Download Print deze pagina

Advertenties

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor BRP can-am OUTLANDER 400 EFI 2013

  • Pagina 3 Gefeliciteerd met de aankoop van uw Dit voertuig is uitsluitend bedoeld voor nieuwe Can-Am™ ATV. U geniet de recreatief gebruik door ervaren be- BRP-garantie en kunt steeds een be- stuurders. roep doen op een netwerk van erken- de Can-Am dealers voor onderdelen, Rijopleiding service of gewenste accessoires.
  • Pagina 4 Info over deze De informatie in dit document is cor- rect op het moment van publicatie. Gebruikershandleiding BRP voert echter een beleid van con- Deze Gebruikershandleiding is be- tinue verbetering van zijn producten, doeld om de eigenaar/bestuurder van zonder dat dit enige verbintenis in-...
  • Pagina 5 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD ............... 1 Informeer u voor u vertrekt .
  • Pagina 6 INHOUDSOPGAVE BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING (vervolg) 6) Dimschakelaar ..............80 7) Motorstopschakelaar .
  • Pagina 7 INHOUDSOPGAVE ONDERHOUD INVAARINSPECTIE ............. . . 106 ONDERHOUDSSCHEMA .
  • Pagina 8 GARANTIE BEPERKTE GARANTIE VAN BRP V.S. EN CANADA: 2013 CAN-AM ATV ................. 164 INTERNATIONALE BEPERKTE GARANTIE VAN BRP: 2013 CAN-AM ATV .
  • Pagina 9 VEILIGHEIDS- INFORMATIE ________ _______ VEILIGHEIDS-INFORMATIE...
  • Pagina 10 Accessoires en vensters en deuren, een gebouw aanpassingen kunnen binnendringen. Maak geen ongeautoriseerde aanpas- singen of gebruik geen onderdelen of accessoires die niet door BRP zijn goedgekeurd. Omdat zulke aanpas- singen niet door BRP zijn getest, kan _______ _______ VEILIGHEIDS-INFORMATIE...
  • Pagina 11 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN dit een verhoogd risico op ongevallen of letsel met zich meebrengen en het voertuig onwettelijk maken. Contacteer uw erkende Can-Am dealer voor de accessoires die voor uw voer- tuig beschikbaar zijn. ________ _______ VEILIGHEIDS-INFORMATIE...
  • Pagina 12 BIJZONDERE VEILIGHEIDSBERICHTEN DIT VOERTUIG IS GEEN SPEELGOED EN KAN GEVAAR OPLEVEREN TIJ- DENS HET BERIJDEN. – Het besturen van dit voertuig is anders dan voertuigen zoals motorfietsen en auto's. Een aanrijding of koprol is snel gebeurd als u de nodige voorzorgen niet neemt, zelfs tijdens routinemanoeuvres zoals keren, bergop of over hindernis- sen rijden.
  • Pagina 13 BIJZONDERE VEILIGHEIDSBERICHTEN – Rijd nooit op te ruige, gladde of losse ondergrond, tot u de nodige vaardigheden heeft verworven om uw voertuig onder controle te houden op dergelijk terrein. Wees altijd uiterst voorzichtig op dergelijk terrein. Vergeet nooit dat u een pas- sagier vervoert, wanneer u een 2-UP model bestuurt.
  • Pagina 14 2-UP model uw zicht kan belemmeren. – BRP raadt u aan op uw ATV te zitten bij het achteruitrijden. Sta zo weinig moge- lijk rechtop. Als uw gewicht naar voren schuift tegen de gashendel kunt u onver- hoeds versnellen en de controle verliezen.
  • Pagina 15 Gebruikershandleiding wordt beschreven. – Voer nooit onoordeelkundige wijzigingen aan uw voertuig uit, bijvoorbeeld verkeerde installatie of toepassing van accessoires. Gebruik alleen door BRP goedgekeurde accessoires. Installeer NOOIT een passagiersstoel op een 1-UP model en laat nooit een passagier plaatsnemen op de bagagerekken.
  • Pagina 16 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN De volgende waarschuwingen en de vorm waarin ze verschijnen zijn opgelegd door de Amerikaanse United States Consumer Product Safety Commission en moeten worden opgenomen in de Gebruikershandleiding van alle ATV's. OPMERKING: De volgende illustraties zijn slechts algemene voorstellingen. Uw model kan hiervan afwijken.
  • Pagina 17 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet-naleving van de leeftijdsaanbevelingen voor dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Wanneer deze leeftijdsaanbeveling niet wordt gerespecteerd, loopt de jon- ge bestuurder gevaar op ernstig letsel of zelfs de dood. Zelfs als een kind tot de leeftijdscategorie behoort waarvoor dit voertuig wordt aanbevolen, beschikt het niet altijd over de nodige vaardigheden en voldoende beoordelingsvermogen om veilig met dit voertuig te rijden.
  • Pagina 18 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN Enkel 2-UP-modellen WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet-naleving van de leeftijdsaanbevelingen voor de passagier van een 2-UP-model. WAT KAN ER GEBEUREN Een kind van jonger dan 12 is meestal niet in staat om veilig mee te rijden en kan een ernstig ongeluk krijgen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Laat nooit een persoon van jonger dan 12 met dit voertuig meerijden.
  • Pagina 19 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN Enkel 1-UP-modellen WAARSCHUWING V00A02Q MOGELIJK GEVAAR Een passagier meenemen met dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Hierdoor wordt uw voertuig moeilijker bestuurbaar en raakt het sneller uit evenwicht. Dit kan tot een ongeluk leiden, waarbij u en/of uw passagier gewond raken. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Neem nooit een passagier mee.
  • Pagina 20 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN Enkel 2-UP-modellen WAARSCHUWING V00A1CQ MOGELIJK GEVAAR Meer dan één (1) passagier meenemen op dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Wanneer u meer dan één (1) passagier meeneemt, zal dit voertuig snel zijn evenwicht verliezen of oncontroleerbaar worden. Dit kan tot een ongeluk leiden, waarbij u en/of uw passagiers gewond raken. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Neem nooit meer dan één (1) passagier mee.
  • Pagina 21 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN Enkel 2-UP-modellen WAARSCHUWING V00A2DQ MOGELIJK GEVAAR Een passagier laten plaatsnemen op een andere plek dan de speciale passa- giersstoel. WAT KAN ER GEBEUREN Passagiers die op een andere locatie gaan zitten dan de speciale passagiers- stoel kunnen: – De stabiliteit van het voertuig in geding brengen en dit kan verlies van be- heersing veroorzaken.
  • Pagina 22 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met dit voertuig op verharde oppervlakken. WAT KAN ER GEBEUREN De banden zijn ontworpen voor offroad-gebruik en niet geschikt om op verharde wegen te rijden. Op een verharde weg verandert het rijgedrag van uw voertuig aanzienlijk, waardoor u de controle kunt verliezen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd nooit met dit voertuig op verharde oppervlakken, bijv.
  • Pagina 23 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Met dit voertuig op de openbare weg rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt botsen met een ander voertuig. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd nooit met dit voertuig op de openbare weg, zelfs als het een aardeweg of kiezelpad betreft.
  • Pagina 24 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met dit voertuig zonder een goedgekeurde helm, oogbescherming en beschermende kledij te dragen. Ook de passagier van een 2-UP-model moet een goedgekeurde helm met harde kinbeschermer dragen. WAT KAN ER GEBEUREN De volgende zaken zijn van toepassing op de bestuurder en de passagier (2-UP modellen): –...
  • Pagina 25 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING V00A07Q MOGELIJK GEVAAR Dit voertuig besturen als u onder invloed bent van drugs of alcohol. WAT KAN ER GEBEUREN Hierdoor kan de passagier vallen (2-UP-modellen). Dit kan uw beoordelingsvermogen ernstig aantasten. Uw reactiesnelheid kan afnemen. Uw evenwicht en perceptie kunnen eronder lijden. Dit kan leiden tot een ongeluk of overlijden van de passagier (2-UP-model- len) en/of bestuurder.
  • Pagina 26 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING V00A08Q MOGELIJK GEVAAR Te snel rijden met dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN De kans dat u de controle over uw voertuig verliest en een ongeluk heeft neemt toe. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Pas uw snelheid altijd aan aan het terrein, de zichtbaarheid, de rijomstan- digheden en uw ervaring.
  • Pagina 27 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden op twee wielen, springen en andere stunts. WAT KAN ER GEBEUREN Verhoogt het risico van bestuurder en passagier (2-UP-modellen) op een ongeluk, inclusief kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Haal nooit stunts uit, zoals op twee wielen rijden of springen. Probeer niet op te scheppen.
