RIJDEN MET UW VOERTUIG
Te doen nadat de motor is gestart
TE INSPECTEREN
ITEMS
STUURINRICHTING
SCHAKELHENDEL
KEUZESCHAKELAAR
2WD/4WD
REMMEN
MOTORSTOPSCHAKELAAR
CONTACTSCHAKELAAR
Kledij
Kijk ook naar de weersomstandigheden om te beslissen welke kledij u
aantrekt. Kleed u op de laagste voorspelde temperatuur. Thermisch onder-
goed op de huid zorgt ook voor een goede isolatie. Van belang is dat de
bestuurder en de passagier altijd geschikte beschermende kledij en uitrus-
ting dragen, onder meer een goedgekeurde helm, oogbescherming, laar-
zen, handschoenen, een hemd met lange mouwen en een lange broek.
De passagier moet een goedgekeurde helm met harde kinbeschermer
dragen. Deze kledij zal u beschermen tegen een aantal kleinere risico's
die u onderweg kunt tegenkomen. De bestuurder en passagier mogen
nooit losse kledij dragen, zoals een sjaal, die in het voertuig, boomtakken
en struiken verstrikt kan raken. Afhankelijk van het weer hebt mogelijk u
een antimistbril of zonnebril nodig. Er zijn lenzen en brillen in verschillende
kleuren verkrijgbaar, waarmee variaties in het terrein beter te onderschei-
den zijn. Draag uw zonnebril enkel overdag.
48
TE INSPECTEREN
Draai het stuur heen en weer om na te gaan of het stuur vrij kan
bewegen.
Controleer de werking van de schakelhendel (P, R, N, H en L).
Controleer de werking van de 2WD/4WD-keuzeschakelaar.
Rijd langzaam zowat een meter vooruit en test alle remmen een
voor een uit. De remmen volledig inschakelen. De hendel en het
pedaal moeten naar hun oorspronkelijke stand terugkeren na het
loslaten.
Controleer de goede werking van de motorstopschakelaar.
Controleer de goede werking van de contactschakelaar door de
motor in en uit te schakelen.
VEILIGHEIDSINFORMATIE