ONDERHOUDSPROCEDURES
PIJL WIJST NAAR DE BUITENKANT
OPMERKING
Zorg dat alle slan-
gen stevig in de koppeling zijn
geduwd zodat ze niet kunnen
loskomen.
6. Plaats de zitting terug.
Motorolie
Motoroliepeil
OPMERKING
Controleer het peil
regelmatig en vul bij indien no-
dig. Nooit te veel bijvullen.Een
te hoog oliepeil kan ernstige
schade aan de motor/transmissie
aanrichten. Veeg gemorste olie
weg.
OPMERKING: Voer terwijl u het
motoroliepeil controleert een visu-
ele inspectie op lekken uit.
RECHTERKANT VAN DE MOTOR
1. Peilstok
Om het oliepeil te controleren
plaatst u het voertuig op een vlak
oppervlak met niet-draaiende, kou-
de motor. Ga als volgt te werk:
126
1. Schroef de peilstok los, verwij-
der hem en wrijf hem schoon.
2. Plaats de peilstok terug en
schroef hem helemaal vast.
3. Verwijder de peilstok opnieuw
en lees het oliepeil af. Dat moet
dicht bij het bovenste merkte-
ken liggen.
1. Vol
2. Toevoegen
3. Gebruiksbereik
Verwijder de peilstok om olie toe
te voegen. Steek een trechter in
de buis om morsen te voorkomen.
Voeg een beetje van de aanbevolen
olie toe en controleer het oliepeil
opnieuw.
Herhaal de procedure hierboven tot
het oliepeil het bovenste merkte-
ken op de peilstok heeft bereikt.
Nooit te veel bijvullen.
Bevestig de peilstok correct.
Aanbevolen motorolie
Gebruik in het zomerseizoen een
XPS-4-TAKT SYNTHETISCH OLIE-
MENGSEL (ZOMER) (Stuknr. 293
600 121)
.
Gebruik in de winter de
SYNTHETISCHE 4-TAKT XPS-OLIE
(ALLE SEIZOENEN) (Stuknr. 293
600 112)
.