  • Pagina 28 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden op bevroren waterwegen. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt zwaar of zelfs dodelijk letsel oplopen als u door het ijs breekt. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Begeef u nooit met dit voertuig op een bevroren oppervlak, tenzij u zeker weet dat het ijs dik en stevig genoeg is om het voertuig en zijn lading te dragen en bestand is tegen de kracht die een bewegend voertuig uitoefent.
  • Pagina 29 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Onvoldoende voorzichtig rijden op onbekend terrein. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt op verborgen rotsblokken, bulten of gaten stoten zonder voldoende tijd om te reageren. Uw voertuig kan kantelen of oncontroleerbaar worden en de passagier kan worden weggeslingerd (2-UP-modellen).
  • Pagina 30 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Onvoldoende voorzichtig rijden op zeer ruige, gladde of losse ondergrond. WAT KAN ER GEBEUREN Uw voertuig kan zijn grip verliezen en oncontroleerbaar worden. Dit kan lei- den tot een ongeluk, bijvoorbeeld kantelen of wegslingeren van de passa- gier (2-UP-modellen).
  • Pagina 31 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd draaien. WAT KAN ER GEBEUREN Het voertuig kan oncontroleerbaar worden en een botsing veroorzaken, kantelen of de passagier wegslingeren (2-UP-modellen). HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg om te draaien altijd de juiste procedures die u verder in deze Gebrui- kershandleiding vindt.
  • Pagina 32 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden op zeer steile hellingen. WAT KAN ER GEBEUREN Het voertuig kan sneller kantelen op zeer steile hellingen dan op vlakke on- dergrond of lichte hellingen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Begeef u met dit voertuig nooit op hellingen die te steil zijn voor het voertuig of voor uw rijvaardigheid.
  • Pagina 33 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd bergop rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen, de passagier kan worden weggeslingerd (2-UP-modellen) of uw voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg om bergop te rijden altijd de juiste procedures die u verder in deze Ge- bruikershandleiding vindt.
  • Pagina 34 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd bergaf rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen, de passagier kan worden weggeslingerd (2-UP-modellen) of uw voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg om bergaf te rijden altijd de juiste procedures die u verder in deze Ge- bruikershandleiding vindt.
  • Pagina 35 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd dwars op een helling rijden of keren op een helling. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen, de passagier kan worden weggeslingerd (2-UP-modellen) of uw voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Voer dit manoeuvre nooit uit op een 2-UP-model met een passagier aan boord.
  • Pagina 36 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN Enkel 1-UP-modellen WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Stilvallen, achteruit rollen of verkeerd afstappen tijdens het bergop rijden. WAT KAN ER GEBEUREN Uw voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Schakel naar een gepaste versnelling en houd een constante snelheid aan bij het bergop rijden.
  • Pagina 37 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN Enkel 2-UP-modellen WAARSCHUWING V00A1PQ MOGELIJK GEVAAR Stilvallen, achteruit rollen of verkeerd afstappen tijdens het bergop rijden. WAT KAN ER GEBEUREN Uw voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Schakel naar een gepaste versnelling en houd een constante snelheid aan bij het bergop rijden.
  • Pagina 38 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd over hindernissen rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen of botsen en de passagier (2-UP-modellen) kan worden weggeslingerd. Het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN De bestuurder van een 2-UP-model is verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn passagier.
  • Pagina 39 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd slippen of schuiven. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle over uw voertuig verliezen. U kunt ook plots opnieuw grip krijgen, waardoor het voertuig kan kantelen of de passagier kan worden weggeslingerd (2-UP-modellen). HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Vermijd slippen en schuiven met een 2-UP-model wanneer er een passagier aan boord is.
  • Pagina 40 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Met het voertuig door diep of snel stromend water rijden. WAT KAN ER GEBEUREN De banden kunnen gaan drijven, waardoor u uw grip en de controle verliest en een ongeval kunt veroorzaken. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd nooit met dit voertuig door snel stromend water of door water dat die- per is dan de specificaties verder in deze Gebruikershandleiding.
  • Pagina 41 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd achteruit rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt tegen een hindernis of persoon achter het voertuig rijden en ernstige verwondingen veroorzaken. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Controleer wanneer u in achteruit schakelt of er geen hindernissen of perso- nen achter het voertuig zijn.
  • Pagina 42 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met ongeschikte banden, met een verkeerde of ongelijkmatige ban- denspanning. WAT KAN ER GEBEUREN Wanneer u rijdt met ongeschikte banden of een verkeerde of ongelijkma- tige bandenspanning, kunt u de controle over het voertuig verliezen, een klapband krijgen of kunnen de banden loskomen van de velgen.
  • Pagina 43 Alle onderdelen en accessoires die u aan dit voertuig toevoegt, moeten goedgekeurd zijn door BRP en worden geïnstalleerd en gebruikt volgens de aanwijzingen. Met al uw bijkomende vragen kunt u bij een erkende Can-Am dealer terecht.
  • Pagina 44 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Overladen van dit voertuig en verkeerd dragen of slepen van lasten. WAT KAN ER GEBEUREN Het rijgedrag van het voertuig kan veranderen, wat tot ongelukken kan lei- den. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Overschrijd nooit de aangegeven maximale belading van dit voertuig, in- clusief bestuurder en passagier (2-UP-modellen), alle lasten en bijkomende accessoires.
  • Pagina 45 BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING V03M01Q MOGELIJK GEVAAR Het transport van ontvlambare of gevaarlijke materialen kan tot ontploffin- gen leiden. WAT KAN ER GEBEUREN Dit kan ernstig letsel of zelfs de dood tot gevolg hebben. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Vervoer nooit ontvlambare of gevaarlijke materialen. ________ _______ VEILIGHEIDS-INFORMATIE...
  • Pagina 46 RIJDEN MET UW VOERTUIG Om ten volle te kunnen genieten van een aangename en boeiende rit met uw voertuig MOET u enkele basisregels en tips in acht nemen. Sommige regels zullen nieuw zijn voor u, en sommige zijn vanzelfsprekend en berusten op gezond verstand.
  • Pagina 47 RIJDEN MET UW VOERTUIG Ga er nooit van uit dat het voertuig overal veilig zal geraken. Door onverwachte terreinveranderingen, zoals putten, laagtes, glooiingen, zachtere of hardere “grond” of andere onregelmatigheden kan het voertuig kantelen of onstabiel worden. Rijd traag en observeer altijd het terrein voor u om dit te voorkomen. Dreigt het voertuig toch te kantelen of om te kiepen, dan kunt u beter onmiddellijk afstappen, WEG van de richting waarin het voertuig kantelt! Inspectie voor het vertrek...
  • Pagina 48 RIJDEN MET UW VOERTUIG TE INSPECTEREN ✔ TE INSPECTEREN ITEMS Controleer of de zitting van de bestuurder op zijn plaats staat en goed vergrendeld is. Controleer of de passagierszitting en de opbergkoffer correct zijn Zitting(en) aangebracht en bevestigd (2-UP-modellen). Controleer de handgrepen en rugleuning van de passagier (2-UP-modellen) Respecteer de maximale belasting als u lading vervoert.
  • Pagina 49 RIJDEN MET UW VOERTUIG TE INSPECTEREN ✔ TE INSPECTEREN ITEMS Rijd langzaam zowat een meter vooruit en test alle remmen een voor Remmen een uit. De remmen volledig inschakelen. De hendel en het pedaal moeten naar hun oorspronkelijke stand terugkeren na het loslaten. Motorstopschakelaar Controleer de goede werking van de motorstopschakelaar.
  • Pagina 50 ÉÉN (1) passagier. De passagier moet plaatsnemen op de daartoe voorziene passagiersstoel en zich altijd vasthouden aan de handgrepen. Installeer NOOIT een andere passagiersstoel dan het door BRP aanbevolen model. Laat geen passagier(s) plaatsnemen op de bagagerekken. Wanneer u meer dan één (1)
  • Pagina 51 RIJDEN MET UW VOERTUIG in het gedrang. Wanneer de opbergkoffer is geïnstalleerd (op de plaats van de passagiersstoel), wordt dit een SOLOVOERTUIG (1-UP-model) en mag er GEEN PASSAGIER worden vervoerd. Lading transporteren Elke last op het voertuig en/of de bagagerekken zal de stabiliteit en remafstand van het voertuig beïnvloeden.
  • Pagina 52 RIJDEN MET UW VOERTUIG TABEL VAN DE MAXIMALE LADING 1-UP- model- 227 kg MAXIMALE TOTALE Inclusief bestuurder, alle andere LADING lasten en toegevoegde accessoires. 2-UP- model- 235 kg LADING VOORAAN 45 kg Gelijkmatig verdeeld. Gelijkmatig verdeeld. Inclusief achterrek, LADING ACHTERAAN 90 kg bergvak achteraan en disselbelasting.
