RIJDEN MET UW VOERTUIG
voorzichtig wanneer u een geladen aanhangwagen loskoppelt; de wagen
of de lading kan op u of anderen vallen. Draai nooit met een hoge snelheid.
Rijd altijd in lage versnelling en vertraag sterk.
Werken met uw voertuig
Uw voertuig kan u helpen bij een aantal uiteenlopende LICHTE taken,
gaande van sneeuw ruimen tot hout slepen of een last vervoeren. Hiervoor
is een waaier van accessoires te verkrijgen bij uw erkende Can-Am dealer.
Respecteer echter altijd de maximale belading en het vermogen van het
voertuig. Bij een te zware belasting van het voertuig kunnen de compo-
nenten overbelast raken en stukgaan. Om verwondingen te voorkomen
moet u ook de instructies en waarschuwingen die bij het accessoire zitten
volgen. Vermijd grote krachtinspanningen zoals heffen of trekken van
lasten of voortbeweging van het voertuig met mankracht. (Lees ook het
deel RECREATIEF GEBRUIK hieronder).
Recreatief gebruik
Respecteer de rechten en beperkingen van anderen. Begeef u niet in zones
die zijn voorbehouden aan andere offroadactiviteiten. Daartoe behoren
paden voor sneeuwscooters, ruiters, langlaufsporen, mountainbikeparcours
enz. Ga er nooit van uit dat er toch geen andere gebruikers op het pad
zijn. Houd altijd uiterst rechts op het pad en zigzag niet heen en weer.
Zorg ervoor dat u kunt stoppen wanneer er voor u een andere weggebrui-
ker opdaagt.
Sluit u aan bij een plaatselijke ATV-club. Zij kunnen u een kaart bezorgen
en adviseren of informeren over de plaatsen waar u kunt rijden. Als er
geen club in uw buurt is, kunt u misschien meewerken aan de oprichting
ervan. In groep rijden en clubactiviteiten zijn een aangename, sociale
vrijetijdsbesteding.
Houd altijd een veilige afstand van andere bestuurders. Op basis van uw
eigen inschatting van snelheid, staat van het terrein, weer, mechanische
staat van uw voertuig en uw "vertrouwen in het beoordelingsvermogen"
van de mensen om u heen, kunt u het best oordelen over de aangewezen
veilige afstand. Net als andere voertuigen kan dit voertuig niet "ogenblik-
kelijk" stoppen. Wanneer u een passagier meeneemt op een 2-UP-model,
heeft dit een grote invloed op de besturing van uw voertuig, de stabiliteit
en de remafstand. Matig uw snelheid altijd wanneer u een passagier
meeneemt. Voorzie een langere remafstand.
Matig altijd uw snelheid met dit voertuig. Rijd nooit sneller dan 65 km/h
en vertraag voor u een bocht neemt wanneer u op een verharde weg rijdt.
Informeer voor uw vertrek iemand over uw geplande bestemming en het
tijdstip waarop u vermoedelijk terugkeert.
Neem, afhankelijk van de afstand die u wilt afleggen, extra gereedschap,
drinkwater, voedsel en nooduitrusting mee. Vraag na waar u extra benzine
en olie kunt kopen. Wees voorbereid op de omstandigheden die u mogelijk
te wachten staan.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
51