i 1. Keuzetoets Toerenteller Meet het aantal toeren per minuut (TPM). Vermenigvuldig het getal met vmo2008-001-020_p 1.000 om het reële toerental te verkrij- 1. Versnelling gen. WEERGAVE FUNCTIE OPMERKING: Het toerental kan ook worden weergegeven via Display 2 Parkeren (modusdisplay).
  • Pagina 79 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Beschrijving: Parkeerrem staat aan. 4WD-systeem is geactiveerd. Brandstofpeil laag. De brand- stoftank is nog maar voor 30 % gevuld, m.a.w. 6 l (1,6 U.S. gal). Motor controleren. vmo2008-001-020_f 1. Brandstofpeilaanduiding Koplampen staan op grootlicht. 2. Verklikkerlichtje te laag brandstofpeil Verklikkerlichtjes OPMERKING: geven in combinatie 8) 12-volt-voedings-...
  • Pagina 80 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Er is ook een extra voedingsaansluiting Digitaal gecodeerd beschikbaar om bijkomende accessoi- veiligheidssysteem (DESS) res aan te sluiten. De contactsleutel is voorzien van een Deze elektrische aansluiting zit ver- elektronisch circuit dat een uniek elek- borgen onder de bestuurdersconsole. tronisch serienummer bevat.
  • Pagina 81 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING OPMERKING: De remmen zullen via de aandrijftrein ook een uitwerking hebben op de voorwielen als 4WD werd geselecteerd. 11) Voetsteun Hier kunnen bestuurder en passagier hun voeten stevig neerzetten. vmo2008-016-005_a 1. Handgrepen 13) Passagiersstoel WAARSCHUWING Gebruik dit voertuig nooit zonder dat de passagiersstoel correct is geïnstalleerd.
  • Pagina 82 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Verwijdering passagiersstoel Installatie passagiersstoel 1. Trek aan een van de vergrende- 1. Breng de positioneerbuizen van de lingshendels van de passagiers- passagiersstoel in de gaten voor- stoel. Deze hendels zitten links of zien in het achterspatbord in. rechts achteraan onder de zitting. vmo2006-008-010_a 1.
  • Pagina 83 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING De opbergkoffer wordt gebruikt om 3. Druk de opbergkoffer daarna stevig uw voertuig om te bouwen van een naar beneden tot hij vastklikt. tweepersoons- (2-UP model) naar een 4. Maak de rubberen vergrendeling eenpersoonsmachine (1-UP model) los om de opbergkoffer te openen. met extra laadcapaciteit.
  • Pagina 84 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 15) Vergrendeling chauffeursstoel Hiermee kunt u de chauffeursstoel ver- wijderen om het motorcompartiment te openen. OPMERKING: Om de chauffeursstoel te verwijderen moet eerst de passa- giersstoel of opbergkoffer worden verwijderd, zie PASSAGIERSSTOEL of OPBERGKOFFER. 1. Steek de lipjes in de haakjes 2.
  • Pagina 85 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING WAARSCHUWING Zet de schakelhendel bij draaiende motor altijd in de PARKEER-stand alvorens het deksel te openen. Leg nooit zware of losse breek- bare dingen in het opbergmandje. Sluit het deksel altijd af voordat u wegrijdt. Als u het deksel van het bergvak weghaalt om meer berg- ruimte te hebben, moet u de la- vmo2008-019-011_a...
  • Pagina 86 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Om dit mechanisme te activeren trekt u langzaam aan de handgreep tot u een weerstand voelt. Blijf langzaam trek- ken tot de compressieslag piek (sterke rotatieweerstand) voorbij is en geef dan een stevige ruk. Laat de hand- greep dan langzaam los. 1.
  • Pagina 87 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 23) Bedieningsschakelaar lier XT-modellen Met deze schakelaar kunt u kabel op- of afrollen van de lier. Om de kabel af te rollen van de lier drukt u de linkerkant van de schakelaar Om de kabel in de lier te trekken, drukt vmo2008-001-001_a u op de rechterkant van de schakelaar.
  • Pagina 88 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING vmo2008-019-045_a SERVICECOMPARTIMENT VOORAAN 1. Aansluiting afstandsbediening ______________________...