  • Pagina 53 RIJDEN MET UW VOERTUIG Recreatief gebruik Respecteer de rechten en beperkingen van anderen. Begeef u niet in zones die zijn voorbehouden aan andere offroadactiviteiten. Daartoe behoren paden voor sneeuwscooters, ruiters, langlaufsporen, mountainbikeparcours enz. Ga er nooit van uit dat er toch geen andere gebruikers op het pad zijn. Houd altijd uiterst rechts op het pad en zigzag niet heen en weer.
  • Pagina 54 RIJDEN MET UW VOERTUIG Wilde dieren opjagen is wettelijk verboden in heel wat streken. Wild dat door een motorvoertuig wordt opgejaagd, kan sterven van uitputting. Komt u dieren tegen op uw weg, stop dan en observeer ze in stilte. U houdt er zeker heel wat mooie her- inneringen aan over.
  • Pagina 55 RIJDEN MET UW VOERTUIG Wanneer u een passagier meeneemt op een 2-UP-model, heeft dit een grote invloed op de besturing van uw voertuig, de stabiliteit en de remafstand. Matig uw snelheid altijd wanneer u een passagier meeneemt. Voorzie een langere remafstand.
  • Pagina 56 RIJDEN MET UW VOERTUIG Dwars op een helling rijden Dit moet zoveel mogelijk worden vermeden. Is het toch noodzakelijk, wees dan uiterst voorzichtig. Laat uw passagier altijd afstappen voordat u dit doet. Wanneer u dwars op een steile helling rijdt kunt u kantelen. Bovendien kunt u op gladde of losse oppervlakken oncontroleerbaar wegschuiven.
  • Pagina 57 RIJDEN MET UW VOERTUIG Houd rempedaal, voetsteunen, voetplaten, rem- en gashendels altijd sneeuw- en ijsvrij. Veeg regelmatig de sneeuw van de zitting, handgrepen en kop- en achterlicht. De sneeuw kan rotsen, boomstronken of andere objecten verhullen of kan zo diep liggen dat het voertuig onbruikbaar is omdat het vast zou komen te zitten of helemaal geen tractie meer zou hebben in de sneeuwbrij.
  • Pagina 58 RIJDEN MET UW VOERTUIG vmo2012-012-520 Hoewel dit voertuig is uitgerust met een degelijk ophangingssysteem, kan het rijden op zeer hobbelig of uiterst ruig terrein u een onaangenaam gevoel geven of zelfs rugletsels veroorzaken. Vaak moet u in gehurkte houding rijden. Vertraag dan en vang de schokken gedeeltelijk op met gebogen benen.
  • Pagina 59 RIJDEN MET UW VOERTUIG vmo2012-012-524 Natte remmen verminderen het remvermogen van uw voertuig. Laat de remmen altijd drogen door ze meermaals te activeren nadat het voertuig water, modder of sneeuw verlaten heeft. Wanneer u een passagier meeneemt op een 2-UP-model heeft dit een grote weerslag op uw remafstand.
  • Pagina 60 RIJDEN MET UW VOERTUIG Rijden op zandduinen of sneeuw is nog een unieke ervaring, waarvoor u echter en- kele elementaire voorzorgen moet nemen. In nat, diep of fijn zand/sneeuw treedt er tractieverlies op en kan het voertuig gaan schuiven, kantelen of vastlopen. Zoek in dat geval naar een vastere ondergrond.
  • Pagina 61 RIJDEN MET UW VOERTUIG Passeer hindernissen op uw weg voorzichtig. Daartoe behoren losse rotsblokken, omgevallen bomen, gladde oppervlakken, omheiningen, palen, wallen en laagtes. Vermijd ze zoveel mogelijk. Houd er rekening mee dat sommige hindernissen te groot of gevaarlijk zijn om over te rijden en beter ontweken worden. De bestuurder van een 2-UP-model is verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn passagier.
  • Pagina 62 RIJDEN MET UW VOERTUIG vmo2012-012-526 2 2 -UP-modellen Vergeet niet dat de bestuurder verantwoordelijk is voor de veiligheid van zijn pas- sagier. Laat hem in geval van twijfel afstappen voordat u bergop rijdt. Denk eraan: wanneer u met een passagier rijdt heeft dit een grote invloed op de besturing van uw voertuig, de stabiliteit en de remafstand.
  • Pagina 63 RIJDEN MET UW VOERTUIG V00A1XL Bergaf 1 1 -UP-modellen Verplaats uw lichaamsgewicht naar achteren. Rem geleidelijk om niet te slippen. Laat u niet naar beneden “rollen” op uitsluitend de motorcompressie of in neu- traal. vmo2012-012-523 2 2 -UP-modellen Vergeet niet dat de bestuurder verantwoordelijk is voor de veiligheid van zijn pas- sagier.
  • Pagina 64 RIJDEN MET UW VOERTUIG Beslist u met uw passagier te rijden, dan moet hij zijn bewegingen met de uwe syn- chroniseren. De bestuurder en passagier moeten hun gewicht naar achteren verplaatsen. Rem geleidelijk om niet te slippen. Laat u niet naar beneden “rollen” op uitsluitend de motorcompressie of in neutraal.
  • Pagina 65 RIJDEN MET UW VOERTUIG vmo2012-012-527 2 2 -UP-modellen Vergeet niet dat de bestuurder verantwoordelijk is voor de veiligheid van zijn passa- gier. Laat hem in geval van twijfel afstappen voordat u doorgaat. Denk eraan: wan- neer u met een passagier rijdt heeft dit een grote invloed op de besturing van uw voertuig, de stabiliteit en de remafstand.
  • Pagina 66 RIJDEN MET UW VOERTUIG V00A1ZL _______ _______ VEILIGHEIDS-INFORMATIE...
  • Pagina 67 BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT Loshangend Etiket Dit voertuig is bij zijn levering voorzien van etiketten en labels met belangrijke vei- ligheidsinformatie. Iedereen die met dit voertuig rijdt, moet deze informatie lezen en begrijpen voor het rijden. 1-UP-modellen 704901859A_nl ________ _______ VEILIGHEIDS-INFORMATIE...
  • Pagina 68 BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT 2-UP-modellen WAARSCHUWING Verkeerd gebruik van dit voertuig kan tot ERNSTIGE of DODELIJKE VERWONDINGEN leiden. vmo2009-008-012_nl A A lle modellen vmo2006-005-009_nl _______ _______ VEILIGHEIDS-INFORMATIE...
  • Pagina 69 BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT Veiligheidslabels op het voertuig Lees alle veiligheidslabels op uw voer- tuig aandachtig door. De veiligheidslabels op uw voertuig moeten als vaste onderdelen van het voertuig worden beschouwd. Als ze ontbreken of beschadigd zijn, kun- nen ze kosteloos worden vervangen. Raadpleeg een erkende Can-Am dea- ler.
  • Pagina 70 BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT vmo2010-010-101_b vmo2009-008-011_nl LABEL 1: 2-UP-MODELLEN vmo2009-003-004_nl LABEL 1: 1-UP-MODELLEN LABEL 2: 1-UP-MODELLEN _______ _______ VEILIGHEIDS-INFORMATIE...
  • Pagina 71 BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT LABEL 5: 1-UP-MODELLEN vmo2009-011-203_a_nl LABEL 2: 2-UP-MODELLEN vmo2009-011-201_a_nl LABEL 5: 2-UP-MODELLEN LABEL 3 vmo2006-016-008_nl LABEL 6: RAADPLEEG DE SPECIFICATIES VOOR DE TOEPASSELIJKE WAARDEN vmo2006-005-010_nl LABEL 7: RAADPLEEG DE SPECIFICATIES VOOR DE TOEPASSELIJKE WAARDEN LABEL 4 ________ _______ VEILIGHEIDS-INFORMATIE...
  • Pagina 72 BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT XXX XXXXXXX XXX XXXXXXX XXX X XXXX XX XXX XX XXX 704902876_nl LABEL 8: 1-UP-MODELLEN - RAADPLEEG DE SPECIFICATIES VOOR DE TOEPASSELIJKE WAARDEN vmo2010-004-002_nl LABEL 9 DIT TERREINVOERTUIG IS NIET BESTEMD VOOR GEBRUIK OP DE OPENBARE WEG.
  • Pagina 73 BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT Conformiteitslabels Deze labels geven weer of het voertuig conform is. vmo2008-011-091_nl ONDER ZITTING, OP DE BOVENSTE STANG VAN HET CHASSIS XXX XXXXXXX XXX XXXXXXX XXX X XXXX XX XXX XX XXX vmo2010-001-302_a_nl ONDER ZITTING, OP DE BOVENSTE STANG VAN HET CHASSIS 704902867_nl OP HET ACHTERSPATBORD...
