Algemene aandachtspunten bij het maken van movie-opnamen zijn
te vinden op pagina 309-310.
Lees indien nodig ook de algemene aandachtspunten bij het maken
van Live View-opnamen op pagina 261-262.
In de basismodi (behalve de modi <8> en <v>) zijn de
opnameresultaten dezelfde als in <A>. Het scènepictogram voor de
scène die door de camera wordt gedetecteerd, wordt linksboven
weergegeven (pag. 267).
In de opnamemodi <f> en <s> zijn de instellingen dezelfde als in
de bij opnemen in de modus <d>.
Instelbare menufuncties verschillen tussen basismodi en creatieve modi
(pag. 436).
Sluitertijd, diafragma en ISO-snelheid worden automatisch ingesteld.
In de creatieve modi kunt u op de knop <A> (pag. 199) drukken om de
belichting te vergrendelen (AE-vergrendeling). De belichtingsinstelling
wordt weergegeven gedurende het aantal seconden dat is ingesteld bij
[z4: Meettimer]. Als u de AE-vergrendeling heeft toegepast tijdens
movie-opnamen, kunt u deze annuleren door op de knop <S> te
drukken. (De instelling voor AE-vergrendeling blijft behouden tot u op de
knop <S> drukt.)
U kunt in de creatieve modi, kunt u het hoofdinstelwiel <6> draaien
terwijl u de knop <g> ingedrukt houdt om de belichtingscorrectie in te
stellen.
Als u een film opneemt met automatische belichting, worden de ISO-
snelheid, de sluitertijd en het diafragma niet vastgelegd in de Exif-
informatie van de movie.
Met opnamen maken met automatische belichting (behalve bij time-
lapse-filmopnames) schakelt de camera automatisch het LED-licht van
de Speedlite in bij omstandigheden met weinig licht. Raadpleeg de
instructiehandleiding van de Speedlite uit de EX-serie die is uitgerust met
een LED-licht voor details.
k Films opnemen
265