  • Pagina 89 BRANDSTOF Aanbevolen brandstof WAARSCHUWING Gebruik super loodvrije benzine van Stop de motor altijd voor u tankt. de pomp of geoxygeneerde brandstof Draai de dop langzaam open. Als met maximaal 10 % ethanol of metha- u een drukverschil vaststelt (flui- nol of beide. De gebruikte benzine met tend geluid terwijl u de dop los- het volgende aanbevolen minimale oc- draait), laat uw voertuig dan na-...
  • Pagina 90 GEBRUIKSAANWIJZING Zet de motorstopschakelaar op RIJ- Gebruik tijdens de DEN (RUN). inrijperiode Steek de sleutel in het contactslot en schakel naar AAN (ON). Motor Het voertuig moet een inrijperiode van Houd het rempedaal ingedrukt. 10 bedrijfsuren doorlopen, alvorens u Druk op de motorstartknop en houd langdurig volgas mag geven.
  • Pagina 91 GEBRUIKSAANWIJZING Volg dezelfde werkwijze als hierboven Wat als het voertuig is in SCHAKELEN met de volgende uit- omgeslagen? zondering. Als uw voertuig ondersteboven of op Zet de schakelhendel in stand R (ach- zijn zijkant ligt, zet het dan terug op zijn teruit).
  • Pagina 92 UW RIT AANPASSEN Ophanging afstellen WAARSCHUWING De afstelling van de ophanging kan de bestuurbaarheid van het voertuig beïnvloeden. Neem steeds de tijd om vertrouwd te raken met het rijgedrag van het voertuig nadat de ophanging is af- gesteld. Afregeling voorbelasting achterophanging 1.
  • Pagina 93 TRANSPORT VAN HET VOERTUIG Bevestig het te transporteren voertuig met geschikte bevestigingsmiddelen aan de aanhangwagen of pick-up. Ge- woon touw wordt niet aanbevolen. WAARSCHUWING Kantel dit voertuig nooit op zijn achterkant om het te transporte- ren. We raden u aan het voertuig in zijn normale positie (op zijn vier wielen) te transporteren.
  • Pagina 94 TRANSPORT VAN HET VOERTUIG ______________________...
  • Pagina 95 ONDERHOUDS- INFORMATIE _____________________...
  • Pagina 96 ONDERHOUDSSCHEMA Het onderhoud is zeer belangrijk om uw voertuig in een veilig functionerende toe- stand te houden. De eigenaar is verantwoordelijkheid voor een behoorlijk onder- houd. Voer de periodieke controles uit en volg het onderhoudsprogramma. WAARSCHUWING Als het voertuig niet behoorlijk volgens het onderhoudsprogramma en de onderhoudsprocedures wordt onderhouden kan dat rijden op het voertuig onveilig maken.
  • Pagina 97 ONDERHOUDSSCHEMA PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA EERSTE INSPECTIE 10 U OF 300 km (185 mi) 25 U OF 750 km (470 mi) A: AFREGELEN C: REINIGEN 50 U OF 1.500 km (930 mi) I: INSPECTEREN 100 U OF 1 JAAR OF 3.000 km (1.865 mi) L: SMEREN R: VERVANGING 200 U OF 2 JAAR OF 6.000 km (3.730 mi)
  • Pagina 98 ONDERHOUDSSCHEMA PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA EERSTE INSPECTIE 10 U OF 300 km (185 mi) 25 U OF 750 km (470 mi) A: AFREGELEN C: REINIGEN 50 U OF 1.500 km (930 mi) I: INSPECTEREN 100 U OF 1 JAAR OF 3.000 km (1.865 mi) L: SMEREN R: VERVANGING 200 U OF 2 JAAR OF 6.000 km (3.730 mi)
  • Pagina 99 ONDERHOUDSSCHEMA PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA EERSTE INSPECTIE 10 U OF 300 km (185 mi) 25 U OF 750 km (470 mi) A: AFREGELEN C: REINIGEN 50 U OF 1.500 km (930 mi) I: INSPECTEREN 100 U OF 1 JAAR OF 3.000 km (1.865 mi) L: SMEREN R: VERVANGING 200 U OF 2 JAAR OF 6.000 km (3.730 mi)
  • Pagina 100 ONDERHOUDSSCHEMA PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA EERSTE INSPECTIE 10 U OF 300 km (185 mi) 25 U OF 750 km (470 mi) A: AFREGELEN C: REINIGEN 50 U OF 1.500 km (930 mi) I: INSPECTEREN 100 U OF 1 JAAR OF 3.000 km (1.865 mi) L: SMEREN R: VERVANGING 200 U OF 2 JAAR OF 6.000 km (3.730 mi)
  • Pagina 101 ONDERHOUDSSCHEMA PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA EERSTE INSPECTIE 10 U OF 300 km (185 mi) 25 U OF 750 km (470 mi) A: AFREGELEN C: REINIGEN 50 U OF 1.500 km (930 mi) I: INSPECTEREN 100 U OF 1 JAAR OF 3.000 km (1.865 mi) L: SMEREN R: VERVANGING 200 U OF 2 JAAR OF 6.000 km (3.730 mi)
  • Pagina 102 10-UURS INSPECTIE We raden u aan uw voertuig na de eerste 10 bedrijfsuren of 300 km (185 mi) rijden, afhankelijk van wat eerst komt, te laten inspecteren door een erkende Can-Am dealer. Het eerste onderhoud is erg belangrijk en mag niet worden verwaarloosd. OPMERKING: De 10-uurs inspectie gebeurt op kosten van de voertuigeigenaar.