  • Pagina 74 BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT Deze pagina is bewust leeg gelaten _______ _______ VEILIGHEIDS-INFORMATIE...
  • Pagina 75 VOERTUIG- INFORMATIE _______________...
  • Pagina 76 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/ UITRUSTING OPMERKING: Sommige bedieningselementen/instrumenten/uitrusting zijn opties. 19, 22 vmo2010-010-002_a TYPISCH — 1-UP-MODELLEN 19, 22 vmo2010-010-003_a TYPISCH — 2-UP-MODELLEN ______________...
  • Pagina 77 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING vmo2008-019-052_f TYPISCH — 1-UP-MODELLEN 16, 17 vmo2008-016-009_e TYPISCH — 2-UP-MODELLEN _______________...
  • Pagina 78 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING vmo2010-010-004_a TYPISCH — ALLE MODELLEN 1) Gashendel De gashendel bevindt zich rechts aan het stuur. Wanneer deze naar voren wordt ge- duwd verhoogt het motortoerental tot waar het kan schakelen naar de geko- zen versnelling. Zodra de hendel wordt losgelaten keert de motor automatisch terug naar het stationair toerental en vertraagt het vmo2008-019-005_a...
  • Pagina 79 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Met deze schakelaar kunt u kiezen tus- sen 2WD en 4WD, wanneer het voer- tuig stilstaat. vmo2008-019-005_b TYPISCH 1. Keuzeschakelaar V07I0DY 2. 2WD positie 3. 4WD positie 4WD-MODUS OPMERKING Het voertuig moet Om de 4WD-modus uit te schakelen stilstaan om over te schakelen tus- zet u de schakelaar op 2WD.
  • Pagina 80 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Wanneer de keuzeschakelaar op 2WD OPMERKING: Net als bij andere voer- staat, werkt het voertuig altijd met tuigen op wielen verschuift het ge- 2-wielaandrijving. wicht bij het remmen naar de voorwie- len. Om efficiënter te kunnen stop- pen, verdeelt het remsysteem meer 3) Remhendel links remkracht naar de voorwielen.
  • Pagina 81 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 5) Schakelhendel Om het mechanisme te activeren: Druk de remhendel in en houd hem De schakelhendel zit aan de rechter- vast terwijl u het remhendelslot ver- kant van het voertuig naast de stuurko- zet. De remhendel is nu ingedrukt en lom.
  • Pagina 82 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 6) Dimschakelaar heden kan het noodzakelijk zijn, het voertuig heen en weer te schommelen De dimschakelaar bevindt zich links om de tandwielen in de transmissie te aan het stuur. bewegen, zodat de parkeerstand kan Met deze schakelaar wordt het groot- worden ingesteld.
  • Pagina 83 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 9) Ophefknop De ophefknop bevindt zich links aan het stuur. Deze knop dient om de motortoeren- talbegrenzer te neutraliseren als u fors in achteruit rijdt. Houd de ophefknop ingedrukt terwijl u de gashendel geleidelijk indrukt. OPMERKING: Bij gebruik van de op- heffunctie schuift de melding NEGE- REN over de multifunctionele meter vmo2012-005-001_a...
  • Pagina 84 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 10) Multifunctioneel naar Engelse maten. Doe voor deze maatinstellingen een beroep op uw er- instrumentenbord kende Can-Am dealer. De multifunctionele meter bevindt zich OPMERKING: De eenheden van alle midden op het stuur. parameters worden tegelijk gewijzigd. WAARSCHUWING Selecteer de diverse numerieke displays en systeemmodi of ver- ander de instellingen alleen als het voertuig stilstaat.
  • Pagina 85 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING vmo2008-001-020_g vmo2008-001-020_e 1. Display 2 (modus) 1. Snelheid van voertuig 2. Display 3 (modus/bericht) 2. Unitselectie 3. Selectieknop Display 2 (Modus) Kilometerteller Door indrukken van de selectieknop Registreert de totale afgelegde af- kunnen de volgende modi worden stand. weergegeven: –...
  • Pagina 86 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Klok 9. Kies het eerste minutencijfer door op de knop te drukken. Toont de huidige tijd. 10. HOUD de knop ingedrukt. Om de huidige tijd in te stellen gaat u als volgt te werk: 11. Kies het tweede minutencijfer door op de knop te drukken.
  • Pagina 87 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Displaykeuzetoets Knop gebruikt om te navigeren tussen modi of gegevens de resetten, afhan- kelijk van de geselecteerde functie. vmo2008-001-020_J 1. Kilometerteller 2. Gebruiksbereik 3. Kilometertellen via display 2 (modus) Versnellingsdisplay Deze display toont in welke versnelling vmo2008-001-020_i het voertuig staat. 1.
  • Pagina 88 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Verklikkerlichtjes WEERGAVE FUNCTIE OPMERKING: geven in combinatie Parkeren TABEL VAN MELDINGEN IN DIS- PLAY 3 (MODUS/BERICHT) bijkomen- Achteruit de informatie over meldingen. Neutraal OPMERKING: Er verschijnt geen mel- ding als u de F-versnelling (vooruit) hebt geselecteerd. Als de letter “E” op de versnellingsdisplay verschijnt, wijst dit op een elektrische communi- catiestoring.
  • Pagina 89 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 11) 12-volt-voedingsuitgang Het stopcontact van 12 volt bevindt zich op het centrale paneel bij de stuur- kolom. Dit is een handige aansluiting voor een looplamp of andere draagbare uitrus- ting. Verwijder het beschermkapje voor ge- bruik. Bevestig het altijd opnieuw na gebruik, ter bescherming tegen vocht.
  • Pagina 90 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING D.E.S.S. (Digitally Encoded Security Het remeffect is evenredig met de System) kracht die op de hendel wordt uitgeoe- fend. Enkel Noord-Amerikaanse modellen OPMERKING: Als 4WD is ingescha- De contactsleutel is voorzien van een keld, zal de rem via de aandrijftrein ook elektronisch circuit dat een uniek elek- inwerken op de voorwielen.
  • Pagina 91 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 16) Passagiersstoel 2-UP-modellen WAARSCHUWING Gebruik dit voertuig nooit zonder dat de passagiersstoel correct is geïnstalleerd. De passagiersstoel is speciaal ontwor- vmo2008-016-004_a pen om ÉÉN (1) passagier op een veili- 2-UP-MODELLEN ge en comfortabele manier te vervoe- 1. Voetsteun bestuurder ren.
  • Pagina 92 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING WAARSCHUWING Uiterst belangrijk voor de veilig- heid van de passagier is dat u con- troleert of de passagiersstoel cor- rect op zijn plaats vergrendeld zit door deze meermaals achteruit en omhoog te trekken. 17) Opbergkoffer 2-UP-modellen vmo2006-008-009_a AFBEELDING VAN DE LINKERKANT WAARSCHUWING 1.
  • Pagina 93 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING WAARSCHUWING Wanneer de passagiersstoel wordt verwijderd, wordt dit een EENPER- SOONSVOERTUIG (1-UP-model) en mag er GEEN PASSAGIER mee- rijden. Laat NOOIT een passagier plaatsnemen op de opbergkoffer. Installatie opbergkoffer VER- Verwijder de passagiersstoel, zie vmo2008-001-003_a WIJDERING PASSAGIERSSTOEL 1. Riem Plaats de opbergkoffer op het achter- spatbord.
  • Pagina 94 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING vmo2006-008-011_a 2-UP-MODELLEN 1. Zadelvergrendeling V07L05Y Verwijderen van het zadel 1. Steek de lipjes in de haakjes 2. Haakjes Druk de vergrendeling naar voren ter- wijl u de achterrand van de zitting voor- WAARSCHUWING zichtig oplicht. Trek de zitting naar ach- teren.
  • Pagina 95 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING WAARSCHUWING – Neem nooit een passagier mee op een bagagerek. – De lading mag het gezicht van de bestuurder of de goede be- stuurbaarheid nooit belemme- ren. – Overbelast het voertuig niet. – Zorg er altijd voor dat de lading goed is bevestigd en niet uit de rekken steekt.
  • Pagina 96 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 24) Bedieningsschakelaar WAARSCHUWING lier Monteer een bal die past bij de uit- rusting die u wilt trekken. XT-modellen Met deze schakelaar kunt u kabel op- of OPMERKING: Bevestig de aanhang- afrollen van de lier. wagen volgens de aanwijzingen van Om de kabel af te rollen, drukt u de lin- de fabrikant.
