AF-sensor
De AF-sensor van de camera heeft 45 AF-punten. De onderstaande
afbeelding toont het AF-sensorpatroon dat met elk AF-punt overeenkomt.
Als u een lens gebruikt met een maximaal diafragma van f/2.8 of sneller,
is AF met hoge precisie mogelijk in het midden van de zoeker.
Afhankelijk van de gebruikte lens kan het aantal bruikbare AF-punten, AF-
puntpatronen, de vorm van het gebied AF-kader, enz. verschillen. Zie voor
meer informatie 'Lenzen en bruikbare AF-punten' op pagina 131.
Grafische
voorstelling
130
Scherpstelling op basis van kruismetingen: f/5.6 verticaal + f/5.6
Scherpstelling op basis van dubbele kruismetingen:
f/2.8 diagonaal rechts + f/2.8 diagonaal links
f/5.6 verticaal + f/5.6 horizontaal
(ondersteunen ook f/8)
Deze scherpstelsensor is afgestemd op een nauwkeurige
scherpstelling voor lenzen met een maximaal diafragma
van f/2.8 of sneller. Een diagonaal kruispatroon maakt het
makkelijker om scherp te stellen op onderwerpen waarbij
automatisch scherpstellen moeilijker is. Dit patroon is
beschikbaar op het middelste AF-punt.
Deze scherpstelsensoren zijn afgestemd op lenzen met een
maximaal diafragma van f/5.6 of sneller (en bepaalde f/8-
lenzen). Dankzij het horizontale patroon kunnen de sensors
verticale lijnen detecteren. Ze dekken alle 45 AF-punten.
Deze scherpstelsensoren zijn afgestemd op lenzen met
een maximaal diafragma van f/5.6 of sneller (en bepaalde
f/8-lenzen). Dankzij het verticale patroon kunnen de
sensors horizontale lijnen detecteren. Ze dekken alle
45 AF-punten.
horizontaal (sommige ondersteunen ook f/8)