  • Pagina 103 ONDERHOUDSPROCEDURES Maak de klem los en verwijder de Luchtfilter luchtfilter. Verwijderen van de luchtfilter Verwijder of wijzig geen MERK OP enkel onderdeel van het luchtfilter- huis. Anders kan de motor minder performant worden of schade op- lopen. De motor is speciaal gekali- breerd om met deze onderdelen te werken.
  • Pagina 104 ONDERHOUDSPROCEDURES Start de motor niet wan- Luchtfilterhuis MERK OP neer u vloeistof/verontreinigingen in de afvoerleiding aantreft. Luchtfilterhuis inspecteren/ aftappen Wanneer u vloeistof/verontreinigingen Controleer regelmatig of er vloeistof- aantreft moet u de luchtfilter inspecte- fen, water of verontreinigingen in de ren/drogen/vervangen naar gelang van afvoerleiding van het luchtfilterhuis zit- zijn toestand.
  • Pagina 105 ONDERHOUDSPROCEDURES Om het oliepeil te controleren plaatst u Aanbevolen Motorolie het voertuig op een vlak oppervlak met Gebruik 5W30 4-taktolie die voldoet niet-draaiende, koude motor. Ga als aan de vereisten van de API-classifica- volgt te werk: tie SM, SL of SJ of deze overtreft. 1.
  • Pagina 106 ONDERHOUDSPROCEDURES Olieviscositeitstabel SAE 0W30 SAE 5W30 (XP-S 5W30 minerale olie) SAE 10W30 SAE 5W40 (XP-S 5W40 synthetische olie) vmo2008-019-025_a SAE 10W40 TYPISCH — RECHTERKANT VAN HET (XP-S 10W40 minerale olie) VOERTUIG 1. Motorkap SAE 15W40 Verwijder de peilstok. SAE 20W50 Let op dat u de O-ring MERK OP Temperatuurbereik...
  • Pagina 107 ONDERHOUDSPROCEDURES vmo2008-019-023_a RECHTERKANT VAN DE MOTOR 1. Olieaftapplug 1. Oliefilterschroeven 2. Pakkingring 2. Deksel van de oliefilter Laat alle olie uit het carter af. 3. O-ring 4. Oliefilter Schroef het oliefilterdeksel los. Controleer de O-ring van het deksel en vervang hem indien nodig. Controleer de filterinlaat- en uitlaat op verontreinigingen en reinig deze zo- nes.
  • Pagina 108 ONDERHOUDSPROCEDURES Plaats de O-ring op het filterdeksel. Radiator Inspectie en reiniging van de radiator Controleer af en toe of de omgeving van de radiator schoon is. 1. O-ring op zijn plaats Schroef het oliefilterdeksel vast. Draai de schroeven aan tot 10 N•m vmo2006-016-007_a (89 lbf•in).
  • Pagina 109 ONDERHOUDSPROCEDURES Let op dat u de radi- Wanneer het voertuig op een vlak op- MERK OP atorvinnen niet beschadigt bij de pervlak staat moet het vloeistofpeil reiniging. Gebruik geen werktui- tussen de MIN. en MAX. merktekens gen/voorwerpen die de vinnen kun- van het koelmiddelreservoir staan.