  • Pagina 97 BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Om met de afstandsbediening van de lier te werken in plaats van met de bedieningsschakelaar aan het stuur, steekt u de afstandsbediening in de betreffende aansluiting. vmo2012-005-001_e TYPISCH 1. Inrollen 2. Uitrollen 25) Afstandsbediening lier XT-modellen vmo2012-005-007_a Bij het voertuig wordt een afstandsbe- 1.
  • Pagina 98 BRANDSTOF Aanbevolen brandstof Tankprocedure Gebruik loodvrije benzine van de pomp WAARSCHUWING of geoxygeneerde brandstof met maxi- maal 10 % ethanol of methanol. De – Stop de motor altijd voor u gebruikte benzine moet het volgende tankt. Draai de dop langzaam aanbevolen minimale octaangetal heb- open.
  • Pagina 99 BRANDSTOF 5. Vul rustig brandstof bij zodat de lucht uit de tank kan ontsnappen en vermijd dat de brandstof terug- stroomt. Let op dat u geen brand- stof morst. 6. Stop met tanken zodra de brandstof de onderkant van de vulmond be- reikt.
  • Pagina 100 INRIJPERIODE Gebruik tijdens de inrijperiode Het voertuig heeft een inrijperiode van 10 bedrijfsuren of 300 km nodig. Na de inrijperiode moet uw voertuig door een erkende Can-Am dealer wor- den geïnspecteerd. Zie het hoofdstuk ONDERHOUD Motor Tijdens de inrijperiode: – Vol gas vermijden –...
  • Pagina 101 BASISPROCEDURES De motor starten Gebruik van de snelheidsbegrenzer in achteruit De schakelhendel moet in de PAR- KEER-stand of NEUTRAAL staan. Wanneer de schakelhendel in ACH- TERUIT staat (R), wordt het motor- OPMERKING: Gemakshalve is er een toerental begrensd zodat de snelheid modus "negeren"...
  • Pagina 102 SPECIALE PROCEDURES Wat als er water in de CVT OPMERKING Indien dit niet wordt gedaan, kan dit leiden tot permanen- zit? te schade aan de volgende onderde- Wanneer u vermoedt dat er water is len: niet beperkt tot-: binnengedrongen in het CVT-deksel, –...
  • Pagina 103 SPECIALE PROCEDURES Wat als het voertuig onder water staat? Stop onmiddellijk de motor als het voertuig onder water staat. Gebruik de lier of elektrische apparatuur niet wan- neer het voertuig onder water staat. Het is noodzakelijk dat u het voertuig zo snel mogelijk naar een erkende Can-Am dealer brengt.
  • Pagina 104 UW RIT AANPASSEN Ophanging afstellen WAARSCHUWING De afstelling van de ophanging kan de bestuurbaarheid van het voertuig beïnvloeden. Neem steeds de tijd om vertrouwd te raken met het rijgedrag van het voertuig nadat de ophanging is af- gesteld. V07J01Y Het rijgedrag en comfort van uw voer- tuig zijn afhankelijk van de afregeling 1.
  • Pagina 105 TRANSPORT VAN HET VOERTUIG Bevestig het voertuig voor transport met aangepaste bevestigingsmidde- len op de aanhangwagen of pick-up. Gewoon touw is niet aanbevolen. WAARSCHUWING Sleep dit voertuig nooit achter een wagen of een ander voertuig. Ge- bruik een aanhangwagen. Kantel deze waterscooter voor het trans- port nooit op zijn achterkant.
  • Pagina 106 TRANSPORT VAN HET VOERTUIG Deze pagina is bewust leeg gelaten ______________...
  • Pagina 107 ONDERHOUD ______________...
  • Pagina 108 INVAARINSPECTIE BRP raadt u aan uw voertuig na de eerste 10 bedrijfsuren of 300 km rijden, afhan- kelijk van wat eerst voorvalt, te laten inspecteren door een erkende Can-Am dea- ler. De invaarinspectie is erg belangrijk en mag niet worden verwaarloosd.
  • Pagina 109 INVAARINSPECTIE VERVANGEN REGELEN AANDRAAIEN INRIJNSPECTIEKAART SMEREN SCHOONMAKEN INSPECTEREN MOTOR Motorolie en filter Klepspeling Motorpakkingen Motorbevestigingen Uitlaatsysteem KOELSYSTEEM Radiatordop/koelsysteem-drukproef Radiator MOTORBEHEERSYSTEEM (EMS) EMS-sensoren EMS-foutcodes BRANDSTOFSYSTEEM Gasklephuis Gashendel Gaskabel Lekproef brandstoftank, brandstofleidingen, brandstofrails, aansluitingen en keerkleppen ELEKTRISCH SYSTEEM Opening en staat van de bougie Accu-aansluitingen Elektrische aansluitingen en bevestiging (ontstekingssysteem, startsysteem, brandstofinjectoren enz.)
  • Pagina 110 INVAARINSPECTIE VERVANGEN REGELEN AANDRAAIEN INRIJNSPECTIEKAART SMEREN SCHOONMAKEN INSPECTEREN AANDRIJFSYSTEEM 4 x 4 koppelingseenheid Manchetten en beschermers aandrijfas Differentiëlen vooraan/achteraan (oliepeil, pakkingen en ontluchtingsopeningen) Achterste cardanasverbinding WIEL/BANDEN Wielmoeren/tappen STUURSYSTEEM Stuursysteem (kolom, lager enz.) Uitlijning van de voorwielen REMMEN Remvloeistof ______________...
  • Pagina 111 ONDERHOUDSSCHEMA Het onderhoud is zeer belangrijk om uw voertuig in een veilig functionerende staat te houden. De eigenaar is verantwoordelijkheid voor een behoorlijk onderhoud. Het voertuig dient servicebeurten te ondergaan volgens het onderhoudsschema. Ook als u het onderhoudsschema volgt moet u steeds de inspectie voor het ver- trek uitvoeren.
  • Pagina 112 ONDERHOUDSSCHEMA ONDERHOUDSSCHEMA 25 u of 750km (500mi) Afstellen 50 u of 1.500km (1000mi) Reinigen Inspecteren 100 u of 1 jaar of 3.000km (2000mi) Smeren 200 u of 2 jaar of 6.000km (4000mi) Vervangen Uit te voeren door ONDERDEEL/TAAK LEGENDE MOTORBEHEERSYSTEEM (EMS) EMS-sensoren Dealer —...
  • Pagina 113 ONDERHOUDSSCHEMA ONDERHOUDSSCHEMA 25 u of 750km (500mi) Afstellen 50 u of 1.500km (1000mi) Reinigen Inspecteren 100 u of 1 jaar of 3.000km (2000mi) Smeren 200 u of 2 jaar of 6.000km (4000mi) Vervangen Uit te voeren door ONDERDEEL/TAAK LEGENDE CVT-TRANSMISSIE Aandrijfriem Dealer Aandrijf- en aangedreven rollen...
  • Pagina 114 ONDERHOUDSSCHEMA ONDERHOUDSSCHEMA 25 u of 750km (500mi) Afstellen 50 u of 1.500km (1000mi) Reinigen Inspecteren 100 u of 1 jaar of 3.000km (2000mi) Smeren 200 u of 2 jaar of 6.000km (4000mi) Vervangen Uit te voeren door ONDERDEEL/TAAK LEGENDE OPHANGING Wieldraagarmen achteraan Dealer Lagers van de wieldraagarmen...
  • Pagina 115 ONDERHOUDSPROCEDURES Dit hoofdstuk bevat aanwijzingen voor Onderhoud van het luchtfilter moet de elementaire onderhoudsprocedu- steeds vaker worden gepleegd en res. Als u over de nodige mechanische olie moet worden toegevoegd aan het deskundigheid en de vereiste hulpmid- schuimfilterelement voor de volgende delen beschikt, kunt u deze procedu- stoffige omstandigheden: res zelf uitvoeren.
  • Pagina 116 ONDERHOUDSPROCEDURES Verwijder schuimfilterelement door deze voorzichtig uit te trekken. vmo2008-019-018_a 1. Stoel vmo2009-008-039_a 2. Zijpanelen TYPISCH 1. Schuimfilterelement Maak de klemmen los en verwijder het 2. Papier filter deksel van het luchtfilterhuis. Luchtfilter schoonmaken en smeren LET OP Draag altijd aangepas- te huid- en oogbescherming.
  • Pagina 117 ONDERHOUDSPROCEDURES Schuimfilterelement schoonmaken 1. Spuit binnen en buiten op het schuimfilterelement met LUCHT- FILTERREINIGER (STUKNR. 219 700 341). vbs2009-012-005 TYPISCH - DROOG OPMERKING: Een tweede toepas- sing kan noodzakelijk zijn voor zwaar vervuilde elementen. Schuimfilterelement smeren 1. Spuit LUCHTFILTEROLIE (STU- KNR.
