Q Quick Control voor weergave
U kunt tijdens de weergave op de knop <Q> drukken om de volgende opties in te stellen:
[J: Beveilig beelden], [b: Beeld roteren], [9: Classificatie], [U: Creatieve filters],
[S: Wijzig formaat (alleen JPEG-beelden)], [N: Trimmen], [T: AF-punt weerg.],
[e: Spring met6], [t: Beeld zoeken], en [q: Beelden n. smartphone verz.*].
Voor movies kunnen alleen de functies die hierboven vetgedrukt
worden weergegeven worden ingesteld.
* Niet selecteerbaar als [Wi-Fi] onder [51: Inst. draadloze communicatie] is
ingesteld op [Uitschakelen].
346
Druk op de knop <Q>.
1
Druk tijdens de opnameweergave op
de knop <Q>.
De opties voor Quick Control worden
weergegeven.
Selecteer een item en stel dit in.
2
Druk op de pijltjestoetsen <W> en
<X> om een functie te selecteren.
De naam en instelling van de
geselecteerde functie worden onder
aan het scherm weergegeven.
Druk op de pijltjestoetsen <Y> en
<Z> om de functie in te stellen.
Druk voor beveiligde beelden (pag. 360)
en Classificatie (pag. 341) op <B>
om meerdere beelden te selecteren.
Druk voor Creatieve filters (pag. 380),
Wijzig formaat (pag. 383), Trimmen
(pag. 385), Beeld zoeken (pag. 344) en
Beelden naar smartphone verzenden
op <0> en stel de functie in.
Spring met6: Druk om Spring het
opgegeven aantal beelden in te
stellen op het opgegeven getal van
Classificatie (pag. 341) op <B>.
Druk op de knop <M> om te annuleren.
Verlaat de instelling.
3
Druk op de knop <Q> om Quick
Control af te sluiten.