  • Pagina 110 Aanbevolen koelvloeistof Gebruik altijd ethyleenglycol-antivries met anticorrosiemiddel, speciaal be- stemd voor aluminium interne verbran- dingsmotoren. Vul het koelsysteem met BRP voorge- vmo2008-019-018_a mengd koelmiddel (Stuknr. 219 700 TYPISCH 362) of met gedestilleerd water en een 1. Zitting antivriesoplossing (50 % gedestilleerd 2.
  • Pagina 111 ONDERHOUDSPROCEDURES vmo2008-019-028_a 1. Ontluchtingsschroef vmo2008-019-026_a 2. Motortemperatuursensor 1. Koelvloeistof-aftapplug Laat het systeem helemaal leeglopen Koppel motortemperatuursen- en schroef de koelvloeistof-aftapplug sor-connector los. opnieuw in. Aandraaien tot 10 N•m (89 lbf•in). vmo2008-019-027_a 1. Temperatuursensor vmo2008-019-026_a 2. Voorzijde voertuig 1. Koelvloeistof-aftapplug Verwijder de ontluchtingsschroef bo- Knel de slang tussen de radiator en de ven aan het thermostaathuis.
  • Pagina 112 ONDERHOUDSPROCEDURES Wacht nu tot de motor een normale be- drijfstemperatuur heeft bereikt. Druk de gashendel twee- of driemaal in en voeg nog koelvloeistof toe, indien no- dig. Installeer de radiatordop. Inspecteer alle aansluitingen op lekkage en con- troleer het koelvloeistofpeil in het re- servoir.
  • Pagina 113 ONDERHOUDSPROCEDURES vmo2008-019-033_a 1. Reinigingsplug 2. Knalpot Blokkeer het uiteinde van de knalpot met een poetslap en start de motor. 1. Verwijder deze schroeven Drijf het motortoerental meermaals Neem de behuizing uit elkaar. Schuif even op om de opgehoopte koolstof de rubberen beschermer achteruit zo- uit de knalpot te stuwen.
  • Pagina 114 ONDERHOUDSPROCEDURES vmo2008-019-054_a LINKERKANT VAN DE MOTOR 1. Gaskabel 2. Zijdeksel 1. Beschermer in de behuizing 3. Verwijder de schroef 4. Maak de clip van het deksel los Verwijder de kabel uit de gashendelbe- Steek de naald van de oliebus in het uit- huizing.
  • Pagina 115 ONDERHOUDSPROCEDURES Reinig de bougie en cilinderkop met Gashendel perslucht, indien mogelijk. Afregeling gashendel Schuif de rubberen beschermer ach- LET OP Zet altijd een veilig- teruit zodat de gaskabel-afstelschroef heidsbril op wanneer u met pers- zichtbaar wordt. lucht werkt. Draai de borgmoer los en draai aan de Schroef de bougie helemaal los en ver- afstelschroef tot de gashendel de juis- wijder ze.
  • Pagina 116 ONDERHOUDSPROCEDURES Verwijder roest van de accuklemmen Batterij en -polen met een harde stalen bor- stel. De accubehuizing moet worden LET OP Laad nooit een accu schoongemaakt met een zachte bor- terwijl die in het voertuig is geïnstal- stel en een natriumcarbonaat-oplos- leerd.
  • Pagina 117 ONDERHOUDSPROCEDURES Locatie zekeringenkast vooraan Plaats van de zekeringen achteraan Verwijder het paneel van het service- De zekeringhouder achteraan bevindt compartiment vooraan. zich achteraan het voertuig bij de accu. Open het paneel van het servicecom- Om de zekering uit de houder te verwij- partiment vooraan door het te ontgren- deren, haalt u het deksel van de zeke- delen en omhoog te trekken.
  • Pagina 118 ONDERHOUDSPROCEDURES vmo2008-019-037_a vmo2006-005-041_a 1. Schroeven DUW OP HET VERGRENDELINGSLIPJE OM 2. Houder DE CONNECTOR TE ONTGRENDELEN Verwijder de rubberbescherming van OPMERKING: Op de volgende illus- de koplampbehuizing. traties werd de frontfascia van het voertuig verwijderd om een duidelij- ker beeld te geven. Druk het borghaakje opzij om de groot- licht-lamp te ontgrendelen.