  • Pagina 118 ONDERHOUDSPROCEDURES Luchtfilterhuis Luchtfilterhuis inspecteren en aftappen Controleer regelmatig of er vloeistof of verontreinigingen in de afvoerleiding van het luchtfilterhuis zitten. vbs2009-012-014 TYPISCH - FILTERELEMENT MET OLIE SMEREN 2. 3 tot 5 minuten laten rusten. 3. Neem eventuele overtollige olie, die naar de papierfilter zou kunnen lopen, weg door het schuimfiltere- lement in een absorberende doek vmo2008-019-034_a...
  • Pagina 119 ONDERHOUDSPROCEDURES OPMERKING Start de motor niet wanneer u vloeistof/verontreinigin- gen in de afvoerleiding aantreft. Wanneer u vloeistof/verontreinigingen aantreft moet u de luchtfilter inspecte- ren/drogen/vervangen naargelang de toestand ervan. Verwijder de luchtfilter volgens de aan- VERWIJDERING LUCHT- wijzingen in FILTER vmo2011-006-101_a TYPISCH - SLANG VOORZICHTIG Ontluchtingsfilter van de DOORSNIJDEN...
  • Pagina 120 ONDERHOUDSPROCEDURES Motorolie Motoroliepeil OPMERKING Controleer het peil regelmatig en vul bij indien nodig. Nooit te veel bijvullen. Een onjuist oliepeil kan de motor/transmissie ernstig beschadigen als de mo- tor/transmissie wordt gebruikt. Veeg gemorste olie weg. OPMERKING: Voer terwijl u het mo- toroliepeil controleert een visuele in- spectie op lekken uit.
  • Pagina 121 ONDERHOUDSPROCEDURES catie SM, SL of SJ of deze overtreft. Verwijder de peilstok. Controleer altijd of het API-label op de OPMERKING Let op dat u de oliebus minstens één van deze nor- O-ring van de peilstok niet verliest. men bevat. Zie de viscositeitstabel voor meer bijzonderheden.
  • Pagina 122 ONDERHOUDSPROCEDURES Vervang de pakkingring van de olieaf- Schroef het oliefilterdeksel los. tapplug. Maak de plaats voor de pakkingring op de motor en de olieaftapplug schoon en breng de plug weer aan. Draai plug 30 N•m ± 3,6 N•m. Vervang de oliefilter. Vul de motor tot het juiste niveau met de aanbevolen olie.
  • Pagina 123 ONDERHOUDSPROCEDURES Radiator Inspectie en reiniging van de radiator Controleer af en toe of de omgeving van de radiator schoon is. R400motr112A 1. Inlaatboring van oliepomp naar oliefilter 2. Uitlaatboring naar het motorolie-toevoersysteem Wis eventueel gemorste olie van de motor. Smeer de rubber afdichting van een vmo2006-016-007_a nieuwe oliefilter met motorolie, om TYPISCH...
  • Pagina 124 ONDERHOUDSPROCEDURES OPMERKING Let op dat u de ra- diatorvinnen niet beschadigt bij de reiniging. Gebruik geen werktui- gen/voorwerpen die de vinnen kun- nen beschadigen. De vinnen zijn doelbewust erg dunne onderde- len, om een efficiënte koeling mo- gelijk te maken. GEBRUIK VOOR HET SCHOONSPUITEN ALLEEN LA- GE DRUK;...
  • Pagina 125 Gebruik altijd ethyleenglycolantivries met anticorrosiemiddel, speciaal be- stemd voor aluminium interne verbran- dingsmotoren. Het koelsysteem moet worden gevuld met BRP VOORGEMENGDE KOEL- VLOEISTOF (STUKNR. 219 700 362) of met een oplossing van gedestileerd water en antivriesvloeistof (50% ge- destillerd water, 50% antivries).
  • Pagina 126 ONDERHOUDSPROCEDURES vmo2008-019-018_a TYPISCH vmo2008-019-026_a 1. Stoel 1. Koelvloeistofaftapplug 2. Zijpanelen Koppel motortemperatuursen- Verwijder de rechtermotorkap. sor-connector los. vmo2008-019-025_a TYPISCH 1. Motorkap vmo2008-019-027_a 1. Temperatuursensor Schroef de koelvloeistofaftapplug los 2. Voorzijde voertuig en vang de koelvloeistof op in een ge- Verwijder de ontluchtingsschroef bo- schikt recipiënt.
  • Pagina 127 ONDERHOUDSPROCEDURES vmo2008-019-028_a 1. Ontluchtingsschroef vmo2008-019-029_a 2. Motortemperatuursensor 1. Koelvloeistofslang 2. Slangklem hier plaatsen Laat het systeem helemaal leeglopen. Vul de radiator tot de koelvloeistof via Installeer de koelvloeistofaftapplug te- het gat in de thermostaatbehuizing rug. naar buiten stroomt. KOELVLOEISTOFAFTAPPLUG AAN- DRAAIEN TOT 10 N•m ±...
  • Pagina 128 ONDERHOUDSPROCEDURES Wacht nu tot de motor een normale be- drijfstemperatuur heeft bereikt. Druk de gashendel twee- of driemaal in en voeg nog koelvloeistof toe, indien nodig. Installeer de radiatordop. Inspecteer alle aansluitingen op lekka- ge en controleer het koelvloeistofpeil in het reservoir. Wis eventueel gemorste koelvloeistof van de motor.
  • Pagina 129 ONDERHOUDSPROCEDURES V07I0HY V07I0FY 1. Beschermer in de behuizing 1. Verwijder deze schroeven Verwijder de kabel uit de gashendelbe- Neem de behuizing uit elkaar. huizing. Schuif de rubberen beschermer ach- OPMERKING: Schuif de kabel in de teruit zodat de gaskabelafstelschroef gleuf van de clip en trek het kabeluit- zichtbaar wordt.
  • Pagina 130 ONDERHOUDSPROCEDURES Installeer en regel de kabel opnieuw. Gaskabel afstellen Schuif de rubberen beschermer ach- teruit zodat de gaskabelafstelschroef zichtbaar wordt. Draai de borgmoer los en draai aan de afstelschroef tot de gashendel de juis- te speling heeft. OPMERKING: Meet de speling aan vmo2008-019-054_a het uiteinde van de gashendel.
  • Pagina 131 ONDERHOUDSPROCEDURES Bougie Breng smeermiddel tegen het vastvre- ten aan op de bougieschroefdraad en Verwijdering van de bougie installeer de bougie opnieuw. Schroef de bougie in de cilinderkop WAARSCHUWING met de hand of met een passende mo- mentsleutel. Draai de contactsleutel altijd in de stand UIT, alvorens onderhouds- BOUGIE AANDRAAIEN TOT of reparatiewerken aan het elek-...
  • Pagina 132 ONDERHOUDSPROCEDURES OPMERKING Gebruik geen zeke- ring met een hogere capaciteit om ernstige schade te vermijden. Controleer of de draad is gesmolten. vmo2008-019-035_a 1. Accu 2. Bevestigingsband 3. ZWART (-) kabel Accu reinigen Reinig de accu, de behuizing en polen met een oplossing van natriumcarbo- A15E0KY naat en water.
  • Pagina 133 ONDERHOUDSPROCEDURES vmo2008-019-037_a vmo2008-019-036_a 1. Schroeven ZEKERINGHOUDER ACHTERAAN 2. Houder 1. Hoofdzekering (30 A) (RODE/GRIJZE draad) Accessoires (30 A) (RODE/GROENE draad) Verwijder de rubberbescherming van de koplampbehuizing. Lichten LET OP Schakel de contact- schakelaar altijd op UIT voordat u een defecte lamp vervangt. Controleer na vervanging altijd of het licht wel werkt.
  • Pagina 134 ONDERHOUDSPROCEDURES vmo2006-005-041_a DUW OP HET VERGRENDELINGSLIPJE OM DE CONNECTOR TE ONTGRENDELEN OPMERKING: Op de volgende illus- V06G0SY traties werd het voorpaneel van het voertuig verwijderd om een duidelijker TYPISCH beeld te geven. Installeer de verwijderde onderdelen Druk het borghaakje opzij om de groot- opnieuw correct in de omgekeerde lichtlamp te ontgrendelen.
  • Pagina 135 ONDERHOUDSPROCEDURES Manchetten en Lamp van het achterlicht vervangen beschermers aandrijfas Om het lampje te vervangen trekt u het achterlicht uit de rubber pakkingringen. Inspectie van de manchetten en beschermers aandrijfas Inspecteer de beschermers en man- chetten van de aandrijfas visueel. Controleer de beschermers op bescha- digingen of schuren tegen de assen.
