RIJDEN MET UW VOERTUIG
om te verhinderen dat ijs of sneeuw zich kunnen vastzetten. Raadpleeg
de paragraaf ALGEMENE BEDIENINGS- EN VEILIGHEIDSVOORSCHRIF-
TEN in dit hoofdstuk voor nadere informatie over rijden op besneeuwde
oppervlakken.
Rijden op zandduinen of sneeuw is nog een unieke ervaring, waarvoor u
echter enkele elementaire voorzorgen moet nemen. In nat, diep of fijn
zand/sneeuw treedt er tractieverlies op en kan het voertuig gaan schuiven,
kantelen of "vastlopen". Zoek in dit geval naar een vastere ondergrond.
Ook in deze situatie dient u te vertragen en uit te kijken voor moeilijke
rijomstandigheden. Rijdt u met een passagier (2-UP-modellen), rijd dan
traag.
Wanneer u in duingebied gaat rijden, is het raadzaam uw voertuig uit te
rusten met een hoog uitstekende vlag. Zo kunnen andere personen aan
de andere kant van de zandduin beter zien waar u zich bevindt. Rijd voor-
zichtig wanneer u voor u nog een veiligheidsvlag bespeurt. Omdat een
hoog uitstekende vlag kan plooien en terugveren tegen uw lichaam, mag
u ze niet gebruiken op plaatsen met lage takken of hindernissen. Wanneer
u een passagier meeneemt op een 2-UP-model, kan dit een weerslag
hebben op de besturing van uw voertuig en de stabiliteit.
Rijden op losse stenen of kiezel lijkt sterk op rijden op ijs. Dit beïnvloedt
de besturing van uw voertuig en kan leiden tot slippen, wegslingeren van
de passagier (2-UP-modellen) en kantelen, vooral bij hoge snelheden. Ook
de remafstand kan toenemen. Vergeet niet dat er bij "bruusk gas geven"
of doorslippen losse stenen naar achteren kunnen vliegen en een andere
bestuurder kunnen raken. Doe dit nooit opzettelijk. Wanneer u een passa-
gier meeneemt op een 2-UP-model, kan dit een weerslag hebben op de
besturing van uw voertuig, de stabiliteit en de remafstand.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
59