  • Pagina 119 ONDERHOUDSPROCEDURES vmo2008-001-006 Druk de lamp in en houd ze vast terwijl u ze in tegenwijzerzin losdraait. Om de nieuwe lamp te installeren drukt u ze in en draait ze in wijzerzin. TYPISCH Monteer de verwijderde onderdelen Installeer de verwijderde onderdelen opnieuw.
  • Pagina 120 ONDERHOUDSPROCEDURES Aftapplug CVT-deksel Wanneer u vermoedt dat er water is binnengedrongen in het CVT-deksel, moet u de aftapplug openen en de CVT-behuizing laten leeglopen. VOORKANT VOERTUIG vmo2008-019-032_a 1. Beschermer aandrijfas 2. Manchetten aandrijfas TYPISCH — LINKS 1. Aftapschroef Manchetten en beschermers aandrijfas Inspectie manchetten/beschermers aandrijfas...
  • Pagina 121 ONDERHOUDSPROCEDURES Controleer de wieldraagarmen op Ophanging vervorming, barsten of krombuiging. Raadpleeg een erkende Can-Am dea- Smering ophanging ler als u een probleem vaststelt. Smeer de voorste A-armen. Gebruik synthetisch vet voor ophan- Wielen en banden gingen (Stuknr. 293 550 033) of gelijk- waardig.
  • Pagina 122 ONDERHOUDSPROCEDURES Hoewel de banden speciaal zijn ont- Verwijder de moeren en dan het wiel. worpen voor offroad-toepassingen, Breng bij de installatie wat smeermid- kan een platte band nog steeds voor- del tegen het vastvreten op de schroef- komen. Daarom wordt aangeraden, draad aan.
  • Pagina 123 ONDERHOUDSPROCEDURES vmo2008-001-002_a TYPISCH — TYPE MET GESLOTEN UITEINDE 1. Wielmoer OPMERKING: Af en toe moet u de wielmoeren verwijderen en wat smeervet tegen het vastvreten op de tappen aanbrengen, om de latere ver- wijdering te vergemakkelijken. Dit is vooral belangrijk wanneer het voer- Remmen tuig in een zoutwateromgeving of in modder wordt gebruikt.
  • Pagina 124 ONDERHOUDSPROCEDURES Vloeistofreservoir remhendel Vloeistofreservoir rempedaal Draai het stuur recht vooruit zodat het reservoir waterpas staat. vmo2008-019-011_d TYPISCH — SERVICECOMPARTIMENT 1. Reservoir vmo2006-016-004_a TYPISCH — AAN STUUR vmo2008-019-017_a 1. MIN. merkteken vmo2008-019-016_a 2. MAX. merkteken 1. MIN. merkteken Aanbevolen vloeistof 2. MAX. merkteken Gebruik altijd remvloeistof die voldoet Inspecteer de toestand van de man- aan de specificatie DOT 4.
  • Pagina 125 ONDERHOUDSPROCEDURES Voer de volgende controles uit om de Zittingbevestigingen remmen in goede conditie te houden: Verwijder de zitting(en) en/of de op- – Remvloeistofpeil bergkoffer en controleer de vergren- – Remsysteem op vloeistoflekkage delingsmechanismen en de pinnen op slijtage. Laat beschadigde onderdelen –...
  • Pagina 126 ONDERHOUDSPROCEDURES Framebevestigingen Controleer de toestand en vastheid van alle bevestigingselementen van het voertuig. Span losgekomen elementen aan. _____________________...
  • Pagina 127 BEWARING EN VOORBEREIDING OP HET RIJSEIZOEN WAARSCHUWING Laat een erkende Can-Am dea- ler nakijken of het brandstofsys- teem intact is volgens het ONDER- HOUDSSCHEMA. Als u het voertuig langer dan vier maan- den niet gebruikt, is een correcte op- slag noodzakelijk. Uw erkende Can-Am dealer kan u hier meer over vertellen.
  • Pagina 128 BEWARING EN VOORBEREIDING OP HET RIJSEIZOEN _____________________...
  • Pagina 129 TECHNISCHE INFORMATIE _____________________...
  • Pagina 130 Elke erkende Can-Am dealer heeft deze nummers nodig om reparaties onder garantie uit te voeren. Er wordt geen garan- tie geboden door BRP als het moto- ridentificatienummer (E.I.N.) of het voertuigidentificatienummer (V.I.N.) werd verwijderd of onleesbaar werd gemaakt.