  • Pagina 136 ONDERHOUDSPROCEDURES BANDENSPANNING - 1-UP-MODELLEN ACH- Maximale totale VOOR- TER- lading Max. 48 kPa 48 kPa 227 kg Min. 34,5 kPa 34,5 kPa BANDENSPANNING - 2-UP-MODELLEN V07H02Y ACH- Maximale totale VOOR- TER- ACHTERKANT VOERTUIG lading 1. Manchetten aandrijfas 2. Beschermer aandrijfas Max.
  • Pagina 137 ONDERHOUDSPROCEDURES Vervanging banden WAARSCHUWING – Let er bij de vervanging van de banden op dat u nooit een di- agonaalband combineert met een radiaalband. Deze combi- natie kan tot besturings- en/of stabiliteitsproblemen leiden. – Combineer geen banden van verschillende types en/of maten op dezelfde as.
  • Pagina 138 ONDERHOUDSPROCEDURES OPMERKING: Af en toe moet u de wielmoeren verwijderen en wat smeermiddel tegen het vastvreten op de wielbouten aanbrengen, om ze later gemakkelijker te kunnen verwijderen. Dit is vooral belangrijk wanneer het voertuig in een zoutwateromgeving of in modder wordt gebruikt. Verwij- der één moer tegelijk, smeer de tap en span de moer weer aan.
  • Pagina 139 ONDERHOUDSPROCEDURES Controleer of de bevestigingen ste- Vloeistofreservoir remhendel vig vastzitten. Raadpleeg indien nodig Draai het stuur recht vooruit zodat het een erkende Can-Am dealer. reservoir waterpas staat. A-armen vooraan Controleer de A-armen op barsten, krombuiging of andere schade. Raadpleeg indien nodig een erkende Can-Am dealer.
  • Pagina 140 ONDERHOUDSPROCEDURES Aanbevolen remvloeistof Gebruik altijd remvloeistof die voldoet aan de specificatie DOT 4. OPMERKING Om ernstige schade aan het remsysteem te voorkomen, mag u geen andere vloeistoffen dan de aanbevolen middelen gebruiken en nooit verschillende vloeistoffen mengen bij het bijvullen. Inspectie rem vmo2006-005-026_a Controleer de volgende zaken om te...
  • Pagina 141 ONDERHOUDSPROCEDURES WAARSCHUWING Laat het verversen van de rem- vloeistof en alle onderhoud en re- paraties aan het remsysteem uit- voeren door een erkende Can-Am dealer. ______________...
  • Pagina 142 VERZORGING VAN HET VOERTUIG Verzorging na gebruik Als u uw voertuig in een zoutwaterom- geving heeft gebruikt moet u het af- spoelen met zoet water om het voer- tuig en al zijn onderdelen in goede staat te houden. We raden u met aandrang aan metalen onderdelen te smeren.
  • Pagina 143 BEWARING EN VOORBEREIDING OP HET RIJSEIZOEN WAARSCHUWING Laat een erkende Can-Am dealer inspecteren of het brandstofsys- ONDER- teem intact is volgens het HOUDSSCHEMA Als u het voertuig 4 maanden of langer niet gebruikt, is een correcte opslag noodzakelijk. Uw erkende Can-Am dealer kan u hier meer over vertellen.
  • Pagina 144 BEWARING EN VOORBEREIDING OP HET RIJSEIZOEN Deze pagina is bewust leeg gelaten ______________...
  • Pagina 145 TECHNISCHE INFORMATIE ______________...
  • Pagina 146 Can-Am distributeur/dealer heeft deze nummers ook nodig om de garantie- aanvraag naar behoren in te vullen. Er wordt geen garantie geboden door BRP als het motoridentificatienummer (E.I.N.) of het voertuigidentificatienum- mer (V.I.N.) werd verwijderd, onlees- baar werd gemaakt of op een of andere vmo2008-019-010_a manier werd veranderd.
  • Pagina 147 VOORSCHRIFTEN INZAKE DE BEPERKING VAN GELUIDSEMISSIE Enkel VSA en Canada Het is verboden ontoelaatbare wijzi- gingen aan het geluidsreductiesys- teem aan te brengen! Federale wetten in Amerika en provin- ciale wetten in Canada verbieden de volgende handelingen of het veroorza- ken van deze handelingen: 1.
  • Pagina 148 De EG Conformiteitsverklaring is niet opgenomen in deze versie van de Gebruikershandleiding. U vindt deze in de gedrukte versie die bij uw voertuig werd geleverd. ddd2009-001...
  • Pagina 149 Dubbel bereik (HI-LO) met parkeerstand, Type neutraal en achteruit KOELSYSTEEM Ethylglycol-watermengsel (50 % koelvloeistof, 50 % water). Gebruik voorgemengde koelvloeistof Type verkocht door BRP (Stuknr. 219 700 362) of Koelvloeistof koelvloeistof die specifiek is ontwikkeld voor aluminium motoren Inhoud 2,5 L ______________...
  • Pagina 150 SPECIFICATIES OUTLANDER 400 SERIE ELEKTRISCH SYSTEEM Output van de magneetgenerator 400 W Type ontstekingsysteem CDI (Capacity Discharge ignition) Timing van de ontsteking Niet regelbaar Aantal Ontstekingsbougie Merk en type NGK DCPR8E Tussenruimte 0,7 mm naar 0,8 mm Voorwaarts 8000 TPM Instelling van de motortoerentalbegrenzer Achteruit...
  • Pagina 151 SPECIFICATIES OUTLANDER 400 SERIE ELEKTRISCH SYSTEEM (vervolg) Hoofdzekering 30 A Ventilator Zekering- Zekeringen houder Acces- (vervolg) Accessoires 30 A achteraan soires in zeke- ringdoos BRANDSTOFSYSTEEM Elektronische brandstofinjectie (EFI), Brandstofaflevering Type gasklephuis Dell'Orto 46 mm Type Bosch Brandstofpomp Model Elektrisch (in brandstoftank) Leegloopsnelheid 1300 ±...
  • Pagina 152 SPECIFICATIES OUTLANDER 400 SERIE AANDRIJFSYSTEEM Asaangedreven/differentieel met Voordifferentieel automatische vergrendeling (Visco-Lok) Voordifferentieelratio 3,6:1 Achteras Asaangedreven/sperdifferentieel Achterasratio 3,6:1 Vooraan 500 ml Inhoud Achteraan 300 ml XPS SYNTHETISCHE VERSNELLINGSBA- Vooraan KOLIE (75W 90) (STUKNR. 293 600 043) Differentieelolie of synthetische olie 75W 90 API GL5 Type XPS SYNTHETISCHE VERSNELLINGSBA- KOLIE (75W 90) (STUKNR.
  • Pagina 153 SPECIFICATIES OUTLANDER 400 SERIE ACHTERWIELOPHANGING Type ophanging TTI™ onafhankelijk Veerweg 203 mm Aantal Schokdemper Type Olie Afregeling voorbelasting 5 standen REMMEN Voorrem Type Hydraulisch, 2 schijven Achterrem Type Hydraulisch, enkele schijf Inhoud 180 ml Remvloeistof Type DOT 4 Parkeerrem Hydraulische vergrendeling 4 wielen Vooraan Organisch Materiaal remblokken...
  • Pagina 154 SPECIFICATIES OUTLANDER 400 SERIE BANDEN Max. 48 kPa Vooraan Min. 34,5 kPa 1-UP modellen Max. 48 kPa Achteraan Min. 34,5 kPa Druk Max. 48 kPa Vooraan Min. 34,5 kPa 2-UP modellen Max. 48 kPa Achteraan Min. 34,5 kPa Minimum spoordiepte banden 3 mm Vooraan 25 x 8 x 12 (in)
  • Pagina 155 SPECIFICATIES OUTLANDER 400 SERIE GEWICHT EN LAADVERMOGEN 1-UP 286 kg Drooggewicht 2-UP 308 kg Vooraan/achter- 1-UP: 49/51 Gewichtsverdeling 2-UP: 46/54 Opbergkoffer achteraan 10 kg (inbegrepen in gewicht achterrek) Vooraan 45 kg Achteraan (inclusief opbergkoffer achteraan 90 kg en disselgewicht) Maximale totale 1-UP 227 kg voertuigbelading...
  • Pagina 156 SPECIFICATIES Deze pagina is bewust leeg gelaten ______________...
  • Pagina 157 OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ______________...
  • Pagina 158 RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN MOTOR DRAAIT NIET 1. Onstekingsschakelaar staat in de UITpositie. – Draai de schakelaar naar de AANpositie. 2. Motorstopschakelaar. – Zorg dat de motorstopschakelaar op de RUNpositie staat. 3. Versnelling staat niet op de PARKEER of NEUTRAAL stand. –...