  • Pagina 131 VOORSCHRIFTEN INZAKE DE BEPERKING VAN GELUIDSEMISSIE Enkel VSA en Canada Het is verboden ontoelaatbare wijzi- gingen aan het geluidsreductiesys- teem aan te brengen! De Amerikaanse federale wetgeving en de Canadese provinciewetten kun- nen de volgende handelingen of de aanzet hiertoe verbieden: 1.
  • Pagina 132 400 cc (24,41 in³) 10,3:1 Compressieverhouding Decompressortype Automatisch Maximumtoerental 7.250 Nat carter met vervangbare Type oliefilter BRP ROTAX papiertype, Oliefilter vervangbaar Inhoud 3 l (3,17 quarts) Smering (oliewissel met filter) (motor/transmissie) SAE 5W30 API clas- Motorolie sificatie SM, SL of SJ...
  • Pagina 133 Mengsel ethylglycol/wa- ter (50 % koelvloei- stof, 50 % water). Gebruik voorgemengde Type koelvloeistof verkocht door Koelvloeistof BRP (Stuknr. 219 700 362) of speciaal voor aluminium moto- ren ontwikkelde koelvloeistof 2,5 l (2,65 quarts) Inhoud ELEKTRISCH SYSTEEM Output van de magneetgenerator 400 W @ 6.000 TPM...
  • Pagina 134 SPECIFICATIES MODEL OUTLANDER™ MAX 400 EFI ELEKTRISCH SYSTEEM (vervolg) Extra voe- dingsaan- sluiting Diagnose Koplamp Access. 20 A (F6) Voedings- uitgang Lier (XT) Zekering- 4 x 4 doos 5 A (F1) en 7,5 A (F3) Brandstof- 7,5 A (F5) Zekeringen pomp Meter Achterlicht...
  • Pagina 135 Achterasratio 3,6:1 Vooraan 500 ml (17 U.S. oz) Inhoud Achteraan 250 ml (8,5 U.S. oz) Differentieelolie BRP differentieelolie (Stuknr. 293 600 043) of Aanbevolen synthetische olie 75W90 (API GL5) Smeermiddel homoki- Smeermiddel homokinetische koppelingen netische koppelingen (Stuknr. 293 550 019)
  • Pagina 136 SPECIFICATIES MODEL OUTLANDER™ MAX 400 EFI CVT TRANSMISSIE Continu Variabele Transmissie Type (CVT) 2.000 Schakeltoerental ± 100 TPM STUURSYSTEEM Draaistraal 2,0 m (6 ft 7 in) Totale spoorbreedte (voertuig op de grond) mm (in) 0 ± 4 (0 ± 0,157) VOORWIELOPHANGING Type ophanging MacPherson...
  • Pagina 137 SPECIFICATIES MODEL OUTLANDER™ MAX 400 EFI BANDEN Maximum 34,5 kPa (5 PSI) Vooraan Minimum 31 kPa (4,5 PSI) Druk Maximum 34,5 kPa (5 PSI) Achteraan Minimum 31 kPa (4,5 PSI) Minimum spoordiepte mm (in) 3 (1/8) banden Vooraan 25 x 8 x 12 Afmeting 25 x 10 x 12 Achteraan...
  • Pagina 138 SPECIFICATIES MODEL OUTLANDER™ MAX 400 EFI MAXIMUMBELASTING Vooraan/ Gewichtsverdeling 46/54 achteraan Opbergkoffer achteraan kg (lb) 10 (22) (inbegrepen in gewicht achterrek) Vooraan kg (lb) 45 (100) Achteraan (inclusief opbergkof- kg (lb) 90 (200) fer achter- aan en dis- selgewicht) Maximale totale voertuigbelading (inclusief bestuurder, alle andere kg (lb) 235 (517)
  • Pagina 139 PROBLEMEN OPLOSSEN _____________________...
  • Pagina 140 TECHNISCHE RICHTLIJNEN ER WERKT NIETS WANNEER DE CONTACTSCHAKELAAR OP AAN (ON) OF AAN ZONDER LICHT WORDT GEDRAAID 1. De motorstopschakelaar staat op UIT (OFF). – Zet de motorstopschakelaar op RUN. MOTOR DRAAIT NIET 1. Contactschakelaar staat op UIT (OFF). – Zet de schakelaar op AAN (ON). 2.
  • Pagina 141 TECHNISCHE RICHTLIJNEN MOTOR WENTELT MAAR START NIET (vervolg) 2. Geen brandstof in de motor (bougie droog bij verwijdering). – Controleer het brandstofpeil. – Mogelijk is de brandstofpomp defect. – Doe een beroep op een erkende Can-Am dealer. 3. Bougie/ontsteking (geen vonk). –...
  • Pagina 142 TECHNISCHE RICHTLIJNEN MOTOR MIST ACCELERATIE OF VERMOGEN (vervolg) 5. CVT vuil of versleten. – Doe een beroep op een erkende Can-Am dealer. 6. De motor draait in beschermingsmodus. – Lees de meldingen op de multifunctionele display. – Het verklikkerlichtje CONTROLEER MOTOR van de multifunctionele meter brandt en op de display verschijnt CHECK ENGINE of LIMP HOME, neem contact op met een erkende Can-Am distributeur/dealer.
  • Pagina 143 TECHNISCHE RICHTLIJNEN VOERTUIG BEREIKT MAXIMUMSNELHEID NIET (vervolg) 3. Luchtfilter/behuizing verstopt of vuil. – Controleer de filter en reinig hem indien nodig. – Controleer de afvoer van het luchtfilterhuis op vuilafzetting. – Controleer de positie van de luchtinlaatleiding. 4. CVT vuil of versleten. –...
  • Pagina 144 MELDINGEN OP DE DISPLAY VAN DE MULTIFUNCTIONELE METER VERKLIKKER- MELDING BESCHRIJVING LICHTJE(S) AAN Duidt aan dat u de verkeerde contactsleu- tel gebruikt. Gebruik de juiste sleutel voor dit voertuig. INVALID KEY Motor controleren Het is ook mogelijk dat de contactsleutel een slecht contact geeft.
  • Pagina 145 GARANTIE _____________________...
  • Pagina 146 Alle originele Can-Am ATV-onderdelen en -accessoires die worden geïnstalleerd door een erkende BRP dealer op het ogenblik van de levering van de Can-Am ATV bouwjaar 2009, genieten dezelfde garantie als die voor de Can-Am ATV. Deze beperkte garantie is ongeldig en vervalt indien: (i) de ATV ooit werd gebruikt om te racen of voor enige andere vorm van competitie, zelfs indien dit bij een vori- ge eigenaar was;...
  • Pagina 147 – Schade ten gevolge van de verwijdering van onderdelen, onoordeelkundige re- paraties, service, onderhoudswerken, veranderingen of het gebruik van onder- delen die niet werden geproduceerd of goedgekeurd door BRP of ten gevolge van reparaties door een persoon die geen erkende BRP dealer met service-au- torisatie is;...
  • Pagina 148 – Zoals beschreven in de Gebruikershandleiding, moet het vereiste routine-on- derhoud tijdig worden uitgevoerd, om aanspraak te kunnen maken op garantie. BRP behoudt zich het recht voor om de dekking onder de garantie te laten afhangen van het voorleggen van bewijsmateriaal van goed onderhoud.
  • Pagina 149 BRP. 7) WAT BRP ZAL DOEN De verplichtingen van BRP in het kader van deze garantie beperken zich, naar eigen inzicht, tot de reparatie van onderdelen die bij normaal gebruik, onderhoud en ser-...
  • Pagina 150 -ban- † † den. Deze banden vallen onder de afzonderlijke garantie van de bandenfabrikant. Neem contact op met de fabrikant of informeer bij uw BRP dealer naar de garan- tiebepalingen en bijstand. Carlisle Tire & Wheel Company 23, Windham Boulevard...
  • Pagina 151 In geval van een mengingsverschil of dispuut in verband met deze beperkte garan- tie, stelt BRP voor om samen met de dealer naar een oplossing voor de kwestie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de servicemanager of zaakvoerder van de erkende dealer.
  • Pagina 152 Gebeurt dit toch, dan zijn deze niet afdwingbaar van BRP. BRP behoudt zich het recht voor, deze garantie op elk gewenst ogenblik te wijzigen. Dergelijke wijzigingen zullen echter geen invloed hebben op de ga- rantievoorwaarden die van toepassing waren op producten, die tijdens de geldigheidsduur van deze garantie werden verkocht.