  • Pagina 159 RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN MOTOR WENTELT MAAR START NIET (vervolg) 2. Geen brandstof in de motor (bougie droog bij verwijderen). – Controleer het niveau van de brandstoftank. – De pomp kan een storing hebben. – Neem contact op met een erkende Can-Am dealer. 3.
  • Pagina 160 RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN MOTOR MIST ACCELERATIE OF VERMOGEN (vervolg) 6. De motor draait in beschermingsmodus . – Controleer de multifunctionele meter op berichten – Het verklikkerlichtje van de multifunctionele meter brandt en op de display verschijnt MOTORSTORING of MOTORMANAGEMENT, neem contact op met een erkende Can-Am dealer.
  • Pagina 161 RICHTLIJNEN VOOR HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN VOERTUIG BEREIKT MAXIMUMSNELHEID NIET (vervolg) 3. Luchtfilter/behuizing verstopt of vuil. – Controleer het luchtfilter en reinig indien nodig. – Controleer afzetting in de behuizing van de luchtfilterafvoer. – Controleer de positie van de luchtinlaatbuis. 4.
  • Pagina 162 MELDINGEN OP DE DISPLAY VAN DE MULTIFUNCTIONELE METER VERKLIKKER- MELDING BESCHRIJVING LICHTJE Dit duidt aan dat u de verkeerde contact- sleutel heeft gebruikt. Gebruik de juis- INVALID KEY te contactsleutel voor dit voertuig. Mis- Motor controleren (verkeerde sleutel) schien maakt de contactsleutel ook een (verkeerde sleutel) slecht contact.
  • Pagina 163 MELDINGEN OP DE DISPLAY VAN DE MULTIFUNCTIONELE METER NO ECM Communicatiestoring tussen snelheids- COMMUNICATION meter en motorbeheermodule (ECM), Motor controleren (geen ECM- neem contact op met een erkende communicatie) Can-Am dealer. OPMERKING Als de melding en het motorverklikkerlichtje aanblijven na- dat de motor is gestart, schakel de motor dan uit.
  • Pagina 164 MELDINGEN OP DE DISPLAY VAN DE MULTIFUNCTIONELE METER Deze pagina is bewust leeg gelaten ______________...
  • Pagina 165 GARANTIE ______________...
  • Pagina 166 Gebeurt dit toch, dan zijn deze niet afdwingbaar van BRP. BRP behoudt zich het recht voor, deze garantie op elk gewenst ogenblik te wijzigen. Dergelijke wijzigingen zullen echter geen invloed hebben op de garantievoorwaarden die van toepassing waren op produc- ten, die tijdens de geldigheidsduur van deze garantie werden verkocht.
  • Pagina 167 – Schade ten gevolge van de verwijdering van onderdelen, onoordeelkundige re- paraties, service, onderhoudswerken, veranderingen of het gebruik van onder- delen die niet werden geproduceerd of goedgekeurd door BRP of ten gevolge van reparaties door een persoon die geen erkende Can-Am ATV dealer met serv- iceautorisatie is;...
  • Pagina 168 – Routineonderhoud zoals aangegeven in de Gebruikershandleiding moet op de juiste momenten zijn uitgevoerd om de dekking van deze garantie te waarbor- gen. BRP behoudt zich het recht voor, een bewijs van correct onderhoud te vra- gen als voorwaarde voor prestaties onder garantie.
  • Pagina 169 BRP behoudt zich het recht voor, zijn producten regelmatig te verbeteren of aan te passen, zonder dat hieruit een verplichting voortvloeit om eerder geproduceerde producten aan te passen.
  • Pagina 170 Indien eigenaarschap van een product wordt overgedragen tijdens de dekkingspe- riode van de garantie, dan moet deze garantie ook worden overgedragen en zal de- ze geldig blijven gedurende de resterende periode van dekking, mits BRP in kennis gesteld wordt van dergelijke overdracht van eigenaarschap op de volgende wijze: 1.
  • Pagina 171 In geval van een mengingsverschil of dispuut in verband met deze beperkte garan- tie, stelt BRP voor om samen met de dealer naar een oplossing voor de kwestie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de servicemanager of zaakvoerder van de erkende dealer.
  • Pagina 172 Bombardier Recreational Products Inc. (“BRP”)* geeft een garantie op zijn Can-Am ATV bouwjaar 2013 die wordt verkocht door Can-Am ATV distributeurs of dealers die door BRP gemachtigd zijn om Can-Am ATV's te verkopen ("Can-Am ATV distributeur/dealer") buiten de vijftig staten van de Verenigde Staten, Canada en lidstaten van de EER (dit is de "Europese Economische Ruimte", nl.
  • Pagina 173 BRP behoudt zich het recht voor, deze garantie op elk gewenst ogenblik te wijzigen. Dergelijke wijzigingen zullen echter geen invloed hebben op de ga- rantievoorwaarden die van toepassing waren op producten, die tijdens de geldigheidsduur van deze garantie werden verkocht.
  • Pagina 174 – Routineonderhoud zoals aangegeven in de Gebruikershandleiding moet op de juiste momenten zijn uitgevoerd om de dekking van deze garantie te waarbor- gen. BRP behoudt zich het recht voor, een bewijs van correct onderhoud te vra- gen als voorwaarde voor prestaties onder garantie.
  • Pagina 175 BRP behoudt zich het recht voor, zijn producten regelmatig te verbeteren of aan te passen, zonder dat hieruit een verplichting voortvloeit om eerder geproduceerde producten aan te passen.
  • Pagina 176 9) BIJSTAND VOOR DE KLANT 1. In geval van discussie of geschil betreffende deze beperkte garantie, raadt BRP u aan met de dealer naar een oplossing voor de kwestie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de servicemanager of zaakvoerder van de erkende Can-Am ATV distributeur/dealer.
  • Pagina 177 Bombardier Recreational Products Inc. (“BRP”)* geeft een garantie op zijn Can-Am ATV's uit bouwjaar 2013 die wordt verkocht door distributeurs of dealers die door BRP gemachtigd zijn om Can-Am ATV's te verkopen ("Can-Am ATV distri- buteur/dealer") in lidstaten van de EER (dit is de "Europese Economische Ruimte", nl.
  • Pagina 178 BRP behoudt zich het recht voor, deze garantie op elk gewenst ogenblik te wijzigen. Dergelijke wijzigingen zullen echter geen invloed hebben op de ga- rantievoorwaarden die van toepassing waren op producten, die tijdens de geldigheidsduur van deze garantie werden verkocht.
  • Pagina 179 – Routineonderhoud zoals aangegeven in de Gebruikershandleiding moet op de juiste momenten zijn uitgevoerd om de dekking van deze garantie te waarbor- gen. BRP behoudt zich het recht voor, een bewijs van correct onderhoud te vra- gen als voorwaarde voor prestaties onder garantie.
  • Pagina 180 BRP behoudt zich het recht voor, zijn producten regelmatig te verbeteren of aan te passen, zonder dat hieruit een verplichting voortvloeit om eerder geproduceerde producten aan te passen.
  • Pagina 181 De verkoper is tevens verantwoordelijk voor defecten die voortvloeien uit de verpakking, * In de EEA worden de producten verdeeld en wordt service verleend door BRP European Distribution S.A. en andere filialen van BRP.
  • Pagina 182 de assemblage-instructies of de installatie wanneer deze verantwoordelijkheid contractueel de zijne is of deze taken onder zijn verantwoordelijkheid werden volbracht. Om in overeenstemming te zijn met het contract, moet het product: 1. Geschikt zijn voor normaal gebruik voor dit soort goederen en, waar toepasse- lijk: •...
  • Pagina 183 KLANTEN- INFORMATIE ______________...
  • Pagina 184 BESCHERMING VAN DE PRIVACY Bij deze deelt BRP u mee dat uw contactgegevens zullen worden gebruikt voor vei- ligheids- en garantiegebonden doeleinden. Bovendien kunnen BRP en zijn doch- termaatschappijen hun klantenlijsten gebruiken om marketing en promotionele in- formatie over BRP en gerelateerde producten te verdelen.
  • Pagina 185 Wanneer u BRP op de hoogte brengt, zelfs nadat de beperkte garantie is afgelo- pen, kan BRP u bereiken indien dit nodig zou zijn, bijvoorbeeld als er ATV's zouden worden teruggeroepen om veiligheidsredenen. BRP op de hoogte brengen is de verantwoordelijkheid van de eigenaar.
  • Pagina 186 VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR Deze pagina is bewust leeg gelaten ______________...
  • Pagina 187 VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR TELEFOON TELEFOON E-MAILADRES ______________...
  • Pagina 188 VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR TELEFOON TELEFOON E-MAILADRES ______________...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Can-am outlander max 400 efi 2013