  • Pagina 153 – Schade ten gevolge van de verwijdering van onderdelen, onoordeelkundige re- paraties, service, onderhoudswerken, veranderingen of het gebruik van onder- delen die niet werden geproduceerd of goedgekeurd door BRP of ten gevolge van reparaties door een persoon die geen erkende Can-Am-distributeur/dealer met service-autorisatie is;...
  • Pagina 154 – Zoals beschreven in de Gebruikershandleiding, moet het vereiste routine-on- derhoud tijdig worden uitgevoerd, om aanspraak te kunnen maken op garantie. BRP behoudt zich het recht voor om de dekking onder de garantie te laten afhangen van het voorleggen van bewijsmateriaal van goed onderhoud.
  • Pagina 155 1. In geval van een mengingsverschil of dispuut in verband met deze beperkte garantie, stelt BRP voor om samen met de dealer naar een oplossing voor de kwestie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de servicemanager of zaakvoerder van de erkende dealer.
  • Pagina 156 Sherbrooke, Québec J1L 1W3 Tel.: 819 566-3366 De gegevens van uw distributeur zijn terug te vinden op www.brp.com. * Voor het gebied waarop deze beperkte garantie van toepassing is worden de producten verdeeld door Bombardier Recreational Products Inc. of zijn dochtermaatschappijen.
  • Pagina 157 Alle originele Can-Am ATV-onderdelen en -accessoires die worden geïnstalleerd door een erkende BRP distributeur/dealer op het ogenblik van de levering van de Can-Am ATV bouwjaar 2009, genieten dezelfde garantie. Deze beperkte garantie is ongeldig en vervalt indien: (i) de ATV ooit werd gebruikt om te racen of voor enige andere vorm van competitie, zelfs indien dit bij een vori- ge eigenaar was;...
  • Pagina 158 – Schade ten gevolge van de verwijdering van onderdelen, onoordeelkundige re- paraties, service, onderhoudswerken, veranderingen of het gebruik van onder- delen die niet werden geproduceerd of goedgekeurd door BRP of ten gevolge van reparaties door een persoon die geen erkende distributeur/dealer met ser- vice-autorisatie is;...
  • Pagina 159 – Zoals beschreven in de Gebruikershandleiding, moet het vereiste routine-on- derhoud tijdig worden uitgevoerd, om aanspraak te kunnen maken op garantie. BRP behoudt zich het recht voor om de dekking onder de garantie te laten afhangen van het voorleggen van bewijsmateriaal van goed onderhoud.
  • Pagina 160 In geval van een mengingsverschil of dispuut in verband met deze beperkte garan- tie, stelt BRP voor om samen met de dealer naar een oplossing voor de kwestie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de servicemanager of zaakvoerder van de erkende distributeur/dealer.
  • Pagina 161 BEPERKTE GARANTIE VAN BRP VOOR DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE: 2009 CAN-AM Voor landen in Europa, het Midden-Oosten, Afrika, Rusland & GOS, dient u contact op te nemen met ons Europese kantoor: BRP EUROPE N.V. Consumer Service Center Skaldenstraat 125 9042 Gent België...
  • Pagina 162 BOMBARDIER RECREATIONAL PRODUCTS INC. Warranty Department 75, J.-A. Bombardier Street Sherbrooke, Québec J1L 1W3 Faxnummer: 819 566-3590 In de VS BRP US INC. Warranty Department 7575 Bombardier Court Wausau WI 54401 Tel.: 715 848-4957 Andere landen van de wereld BRP EUROPEAN DISTRIBUTION...
  • Pagina 163 Wanneer u BRP op de hoogte brengt, zelfs nadat de beperkte garantie is afgelo- pen, kan BRP u bereiken indien dit nodig zou zijn, bijvoorbeeld als er ATV's zouden worden teruggeroepen om veiligheidsredenen. BRP op de hoogte brengen is de verantwoordelijkheid van de eigenaar.
  • Pagina 164 VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR _____________________...
  • Pagina 165 VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR _____________________...
  • Pagina 166 VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR _____________________...
  • Pagina 167 VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR _____________________...
  • Pagina 168 VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR _____________________...
  • Pagina 169 Informeer bij de dealer waar u uw voertuig kocht of uw voertuig werd gere- gistreerd bij BRP . Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan lei-...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Can-am ds250 2009Can-am outlander 400 efi 2009